Afbeelding
Foto: Marjanne Havelaar

College presenteert startfoto als uitgangssituatie van 2022: Open, eerlijk en met vertrouwen

Door: Marjanne Havelaar Algemeen

BERGEN OP ZOOM - Wethouders Dominique Hopmans en Joost Pals hebben de “startfoto” van het nieuwe college gepresenteerd. Deze startfoto is voor hen de uitgangssituatie van 2022. Het gaat over de bestuurscultuur, de financiële positie en de organisatie, met daarbij behorende risico’s en feiten die impact hebben op het kunnen verwezenlijken van politiek bestuurlijke ambities uit het bestuursakkoord ‘Samen Bergen Verzetten’.

“Dit nieuwe college wil werk maken van een nieuwe bestuurscultuur. Dat begint bij openheid, eerlijkheid en werken aan onderling vertrouwen. En wij willen vertrouwen winnen door ons kwetsbaar op te stellen en de weg naar verandering te starten door open te durven kijken naar onszelf.” Zo startte wethouder Hopmans de bijeenkomst. Het college gaf afgelopen dinsdag de gemeenteraad en vandaag de media een inkijk in de stand van zaken op het gebied van cultuurverandering, financiën en organisatiekwaliteit en de impact die dit heeft op het kunnen verwezenlijken van de de ambities uit het bestuursakkoord. “We zijn niet in control, dat weten we en daarmee zijn we aan de slag.” 

Cultuur

De wethouders blikten terug op vier turbulente jaren waarin regelmatig van koers is veranderd. Met deze koerswijzigingen in hun achterhoofd en met het Bestuursakkoord in de hand kijken ze nu vooruit. Het college heeft oog voor risico’s zoals negatieve beeldvorming in de regio. “Wij doen weer mee in de regio en zijn een volwaardig partner”, zegt Hopmans. “Maar dat niet alleen. Want onze inwoners, daar doen we het uiteindelijk voor. De dienstverlening sluit niet altijd aan bij de vraag, dit staat dan ook hoog op onze agenda.” Om tot een cultuurverandering te komen, gelden randvoorwaarden. “Een open en transparante bestuurscultuur, elkaar rechtstreeks aanspreken en rolvastheid zijn hier voorbeelden van.”


Financiele positie

Wethouder Pals gaf een toelichting op de financiën voor de komende vier jaar. “Reken je niet rijk, ook al lijken de cijfers op papier misschien gunstig”, is zijn boodschap. De wethouder heeft oog voor mogelijke financiële risico’s zoals achterstallig onderhoud aan gemeentelijke bezittingen. “Net zoals je bij je eigen woning het schilderwerk een jaar kunt uitstellen, ontkom je er uiteindelijk niet aan. En als je het te laat uitvoert, nemen de kosten alleen maar toe.” Tegelijkertijd is ook verbetering zichtbaar om “in control” te komen. Dat ziet ook de accountant. Een belangrijke randvoorwaarde om dit te laten slagen is het invoeren van een nieuw financieel pakket waarvan de aanbesteding ondertussen heeft plaatsgevonden. Daarmee heeft de gemeente straks een beter “gereedschap” voor grip op de financiën.


Organisatie

De gemeentelijke organisatie heeft in 2022 al mooie dingen bereikt. “Denk hierbij aan het klanttevredenheidsonderzoek van het KCC waarin de dienstverlening het cijfer 8.5 kreeg,” zegt Pals. Uit oogpunt van goed werkgeverschap en zorg voor de medewerkers is er een sociaal plan opgesteld en momenteel wordt er een organisatieontwikkelingsplan gemaakt. Er is aandacht voor langdurig ziekteverzuim en voor de op dit moment 81 openstaande vacatures, waarvan een deel tijdelijk wordt ingevuld met inhuur. Ook het onderdeel organisatie omvat risico’s. Het niet in control zijn en onzekerheid bij de medewerkers zijn punten waar dit nieuwe college niet voor wegloopt. De gemeente doet er alles aan om weer een goed en aantrekkelijk werkgever te worden, een betrouwbare partner en een open en eerlijke overheid. “Zodat we daarmee de ambities uit het Bestuursakkoord voor onze inwoners waar kunnen maken.”


Meerjarenaanpak

Het college is bezig met een meerjarenaanpak – die in december 2022 gereed is - met deze startfoto als uitgangssituatie. “Dat is dan onze houvast voor de komende jaren zodat we weer in control komen op cultuur, financiën en de organisatie”, zegt Hopmans. “Wij kunnen dit niet alleen, we moeten dit met elkaar doen; dus gemeenteraad, college, ambtenaren en niet te vergeten onze inwoners en ondernemers.”