Huisarts en cardiologen slaan handen ineen

VLISSINGEN - Atriumfibrilleren, ook wel boezemfibrilleren genoemd, is de meest voorkomende hartritmestoornis. In Zeeland treft atriumfibrilleren jaarlijks een groot aantal Zeeuwen. Huisartsen en cardiologen constateerden dat de zorg aan mensen met atriumfibrilleren nog niet optimaal is georganiseerd. 


Een werkgroep gefaciliteerd door Kerngezond Vlissingen en bestaande uit cardiologen, huisartsen en een verpleegkundig specialist, ging hiermee aan de slag. Het resultaat is een optimale werkwijze voor de patiënt, het ziekenhuis en de huisarts. Samen met ZHCo-PeriScaldes werd op 21 september een scholing georganiseerd voor huisartsen, praktijkondersteuners, verpleegkundig specialisten en physician assistants, zodat de werkwijze breed in de regio gebruikt wordt.

Gert-Jan Milhous, cardioloog bij het Adrz en lid van de werkgroep: “een deel van de patiënten met atriumfibrilleren die nu in het ziekenhuis behandeld worden, hoeft daar eigenlijk niet of minder vaak te zijn. Patiënten kunnen vaak door de huisarts geholpen worden, dichterbij en vertrouwd. Het voordeel voor de cardioloog is dat zij juist die patiënten zien waarbij dat echt nodig is. Dat betekent niet dat de huisarts extra werk krijgt, want ook (digitale) zorg op afstand krijgt een steeds prominentere plaats in de zorg voor patiënten met atriumfibrilleren. Dat is voor de patiënt minder belastend en scheelt hen reistijd en eigen risico.” Doel van de scholing is om met elkaar eenduidige afspraken te maken over de werkwijze. Zo worden onnodige verwijzingen en dubbele informatieverstrekking voorkomen. 

Eric Rijken, huisarts en lid van de werkgroep: “Doordat er tussen huisartsen en cardiologen goede afspraken zijn gemaakt, wordt de patiënt op de juiste plek behandeld. Dat is een win-win situatie voor patiënten én professionals.”
Kerngezond Vlissingen is ontstaan met behulp van het pakket Wind in de Zeilen, met als doel de zorg en ondersteuning ook in de toekomst dichtbij, betaalbaar en van hoge kwaliteit te houden. Professionals uit het sociaal- en medisch domein werken intensief samen aan nieuwe en andere oplossingen.

Op basis van data ontstaan programma's en activiteiten om de gezondheid te bevorderen en hulpvragen te voorkomen.[n]