Spelen met taal


Regelmatig maak ik aantekeningen, als mogelijk idee voor een column. Veel  aantekeningen maakte ik ook over bijzondere onderwerpen in het afgelopen jaar. Zoals: “Boeren mogen niet alles aan koeien voeren, maar ze mogen wél actie voeren”.  Over corona ga ik natuurlijk geen grappen maken, maar sommige uitspraken inspireerden mij wel. Toen de pandemie begon las ik: “mondkapjes komen maar mondjesmaat binnen”, totdat Van Lienden zich ermee ging bemoeien. In restaurants was er afstandsbediening. Mijn vrouw en ik zaten in die tijd een keer met ons hele gezin in de tuin, ook allemaal op afstand. Opeens zei mijn kleindochter: “Opa, op afstand vind ik u best een knappe man”. Nou, mijn dag kon niet meer stuk! 

Humor kan in vervelende tijden een heel goed medicijn zijn. Taalgrappen kunnen leuk zijn, maar niet iedereen houdt daarvan of snapt ze. Ik had het laatst met iemand over spelfouten in onze toch wel vrij moeilijke Nederlandse taal. Hij zei: “Paul, jij weet alles van taal” (dat vond ik al humor). Hij vervolgde: “ik zag pas ergens het woord ‘elektriciteit’ staan, met een K. Dat moet toch met een C zijn?” Ik zei: “Nee, natuurlijk niet. We zeggen toch ook WK, toch niet WC”. Hij snapte mijn grap niet, ikzelf eigenlijk ook niet. Hij vroeg daarna: “Paul, jij schrijft gedichten en versjes. Wat is nou eigenlijk het verschil tussen een gedicht en een vers?” Ik zei: “Als een gedicht net af is, dan is het vers”. Die snapte ik zelf wél. Ik zei daarna: “Weet jij wat een ditoire is?” Dat wist hij niet. Ik zei: “Een ditoire is een directoire waar de rec uit is”. We kregen het ook nog over het taalgebruik op de a-social media, en dan vooral over alle taalfouten! 

Vroeger moesten wij het hele alfabet (26 letters) uit ons hoofd leren! Tegenwoordig kennen veel mensen nog maar drie letters: SMS of MSN. Ik wens u allen HFF, Heel Fijne Feestdagen. [n]