Afbeelding
Foto: Britta Janssen

Hoe komt De Zouterij in Goes aan haar naam?

Door: Britta Janssen Algemeen

GOES - De Zouterij is een karakteristiek stukje Goes. Langs de stadshaven die naar het centrum voert, vormen de woningen met de gele en lichtgroene houten gevelbekleding samen een sfeervol en opvallend buurtje. Over het ontstaan vertelt Frank de Klerk van het Gemeentearchief Goes. 

“Familie Harinck had eeuwenlang het monopolie op houthandel in Goes”, vertelt De Klerk. “Hiervoor gebruikten ze houtzaagmolen De Eendracht, gebouwd in de zeventiende eeuw. Hiernaar is de Zaagmolenstraat vernoemd. Midden negentiende eeuw kreeg Harinck concurrentie van de firma Dekker, die met de houtloodsen op de latere Albert Joachimikade begon. Die heette toen nog Boomkade, naar al dat hout dat er lag. Al gauw overvleugelde Dekker concurrent Harinck, die kort na 1900 werd opgeheven. Ondertussen was ook timmerfabriek en stoomzagerij La Vitesse aan de Westsingel ontstaan. Op dit terrein is nu complex De Stadspoort gebouwd. De houtloodsen van Dekker bleven in gebruik tot in de jaren 1960. Oudere Goesenaars hebben herinneringen aan het slepen met balken en planken aan de kade. Hout werd zowel per schip als per vrachtauto aangevoerd. Opvallend aan de medewerkers van Dekker was dat ze vaak met leren schorten rondliepen, om zich tegen bijvoorbeeld splinters te beschermen. Ook hadden ze een dikke leren flap op een schouder vastgemaakt, waarop ze de balken legden die ze moesten vervoeren. Daarmee vielen ze nogal op.”

De markante houtloodsen zijn rond 1840 gesticht. Rond 1980 kocht Stichting Maatschappelijke Belangen ze aan en verbouwde de loodsen - inmiddels Rijksmonumenten - tot woonruimte. “Hout dat in gele verf is geschilderd is origineel en nieuwe bouwelementen zijn in lichtgroen geschilderd.” De lichtgroene woningen liggen aan De Zouterij. “Die naam doet misschien een belletje rinkelen, omdat Goes een belangrijke zoutproducent was in de vijftiende en zestiende eeuw. Tijdens de Eerste Wereldoorlog begonnen veel Goesenaars een mosselkokerij. De gekookte mossels werden ingezouten in vaatjes en verkocht, vermoedelijk ook aan de oorlogvoerende partijen. In een oude meekrapfabriek aan de Albert Joachimikade kwam een dergelijke grote zouterij, vandaar de naam.”

Afbeelding