Afbeelding
Foto:

‘We pakken bijna alles aan'

GOES - Waarin een klein familiebedrijf uit Goes groot kan zijn: Stoffeerderij Brouwer werd opgericht in 1985 door Hermans’ – toen zesenveertigjarige – vader. Hij voorzag dat zijn baan in een woninginrichtingsbedrijf, door alsmaar krimpend personeel, in het gedrang kwam. Brouwer is inmiddels een bekende naam in heel Nederland en Vlaamstalig België en heeft niet de minste opdrachtgevers. Met enig Zeeuws accent praat no-nonsense mens Herman Brouwer vooral nuchter maar toch ook met een stukje passie over het ambachtelijke werk.


Je bent samen met je ouders vennoot. Vertel eens hoe dit zo is gekomen, hoe is jouw aanloop geweest in de onderneming en wat houdt het werk precies in?
“Mijn vader startte zijn eigen onderneming als stoffeerder van oude rijtuigen. Maar omdat hij van zijn oude baas ook meubelopdrachten kreeg toegeschoven, verschoof het zwaartepunt. Al op jonge leeftijd werd ik thuis met regelmaat ingezet voor kleine klusjes om mijn vader te ontlasten. Op het erf in ‘s Heer Hendrikskinderen waar ik ben geboren en opgegroeid, kreeg het bedrijf langzaam maar zeker vorm. De loodsen en gebouwen van nu, dat was toen nog één grote boomgaard. Mijn functie en werkzaamheden groeiden min of meer mee. We hebben nu gemiddeld nog maar één rijtuig per jaar in behandeling. De hoofdmoot is de (her)stoffering van zowel allerlei soorten meubilair voor thuis maar ook voor horeca, scholen, kantoren, zorg en (semi)overheid, zoals laatst de banken in de zaal van hotel Katoen in Goes. In toenemende mate verzorgen we de stoffering op luxe en soms zeer grote jachten. Ook doen we steeds meer in de civiele scheepvaart. Een uitschieter van afgelopen jaar was voor NV Westerscheldeferry, we hebben vierhonderd passagiersstoelen op de fietsvoetveren Maxima en Willem Alexander van nieuwe bekleding voorzien. Kortom, de variëteit in het werk is enorm. En dat houden we graag zo: het komt bijna nooit voor dat we ergens ‘nee’ tegen zeggen.”


Heeft het stoffeerderswerk ook je passie gekregen? Voelde je dat je dit moest en wilde gaan doen?
“Het is meer dat ik er langzaam ben ingerold en al doende het vak steeds beter leerde. Met de jaren werd het duidelijk dat de onderneming meer werk kostte dan mijn vader alleen aankon. Als ik er niet in verder zou gaan, wat zou er dan gebeuren? Dan moest hij op zoek naar een opvolger buiten de familie en dat vond ik zonde. Vooral het ambachtelijk aspect van dit werk spreekt me erg aan. Mijns inziens leven we in een tijd dat mensen veelal op kantoor en met de computer werken. Als je geen master of bachelor voor je naam hebt, tel je niet meer mee. Er zijn maar weinig mensen die nog smerige handen willen hebben. Graag hebben ze een grote auto voor de deur, gaan ze regelmatig op vakantie, hebben ze een mooi huis. Maar zelf iets in huis maken of bijvoorbeeld een dakgoot of lekkende kraan repareren? Mensen kopen vaak hun inrichting op een woonboulevard. Maar wat voor kwaliteit haal je daarmee in huis? Gekscherend zeggen we hier wel eens tegen elkaar: een zelf getimmerd konijnenhok zit vaak beter in elkaar dan een boulevardbankstel. Werken met je handen: het is ontzettend belangrijk. Wanneer je je daarin specialiseert, dat is goud waard. Goed, niet iedereen is even handig maar als je zelf twee linkerhanden hebt, investeer dan liever je geld in vak- en ambachtswerk dan in massaal gemaakt fabrieksspul.”


Jullie onderneming heeft de afgelopen jaren relatief weinig gevoeld van alle tumultueuze ontwikkelingen. Dat toont dat jullie onderneming zichzelf voldoende kan bedruipen, ondanks externe moeilijkheden.
"Onze kernwaarden, service, ambachts- en vakmanschap, zijn tijdloos. Bovendien gaan we al een tijdje mee; sinds 1985 komen onze klanten vooral door mond tot mond bij ons. We adverteren in een paar landelijke luxueuze woonmagazines en onze website heeft een goed bereik. Op die manier hebben we een (inter)nationaal bekende naam opgebouwd en een klantenkring die niet zomaar wegloopt. Ook zorgt onze werkwijze ervoor dat we als onderneming min of meer zelfvoorzienend zijn. We zijn met een groep van tien allround vakmensen. Ieder van ons kan zowat alle werkzaamheden uitvoeren en daarbij heeft een aantal mensen een specialisatie – één medewerker doet bijvoorbeeld alles op wielen en een ander behandelt alles dat vaart. Iedereen heeft bij ons flink wat jaren opleiding gehad – als erkend leerbedrijf faciliteren we dat grotendeels zelf. Wat je bij ons doet, dat leer je niet zomaar! En: er is voor het grootste gedeelte een platte organisatiestructuur. Over veel zaken hebben we samen overleg, of het nu de aanschaf is van gereedschap of het vinden van een nieuwe teamlid. Natuurlijk, beslissingen over grote investeringen maken we binnen de familie. Maar zo’n platte en open bedrijfscultuur heeft mijn voorkeur boven dat de ‘directie’ bepaalt hoe en wat er gebeurt.”


Je bent, zo lijkt het, een no-nonsense mens. Je zal jezelf niet snel op de borst kloppen. Klopt die observatie?
"Jazeker, ik doe niet graag aan grootspraak. Maar ik kan wel zeggen dat ik trots ben op waar wij als klein bedrijf, groot in zijn. Bijvoorbeeld op onze uitgebreide en uitgebalanceerde stoffencollectie die we gebruiken voor alle soorten meubels – waar ter wereld die ook staan. Ook ben ik trots op onze samenwerkingsverbanden met anderen. Wanneer wij zelf iets niet kunnen dan schakelen we andere vaklieden in uit ons grote netwerk. Dat is toch mooi! Maar inderdaad, ik ben een mens van ‘doe maar lekker gewoon’. Ik houd niet van mensen met kapsones, geef mij een gezonde portie bescheidenheid.”    


Met wie zou je zelf aan de keukentafel willen zitten??
"Nou, ik ben wel nieuwsgierig naar het verhaal achter Marjan van Loon, de presidente-directrice van Shell Nederland. Wat ik zo van haar heb gezien, stelt zij zich ondanks haar topfunctie en dito inkomen, heel ‘gewoon'op. Zo gaat ze lekker op de fiets naar de supermarkt en speelt met haar saxofoon een deuntje mee me de plaatselijke muziekvereniging. Geen gepronk of gedoe. Kijk, dáár hou ik nou van.”[n]

Afbeelding