Tarweoogst bij Borssele, bij boerderij de Witte Pauw uit 1616.
Tarweoogst bij Borssele, bij boerderij de Witte Pauw uit 1616. Foto: Piet Grim

Waterschap stelt
‘uitzonderlijk’ verbod in

GOES - Vanwege de droogte heeft waterschap Scheldestromen vorige week een verbod ingesteld op het onttrekken van oppervlaktewater uit sloten en kreken in Zeeland. ‘Dat is uitzonderlijk’, schrijft het waterschap in een persbericht.

‘Door aanhoudende droogte is het waterpeil in waterlopen gedaald tot onder het zomerpeil. Om blijvende schade door droogte te beperken, stellen we een verbod in voor alle waterlopen in het beheergebied.’ Hiermee probeert het waterschap daling van oppervlakte- en grondwater en mogelijke gevolgschade als inklinking van veen te beperken. Het waterschap verwacht dat het verbod langere tijd van kracht blijft, omdat er een flinke hoeveelheid neerslag nodig is om het watertekort op te lossen.
Het onttrekkingsverbod geldt voor de hele provincie Zeeland, uitgezonderd de gebieden met aanvoer van zoet water uit het Volkerak Zoommeer of de Brabantse Wal: Tholen en Sint Philipsland, de Reigerbergsche Polder bij Rilland, de Eerste Bathpolder en het gebied ten oosten van het Schelde-Rijnkanaal. ‘Ook geldt er een uitzondering voor het onttrekken van maximaal 15 kubieke meter oppervlaktewater met toediening van gewasbeschermingsmiddelen als doel.’
Scheldestromen noemt het instellen van het verbod ‘uitzonderlijk’. Normaal gesproken is via de watervergunning geregeld dat water uit sloten, kreken en vijvers onttrokken mag worden totdat het zomerpeil bereikt is. ‘Dat we nu toch overgaan op een verbod voor heel Zeeland komt door aanhoudende droogte en de snelle daling van het waterpeil van oppervlaktewater. Het waterschap wil de beperkte hoeveelheid water benutten om het water zo lang mogelijk vast te houden en onomkeerbare schade te beperken doordat het waterpeil uiteindelijk te ver onder zomerpeil zakt.’

Zomer- en winterpeil
Het onttrekken van grondwater blijft mogelijk binnen de huidige voorwaarden. ‘Reden hiervoor is dat de invloed van het onttrekken van grondwater beperkt blijft tot perceelsniveau, terwijl onttrekkingen van oppervlaktewater invloed hebben op een heel peilgebied.’
Het waterschap beheert het watersysteem dat bestaat uit sloten, kreken en vijvers. Voor iedere waterloop is een gewenst waterpeil vastgesteld. Het waterschap stuurt op dit gewenste waterpeil door water vast te houden met stuwen of bij overvloed af te voeren via de gemalen naar het buitenwater. Er bestaat verschil tussen zomer- en winterpeil. In het voorjaar en de zomer, wanneer het doorgaans droger is, wordt het waterpeil in sloten en vijvers hoger gehouden. Het oppervlaktewater wordt op die manier vastgehouden om daling van de grondwaterstand te beperken. In nattere perioden wordt het winterpeil gehanteerd. Er staat dan minder water in sloten en vijvers zodat er ruimte is om grote hoeveelheden neerslag op te vangen, te bergen of af te voeren naar het buitenwater.[n]