Waar bezwaar


Enkele tientallen bewoners uit de omgeving Bulkenaar verzetten zich heftig tegen de komst van het nieuwe Bravis-ziekenhuis. Dat mag. Iedereen heeft recht op een eigen mening en mag ook tegen bepaalde ontwikkelingen zijn. De hakken staan diep in het zand en men rekent op een overwinning bij het hoogste rechtscollege: de Raad van State. Het democratisch en juridisch proces moet zijn loop hebben; daarom is Nederland ook zo’n fantastisch land. Toch durf ik wel een paar vraagtekens te zetten bij de gang van zaken. Waarom zijn deze mensen tegen? Ze noemen dan eigenlijk twee redenen: de gemeente heeft andere locaties niet goed onderzocht en Roosendaal loopt voor tientallen miljoenen risico met het binnenhalen van het nieuwe ziekenhuis. Beide zaken gelden voor elke locatie die men kiest en vallen derhalve typisch onder het takenpakket van de volksvertegenwoordigers, verenigd in de gemeenteraad. Die hebben in al hun wijsheid, unaniem en in het algemeen belang vóór het nieuwe ziekenhuis gekozen. 

Wat ik mis bij de bezwaarmakers is het eerlijke verhaal. Waarom zeggen die mensen niet gewoon dat hun gedroomde woonplek naar de gallemiezen gaat? Dat ze het vrije uitzicht over hun rustieke, landelijke omgeving kwijt raken. Dat echte, terechte en begrijpelijke bezwaar had wellicht een riante uitkoopregeling opgeleverd of een aanvaardbare alternatieve woonplek. Het enige concrete wat ze tot nu toe bereikt hebben is dat de gemeente een les heeft geleerd en voortaan beter gaat communiceren met belanghebbenden. Belangrijk, maar dat zal er in de praktijk op neer komen dat inwoners nog sneller duidelijk gemaakt wordt dat ze mee kunnen praten over de invulling van een plan, niet over het plan zelf. Intussen zijn de bezwaarmakers vastbesloten tot het bittere eind door te vechten. Dan krijgen ze op één punt in ieder geval gelijk: Het gaat de gemeente veel (extra) geld kosten.