Vriendschap KLJ Wildert en KPJ Etten blijft bestaan

ETTEN-LEUR - Henk Poppelaars en Kees Maas waren gecharmeerd van de jaarlijkse volkscross, die Dagblad de Stem samen met atletiekvereniging Sprint organiseerde bij Wolfslaar in Breda.


Bij een van de bacchanale onderonsjes van het tweetal werd het idee geopperd om onder de paraplu van de KPJ Etten een soortgelijk evenement te gaan houden in de Ettense Schuitvaart Jaagpad. De twee organisatorische gangmakers zochten voor hun nieuwe evenement een internationaal tintje en werden daarbij aangemoedigd door KPJ-kopstukken als Kees van Dongen en Theo Lips. Ze vroegen Kees Bartels als dienstregelaar voor de Flamingo-bus, die van het Etten-Leurse station via de permanence in de zaal van Gerrit Roovers naar het bosparkoers reed. En weer terug. Voor het internationale tintje gingen Henk en Kees naar de Eratozaal in Roosendaal waar elke zondagavond een bal was voor de agrarische jongeren uit de verre omgeving. 


Daar hadden ze enkele vlotte jongedames van net over de grens gespot.  De muziek werd verzorgd door The Four Tak met bekende nummers als “Kus me voor de laatste keer” en “Kijk daar heb je Sjaan en Marijke op de tandem aan”. De twee schoonheden wilden wel dansen maar niet hard lopen.  Ze adviseerden contact op te nemen met Irma Elst in cafe De Vlaamse Leeuw in Wildert.  Zij zou midden in het regionale KLJ-bed liggen.

Op aswoensdag van 1967 gingen Henk en Kees dapper op pad met de gevolgen van de carnavalsversnaperingen nog in hun hoofd. In de Vlaamse Leeuw was een jongedame aan het kuisen. Zij zei: dat Irma haar zus was en vroeg wat wij van haar zus moesten hebben of weten. Toen ze dat duidelijk hadden gemaakt zei ze, dat ze zelf Irma was en dat ze met de Wildertse  KLJ-voorzitter Kerstens contact moesten opnemen. Niet lang daarna gingen Ettense KPJ-ers crossen nabij de Vlaamse Leeuw. En daar mocht Kees, die meteen als omroeper was gevraagd, niemand minder dan de wereldberoemde Emiel Puttemans bij de lopende mannen begroeten. En hij won.


De Wildertse KLJ en de Ettense KPJ poetsten de grens weg en groeiden naar elkaar toe. Etten leverde een deskundig jurylid voor de Wildertse oogstprinses-verkiezingen en nodigde de Belgische vrienden uit voor een bezoek aan de motorsnelheidswedstrijden in Etten Zuid. Daarnaast kwam er ook een periodieke botsing op het groene laken. Dat bevond zich in Wildert in de schuur van de familie De Crom, die tot het centrum van de KLJ-activiteiten was gebombardeerd. Het kleine biljart in dat lokaal stond niet waterpas, zodat het kon gebeuren dat een totaal gemiste bal toch nog een carambole kon opleveren. De KLJ-ers werden langzaam maar zeker oud-KLJ-ers en voor de KPJ-ers was het verdict ook onmiskenbaar.


Minder haren of een grijsgekleurd koppie. Maar de drive om te winnen en de contacten niet te verliezen bleef aan beide zijden van de grens intact. Naast de genoeglijke bijeenkomsten waren er ook verdrietige aanleidingen om elkaar te ontmoeten. Zowel in Belgie als in Nederland verdwenen enkele bekende vertrouwde gezichten van het levenstoneel. Omdat er inmiddels te stevig is ingehakt op de vaste teams voor de jaarlijkse interland is er besloten om de pijp aan maarten te geven, de keu niet meer te krijten en de gepoetste ballen niet meer op het laken te leggen. De vriendschap blijft bestaan  en het bewijs werd in het strooienhuis  geleverd door de goede opkomst. Iedereen werd bedankt voor meer dan een halve eeuw sportiviteit, gezelligheid en bourgondische verbondenheid.[n]