Afbeelding
Foto: Joep Bremmers

Mogelijk vervolgonderzoek naar verkoop Joods onroerend goed

Door: Joep Bremmers Algemeen

VLISSINGEN - Het onderzoek dat het Zeeuws Archief op verzoek van het college van burgemeester en wethouders heeft uitgevoerd naar de verkoop van de woning aan de Singel 328 tijdens de Tweede Wereldoorlog, is afgerond. Het pand was eigendom van de Joodse familie Peereboom die op 24 maart 1942 door de Duitsers is afgevoerd naar Amsterdam. 

Naar aanleiding van een uitzending van het televisieprogramma Pointer in mei 2020 over de zogeheten Verkaufsbücher, waarin de Duitsers bijhielden aan wie het Joods onroerend goed werd verkocht, kreeg de gemeente Vlissingen van nazaten van de familie Peereboom de vraag wat er met de woning aan de Singel was gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog. De woning aan de Singel 328 (destijds 178) werd in 1937 gekocht door Marcus Peereboom die er woonde met zijn echtgenote Anna Prins en hun twee kinderen Flora en Jacques Franklin. Niemand van het gezin Peereboom overleefde de Tweede Wereldoorlog. Nadat het pand aanvankelijk leeg stond is het vermoedelijk sinds december 1942 gehuurd door de gemeentelijke brandweer die er een kantoor vestigde. Burgemeester Bas van den Tillaar: “Hoewel de gemeente daar destijds gewoon huur voor heeft betaald is het door de bril van nu gezien natuurlijk absoluut niet fraai. Daarnaast heeft de Vlissingse politie de regels van de Duitsers uitgevoerd en zo meegewerkt aan de deportaties, dat is pijnlijk om te zien.” In april 1944 werd de woning verkocht aan M.J. Corveleijn, nota bene een oud-collega van Marcus Peereboom.

Rechtsherstel
Niemand van het Vlissingse gezin Peereboom heeft de Tweede Wereldoorlog overleefd. Na de oorlog klopte de compleet berooide Simon Peereboom, de broer van Max, aan bij huiseigenaar Corveleijn die Peereboom afscheepte. Sinds maart 1947 was Simon Peereboom bewindvoerder en enige erfgenaam van zijn boer en diens echtgenote. Rechtsherstel vond uiteindelijk plaats in 1950. Volgens onderzoeker Ad Tramper van het Zeeuws Archief heeft er in juridische zin rechtsherstel plaatsgevonden, de nazaten van Marcus Peereboom denken hier echter anders over. Veel zaken, bijvoorbeeld wat er is gebeurd met de inboedel van de familie Peereboom, blijven onopgehelderd omdat er eenvoudigweg geen bronmateriaal bewaard is gebleven. Ook concludeert Tramper in zijn onderzoeksverslag dat de gemeente Vlissingen ‘niet of minimaal’ heeft geprofiteerd van de verkoop van panden van Joodse eigenaren.

Verkaufsbücher
In de Verkaufsbücher staan vijf Joodse eigenaren in Vlissingen genoemd van wie het onroerend goed tijdens de Tweede Wereldoorlog is verkocht. Maar het onderzoek van het Zeeuws Archief heeft aangetoond dat het in werkelijkheid om veel meer panden gaat dan in de Verkaufsbücher staan aangetekend. Volgens een lijst die in 1945 is opgesteld door de dienst gemeentewerken van de gemeente Vlissingen zijn er tijdens de Tweede Wereldoorlog in totaal zo’n veertig panden van Joodse Vlissingers verkocht. Het college van burgemeester en wethouders beraadt zich nu of er nog een vervolgonderzoek moet worden uitgevoerd naar de verkoop van andere Joodse panden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het rapport over de woning aan de Singel stelt het Zeeuws Archief echter al dat zo’n vervolgonderzoek weinig zal opleveren gezien het beperkt beschikbare bronmateriaal.