Afbeelding
Foto: Remko Vermunt
COLUMN

Paul Asselbergs: ‘November, slachtmaand’

Door: Sanne Brusselaars Algemeen

Varkensboeren slachtten lang geleden elk jaar in november ’n mooi vet varken voor hun eigen gezin. Thuis slachten mocht toen nog. Als het varken geslacht was, dan hing dat altijd ’n paar dagen buiten aan ‘de leer’ om te besterven. De kerk in Moerstraten had in die jaren ook nog z‘n eigen dorpspastoor. Die goede man had er een neus voor om elk jaar ‘toevallig’ bij varkensboer Piet langs te gaan als die ’n varken aan ‘t slachten was.  

’t Was weer november. Piet was net z’n beest aan ’t slachten, en ja hoor, daar kwam meneer  pastoor op z’n fiets het erf oprijden en hij zei: “Da’s een mooi verreke Piet!” Piet zuchtte, maar gaf de pastoor, met tegenzin, een mooi stuk vlees mee. De pastoor bedankte Piet en reed weer naar huis, en daarna zag Piet de pastoor ‘n heel jaar niet meer. 

’t Jaar erop, eind november, was Piet weer ’n grote zeug aan ’t slachten, en wie kwam daar weer heel toevallig het erf oprijden op z’n fiets? Meneer pastoor natuurlijk. De pastoor zei: “Gos, da’s weer ‘n mooi verreke Piet”. “Ja, ’n mooi beest hè meneer pastoor” zei Piet, “weet u het verschil tussen u en dit varken?” “Foei”, zei de pastoor, “wat ‘n rare vraag!” “Ach, ‘t is maar een grap hoor”, zei Piet. “U hebt één rij knopen in uw jas, en dit varken heeft er twee”. De pastoor moest lachen als een boer die kiespijn had, maar Piet vroeg daarna: “Weet u ook ‘t verschil tussen Onze Lieve Heer en dit varken?” “Foei”, zei de pastoor, “dat vind ik nou echt niet leuk meer hoor!” “Ik zal ’t u uitleggen”, zei Piet, “Onze Lieve Heer stierf op aarde voor alle mensen, maar dit varken nou voor mij alleen”. De pastoor werd kwaad, pakte z’n fiets en reed, zonder wat te zeggen naar huis. Hij pakte dat jaar met Kerst mis.