Pastoraal woord door pastoor Hans de Kort

De vakantietijd breekt voor velen aan. Sommige mensen kunnen niet op vakantie gaan, maar zouden wel willen; andere mensen kunnen wel, maar hebben er geen behoefte (meer) aan. Volgens de benedictijn Quartier zeggen sommigen wel eens spottend dat ‘monniken het hele jaar vakantie hebben’.

Welnu, daar zit eigenlijk best wat in. Gemiddeld brengen ze vijf uur per dag door in de kerk. Het monnikenleven draait inderdaad om vrij zijn, maar dan toch met een hoger doel: vrij zijn voor God (vacare Deo, waar het woord ‘vakantie’ van afgeleid is).


'Ledigheid is de vijand van de ziel'


Zo vrij zijn doe je door zo’n eenheid van je leven te maken dat je verschillende bezigheden kunt combineren zonder er uitgeput of verveeld door te raken. Dat betekent niet dat je permanent gaat niksen, integendeel. Het kloosterleven is best vol, maar dat is niet verkeerd. Benedictus zegt al in zijn kloosterregel uit de zesde eeuw: “Ledigheid is de vijand van de ziel.”. Het betekent ook niet dat je steeds naar een nieuwe kick zoekt. De dagen worden niet met hoogtepunten gevuld, maar met regelmaat, ook met handwerk en lezing. Toch voelen volgens Quartier ook monniken wel degelijk de behoefte om er even tussenuit te gaan. Een vakantie als een extra opfrisser om je weer meer op God af te stemmen en op wat er in je leven echt nodig is. Moge ieder van ons die opfrisser vinden die we nodig hebben, of we nu op vakantie gaan of niet.

pastoor Hans de Kort.[n]