Afbeelding
Foto: Gijs Proost

Culturele uitstraling terug in Bergen op Zoom

Door: Marjanne Havelaar Algemeen

In maart van dit jaar waren de verkiezingen voor de gemeenteraad. De inwoners, die in bescheiden getale de gang naar de stembus maakten, kozen ervoor zich te laten besturen door een groot aantal partijen. Toch lukte het om een college te vormen. Daarin hebben vijf wethouders zitting, afkomstig van vijf verschillende politieke partijen. Wie zijn deze mensen en wat drijft hen om zich beschikbaar te stellen voor dit bijzondere ambt?

In een serie van vijf artikelen stellen de vijf wethouders zich voor. In het derde deel is Letty Demmers (70), D66, wethouder voor Sport, Cultuur, Verbeteren Bestuurscultuur, Handhaving, Vastgoed en Vierde Stedelijke Regio aan de beurt. Als enige vrouw en bestuurlijke veteraan in het college van Bergen op Zoom, waarin de jongste wethouder pas 26 is, valt Demmers op. Ze beschouwt zichzelf echter niet als een buitenbeentje. “Ach, het mengsel van leeftijden merk je niet eens. Wel zie ik bij mijn jeugdige collega’s dat er minder de rem op staat. Wat belangrijk is en ons kenmerkt, is de uitstekende onderlinge samenwerking.” Ze vindt de zichtbaarheid van het college essentieel en werkt daaraan.

Demmers heeft veel ervaring als bestuurder. Ze klom tijdens haar politieke loopbaan op tot fractieleider in de gemeenteraad van Bergen op Zoom en werd later wethouder. In 1997 werd ze burgemeester van de gemeente Reusel-De Mierden. Vijf jaar later werd ze zelfs de eerste gekozen burgemeester. In Best hield de gemeenteraad namelijk een referendum over de voordracht. Zeven jaar later stapte ze over naar de regiopolitie Zeeland en werd daar in september 2009 korpschef. Vanaf oktober 2013 was Demmers tweeënhalf jaar waarnemend burgemeester van Vlissingen. In oktober 2017 werd ze waarnemend burgemeester van Veldhoven. Ruim een jaar later is zij benoemd tot waarnemend burgemeester van Noord-Beveland. “Eigenlijk ging ik elke keer opnieuw met pensioen, maar steeds werd er weer een beroep op me gedaan.”

Terug in Bergen op Zoom, waar ze al die jaren samen met haar man bleef wonen, al dan niet in de vorm van een latrelatie, zet ze haar ervaring in voor haar stad, waar ze een sterke binding mee heeft. Voor de ontwikkeling van de cultuur heeft ze een duidelijke visie. “Cultureel erfgoed is van belang, net als cultuur in brede zin. Ons erfgoed hoort bij de stad en daar moeten we van genieten. Dat betekent ook investeren, want we moeten ons erfgoed overdragen aan ons nageslacht.” 

Dat cultuur vaak een restpost is naast de verschillende harde portefeuilles, vindt ze onterecht: “Cultuur is juist onderscheidend. Het bepaalt het gezicht van Bergen op Zoom. Wij willen samen met de inwoners de uitstraling terugbrengen, dat is nodig. Cultuur leeft in het hart van de Bergenaar. Trek die een kleedje aan en hij is iemand anders.”

Al ontkomt ook haar geliefde cultuur niet aan de gevolgen van de beperkte financiën, - “we moeten bezuinigen en dat gaan Markiezenhof, de muziekschool en onze theaters voelen”- toch durft ze te dromen van een sterkere culturele sector. “Vanuit die droom wil ik de inwoners overtuigen dat cultuur geld waard is en ga ik medestanders zoeken om samen plannen te maken en te investeren. Na corona gaan ook onze burgers weer van alles oppakken. Er is veel positief enthousiasme.”

Demmers beschouwt zichzelf vooral als facilitator om dingen mogelijk te maken. Ze beschouwt haar wethouderschap als geslaagd, wanneer de burgers van de stad en de partners van buiten Bergen op Zoom elkaar onderling respecteren. “Commentaar leveren mag zeker, want critical friends give a positive vibe.”