De herkansing

Nederland gaat terug naar het oude normaal. En wat doet het Zuiden? Rolbevestigend carnaval vieren! Ik kan me voorstellen dat de rest van Nederland daar een beetje raar tegenaan kijkt. Niet in de laatste plaats omdat de pandemie ooit in het Zuiden begon. Ik kan het ook bijna niet geloven dat carnaval gewoon weer gevierd gaat worden. 


Enkele mensen zijn daar overigens al een paar weken mee bezig. Nou ja ‘vieren’, ik zag ze vanaf mijn verwarmd terrasje schichtig, in kiel gehuld over de Markt schieten naar een plek die kennelijk verder niemand mocht weten. Maakt niet uit. Komend weekeind zijn we allemaal aan de beurt. Nu overvalt me wel een vreemd gevoel waar ik als teenager al last van had. Niemand genoot zo van zijn vakanties in het zonnige Spanje als ik. 


Sterker nog, die enkele seconden dat ik aan Roosendaal dacht, was ik ervan overtuigd dat het niet meer bestond. Dat was geen opgekropte haat of een wens geworden vader van de gedachte. Nee, ik genoot zo van dat hemelse land en zijn engelachtige bewoners dat ik geen trek had in een terugkeer naar moeder aarde. Het gevolg van deze ridicule verafgoding was dat ik vier dagen voor vertrek al chagrijnig rondliep. Het einde naderde. Hat was bijna voorbij. Wat heeft het nog voor zin om een beetje te lopen genieten van zon, strand en amigo’s. 


En precies dat gevoel heb ik nu ook weer. Carnaval komt er wel aan maar is vier dagen later weer onherroepelijk afgelopen. Ik heb er eigenlijk al geen zin meer in. Hoewel ik geen uitbundig ‘carnavaller’ ben, meer een kijker, zegt het iets over mijn hunkering naar deze jaarlijkse reünie. Nu maar hopen dat alles ordentelijk verloopt en niet wederom een donkere periode inluidt. En heren, wel goed scheren hè! Misschien willen sommige vrouwen wel weer gekust worden!