Afbeelding
FOTO JEANNETTE AARTS

'Onweer zorgde voor heel spannend debuut'

SPRUNDEL - Wim Aarts uit Sprundel kan zich sinds juni officieel molenaar noemen, en daarmee is hij de derde vrijwillige molenaar op rij die het dorp in haar geschiedenis telt. Elke dinsdag en eerste en derde zaterdag van de maand is hij in molen De Hoop present. Wim over het opstarten van de molen, het malen van graan, de risico’s en de weersfactor. Kortom: een kijkje achter de schermen.


DOOR CORINE ROKS


“Voor de Prins draaien, een uitdrukking die dateert uit de tijd dat de molen voor de show draaide om de concurrentie voor te zijn. Een werkende molen betekende de productie van graan, en trok volk aan,” zo laat Wim op deze zaterdag weten nadat hij het gemaal in werking heeft gesteld. En dat vergt behoorlijk wat werk. Wim hierover: “Na het inspectierondje zet ik de maalstenen los, die bij stilstand als rem fungeren, en zorg ik ervoor dat de aandrijving wordt uitgezet. Vervolgens hang ik de wimpel uit en smeer ik de hoofdas. Daarna verwijder ik de veiligheidspal uit het boventandwiel en bepaal ik de windrichting om de molen op de wind te kunnen kruien. De wieken worden in gereedheid gebracht waarbij een molenaar vijf opties heeft.” De molenaar over deze opties: “Volle zeilen bij weinig wind, een duikertje in de zeilen wat inhoudt dat een puntje wordt losgemaakt, een halve en korte lange en tot slot een storm eindje. Dit in volgorde van de lengte van het zeil. Bij harde wind worden de zeilen niet bevestigd.”


Veiligheidsnetten

Hij vervolgt: “De veiligheidsnetten langs de wieken opzetten, een heel belangrijke stap.” Met de voltooiing van dit stapsgewijs proces is de molen gereed om te malen. “Hiervoor moet de ronsel in het tandwiel worden getrokken zodat de maalstenen hun werk kunnen doen. Eén keer per maand malen we graan tot meel. Dat doe ik samen met molenaar Toon Hendrikx en leerling-molenaar Wim Heeren die er elke dinsdag zijn. Het meel is bestemd voor een supermarkt in Rucphen die hiervan vers molenbrood bakt. De bloem is te koop in ons molenwinkeltje. Per productie dag malen we zo’n 150 kilo graan tot bloem. Het restproduct bestaat uit zemelen en griesmeel. Ook draai ik samen met molenaar Jos Nieuwlaat de molen Van Aerden in Nispen. Deze draait om de twee weken op vrijdag.”

Wim benadrukt de weersfactor: "Ik kijk iedere morgen naar de weersverwachtingen. Vooral weerkaarten met hoge en lage drukgebieden zijn voor een molenaar van belang. Deze gebieden zijn bepalend voor de ontwikkeling van de windrichtingen.” Op 5 juni behaalde Wim zijn molenaarsdiploma. De week erop kreeg hij zijn vuurdoop. "De eerste keer dat ik de molen in mijn eentje moest laten draaien. Het weer sloeg om, onweer volgde. Zo snel als kon moest de molen worden stilgezet, de zeilen eraf en de bliksemafleider erop. Een heel spannend debuut,” lacht Aarts. Tijdens zijn driejarige molenaarsopleiding heeft hij kennis opgedaan over de verschillende productiemolens, zoals de oliemolen waarbij door middel van verticale stenen olie uit lijnzaad wordt geperst en diverse aandrijfsystemen. "Zo heb ik de Coppense molen op Leur bezocht die op waterkracht werkt.” Zijn opleiding werd bekostigd door ‘De Hollandsche Molen, een vereniging die zich inzet voor het voortbestaan, malend en draaiend houden van wind- en watermolens in Nederland. [n]