Afbeelding
Foto:

'Een vastenavend die we nooit meer vergeten'

Ik kan niet ontkennen dat ik de laatste tijd stiekem met de “P “ in mijn lijf rondgelopen heb: voor de tweede keer achter elkaar dreigde Corona mijn leutmarathon op weg naar het voorjaar te doorkruisen! Gelukkig zijn de Coronamaatregels inmiddels versoepeld en het ziet ernaar uit, dat we toch de stad in kunnen gaan, zij het met een aangepast programma.

Normaal gesproken dompelen we ons, na een paar weken bijgekomen te zijn van de vermoeienissen rond Kerst en Oud en Nieuw, onder in de feestvreugde van de Vastenavend. De dozen met "Vastenavendbullen” worden uit de kast gehaald (altijd weer een feest van herkenning!). Nog wat onwennig gaan we met het Neuzebal de stad in. Maar die is over, als we het eerste dweilbandje tegenkomen. Af en toe een potje dweilen, lekker "slap ouwoere” met een andere dweil onder het genot van een pilsje. Genieten! Tot een paar weken na het vallen van de kraai loopt deze Krab met een vette glimlach rond.

Het is zeker niet de eerste keer, dat de viering van carnaval onderbroken werd.  In de Middeleeuwen en ver daarvoor waren er al feesten, die de overgang naar het voorjaar markeerden, maar tijdens de protestantse periode die daarop volgde, verdween het feest nagenoeg. Nadat er een paar eeuwen geen carnaval gevierd werd, pakten de hoveniers het in de 19e eeuw weer op. Ze trokken met vrolijk versierde karren naar de stad en reden daar, vergezeld door verscheidene muziekgroepen, een rondje. Ook organiseerden ze gemaskerde bals. Tijdens de twee Wereldoorlogen werd er ook geen carnaval gevierd (nou ja officieel dan, want we weten dat er achter de gordijntjes in de “carnavalsloze” periodes wel stiekem carnaval gevierd werd).   

Pas na de Tweede Wereldoorlog ontstond het carnavalsfeest, zoals we dat tegenwoordig kennen. In 1946 wilde men de gemaskerde straatcarnaval weer nieuw leven inblazen. Daartoe gingen 4 Bergenaren naar de Burgemeester om toestemming te vragen. Deze was akkoord, mits de deken van de katholieke kerk ook instemde. De deken stelde als voorwaarde dat 40 vooraanstaande Bergenaren een manifest zouden ondertekenen, waarin zij “garant stonden voor een strakke organisatie en een ordentelijk verloop”. De Stichting Vastenavend was geboren. 

Op 2 maart 1946 werd Prins Nilles 1, de eerste naoorlogse prins, op een traditionele Bergse vissersschuit de stad in. Op het schilderij "De Prins en zijn gevolg”, geschilderd door Louis Weijts, zien we Prins Nilles 1 die, als een feniks die uit de as herrijst, boven zijn gevolg uittorent.

Moraal van dit verhaal: net zoals de feniks die uit zijn as herrijst,  zal ook ons feest van verbroedering en saamhorigheid steeds herrijzen . Deze Vastenavend wordt een speciale, maar daardoor eentje die we wellicht niet snel zullen vergeten.