Leesontbijt door Tullepeteun.
Leesontbijt door Tullepeteun.

TullepeTeun vertelt Tu11epet11! over de Tullepetaon

Door: Janny Mathijssen Algemeen

ROOSENDAAL - Tu11epet11! (Tullepetelf) is een initiatief van Karin Moerkens in samenwerking met Jeantine de Krom. Elk jaar een nieuwe groep leutige kienders, want je mag 1 carnavalsseizoen mee doen in het jaar dat je 11-11 ook echt 11 jaar ‘oud’ bent. Vele carnaval gerelateerde activiteiten worden ondernomen om zo deze jeugd de achtergrond van het Roosendaalse carnavalsfeest te leren en zoveel mogelijk te laten beleven.

Zo ook een stukje geschiedenis over Tullepetaonestad. Ze vroegen Tullepeteun als bekende Tullepetaon om een stukje geschiedenisles te geven en dat deed hij met veel plezier tijdens het eigen Tu11epet11! leesontbijt zaterdag 5 februari jl.. “Tullepetaon, van scheldwoord naar carnavalsnaam” zo begon TullepeTeun zijn verhaal. Een Tullepetaon is een Parelhoen echter werd dit woord ook gebruikt als ‘scheldwoord’. In het oud Roosendaals werd de uitdrukking bijvoorbeeld gebruikt wanneer iemand iets stoms deed “Wa zijde toch ne tullepetaon, ee!”

Zo kende ook Leo Suijkerbuijk (opa van Tullepeteun), die van 1959 tot en met 1970 als Gròòtste Boer deel uitmaakte van het Roosendaalse protocol (prins, nar, grootste boer), het woord tullepetaon in beide betekenissen. Gròòtste Boer Leo wist ook wel raad met spotternij. Toen hij op een keer in de bestuurskamer de leden van Stichting Carnaval Roosendaal zag staan in hun tenue (blauwe cape, blauw-witte steek) zei hij spontaan: Och kijk, de tullepetaonen zijn d’r ok.

Toenmalig voorzitter van de boerenraad, Hein van den Bergh zag er de humor wel van in. Toen er later een naam moest worden gegeven aan een carnavalsbal dat werd opgedragen aan de Gròòtste Boer, stelde deze zelf de naam Tullepetaonebal voor.

Dit was de start van het gebruik van deze naam als carnavalsnaam. Er werd toen ook tijdens het liedjesfestival al gekozen voor het nog steeds bekende lied ‘Tu-tu-tullepetaone ziede gij alleen mee carnaval’
Toen er in het elfde en laatste jaar van Prins Jan I tijdens de Otobusrellie door Toon Mol (Boer met de grootste smoel) een enquête werd gehouden onder de deelnemers over het gebruik van deze naam was het wel duidelijk. Er kwamen 2500 verzoeken om Roosendaal ,,Tullepetaonestad’’ te dopen in de brievenbus van het gemeentehuis.

In januari 1970 vond een onvergetelijk afscheid plaats van Jan I en Grootste Boer Leo, waarbij burgemeester Jan Godwaldt de scheidende prins als blijvende titel in carnavalsdagen, benoemde tot ,,Vorst van Tullepetaonestad”.

In de jaren die volgden werd de Tullepetaon als carnavalssymbool op allerlei manieren afgebeeld en uitgebeeld.
Wat daarbij opvalt is dat vrijwel al deze Tullepetaonen weliswaar een verklede rare vogel voorstellen, maar nauwelijks op een parelhoen lijken.