Een groentje zuigt nectar bij de brembloemen.
Een groentje zuigt nectar bij de brembloemen. FOTO MANS DE JONG

Dagvlindertje
't groentje

RUCPHEN - Getroffen door zoveel schoonheid, zoveel geluk en moois, ben ik vergeten dat ik een fototoestel rond m’n nek heb hangen. Ik heb het idee alsof ze begrijpt dat ik iets met haar wil.


Haar deels witte pootjes brengen haar naar een andere knopje, even wacht ze, ze beweegt haar achterlijfje en ik zoom in, stel scherp en laat haar even begaan, ze draait haar groene vleugeltjes dwars op de zon. Haar kleine lijfje maakt enkele schokkende bewegingen en buigt af naar de groene knopjes en... ik druk. Vol in beeld en haarscherp blijf ik haar door mijn zoeker volgen. Wanneer ze haar eitje heeft toevertrouwd aan de dophei zie ik dat haar lijfje eindigt op een klein wit ringetje. Heel af en toe doet ze deels haar vleugeltjes open en toont ze mij een glimp van het bruin. Nu ik door mijn zoeker kijk, besef ik dat het slechts 40 centimeters zijn, die mij en dit groene wondertje van elkaar scheiden. Schitterend zijn haar met wit omlijstte zwarte oogjes. Ook haar voelsprietjes op haar tedere kopje zijn uitgevoerd in zwart en witte ringetjes. Het is nauwelijks te beseffen dat al dat schoons is verpakt in een wezentje van anderhalve bij anderhalve centimeter M’n adem stokt in mijn keel en er welt water van geluk in mijn ogen. De scherpte is even weg. Heel voorzichtig haal ik mijn camera weg en veeg met mijn mouw het oogwater weg.

Als een grote hommel te dicht bij haar in de buurt komt vliegt ze een eindje verder naar een tak van een gaspeldoorn die over het pad hangt. Met grote voorzichtigheid benader ik haar en opnieuw staat ze me toe haar van heel dichtbij te volgen. Voor de derde keer binnen vijf minuten legt ze een eitje, deze keer tussen de jonge blaadjes van de stekelige gaspeldoorn.


Mooiste dagvlinder 


Oog in oog neem ik afscheid en laat haar in alle rust haar levenstaak volbrengen, zodat ook het volgende jaar de tuin opgesierd wordt met een van onze mooiste dagvlindertjes: het Groentje. Ik heb het eerste groentje in de heemtuin mogen begroeten. Een dag later zag ik ze met z’n tweetjes. Nog een dag later heb ik ze de vlinderliefde zien bedrijven en het vrouwtje haar eerste witte eitje om een dopheide blaadje zien leg-gen. Ik was er getuige van. Overmand door mijn Mansgevoel gingen gedachten naar de allereerste ontmoeting met dit vlindertje. Half zeventiger jaren kuierke ik op de Patershei achter het klooster. In het midden van de heide zoekt het vervuilde landbouw water van de Lange Matenloop zijn weg naar de Bieloopbeek op de Pannenhoef. Het had een paar dagen tevoren nog flink geregend. Bij het uitklimmen van het beekdal slipte ik op het natte en gladde leem. Om niet vallen greep ik me vast een vuilboom. Het leek of er plotseling een aantal blaadjes van de vuilboom los kwamen. Het waren tot mijn verbazing echter tientallen kleine groene vlindertje. Ik stond als aan de grond genageld bij het zien van zoveel dwarrelend groen. Nadat de vuilboom weer tot rust was gekomen zochten allemaal weer een plekje en kon ik ze mooi bewonderen bij het zuigen van nectar uit de kleine wittige bloemetjes van deze vuilboom. Voor mij was dit de smaak van de lente. Geluk is overal, je moeten zien te ontdekken en koesteren. Dit zijn voor mij de dagelijkse krenten in de pap van het leven. Op weg naar ut Akkerkotje komt er een kort gedicht in op. Groen, dansend groen, een tel bruin…. en dan weer vrolijk groen, zilveren stipjes op lentegroen, ook voor mijn ogen een warme meizoen.[n]