Afbeelding
Foto: Stichting Vastenavend

Krabben genieten van ‘t Neuzebal: Rap zit er rap in

Door: Sanne Brusselaars Algemeen

KRABBEGAT - Wat onwennig verzamelden de eerste dweilen zich in de  Stoelemat in de vroegte van de avond. Het is nog pas half  negen, maar de eerste Krabben dweilen al onder de klanken  van dweilband ’t Stadslijntje ’n beetje verlegen door de nu nog lege zaal. Als dweilband Oor d’ons?! de muzikale scepter overneemt is het al flink drukker. De Krabben stromen in  golven de zaal binnen.  Zodra de jubilerende dweilband  Kallemkes An begin te spelen wordt er al volop gedweild. Ze hebben er zin in, de bezoekers van het Neuzebal. Het dak gaat  er helemaal af bij de mannen van Lat Mar Ore; gouden ouden  en nieuwe klassiekers wisselen elkaar af en worden luidkeels  meegezongen. Dit gaat ’n oud vertrouwd Neuzebal worden, dat voel je aan alles. ’n Bal dat we zo hebben gemist…

Zo rond de klok van elf voor tien stopt Lat Mar Ore met spelen  en hoort men het orkest op ’t podium het intro van ‘Star Wars’  inzetten. We worden op een muzikale reis met beeld  meegenomen naar het verleden én de toekomst van ’t  Krabbegat. Het schouwspel eindigt in een onvervalste  Krabbegatse apotheose van vastenavendmuziek. Wie nu nog  niet klaar is voor de presentatie van het nieuwe  vastenavendliedje, is niet van hier! 

Onder een meezingmedley van vastenavendliedjes van de  laatste jaren worden vervolgens beelden getoond van Prins en  gevolg. Met Steketee voorop is de Boereploeg onderweg naar  de zaal van de Stoelemat. Dansende boeren, koppendragers en  dweilband Wa d’n Uis’ouwe, het hele spul is er helemaal klaar  voor. En iets wat achteraan lopen twee boeren met hét boek.  Niet zomaar ’n boek, maar ’n levensgròòt boek met daarin de  tekst van het nieuwe vastenavendliedje. De hele leutige bups  loopt in een stoetje al in de Lievevrouwestraat, dus het is een  kwestie van ogenblikken dat ze de zaal binnenkomen! 

De meezingmedley is ten einde en het orkest op het podium  zet het vastenavendliedje van vorig jaar in. De clubvlag van  Stichting Vastenavend wordt door de vaandeldrager de zaal in gezwaaid en Steketee dweilt erachter met de voor hem zo  kenmerkende armbewegingen. Prins Wannes d’n Derde komt  nu in het stoetje op de schouders van de adjudanten de zaal in.  Dit is precies zo’n warm moment dat we de afgelopen jaren zo  gemist hebben. 

Op het podium aangekomen heet de Prins Wannes III alle  Krabben – en dat zijn er een hoop want het is nagenoeg  uitverkocht – welkom en steekt gelijk van wal. De Krabben  worden opgewarmd, als ze dat al niet waren, met een heuse  rap. ‘Zitte in de kou – ga mè bulle n’aan op sjouw!’, galmt door  de Stoelemat. De rap zit er rap in! Nu wordt het tijd voor de  tekst van het nieuwe vastenavendliedje. Het boek klapt open  en wordt ophoog gehesen. Zin voor zin wordt de tekst  aangeleerd; Prins Wannes d’n Derde zegt de zinnen voor en de  Krabben zeggen deze na. Da gaat als vanzelfsprekend, tijd om  het eens langzaamaan – op z’n elfendertigst - te proberen met  muziek erbij.

De zojuist uitgesproken zinnen verworden tot een nu nog traag  lied, maar na een paar keer repeteren is het eindelijk zo ver!  Het nieuwe vastenavendliedje wordt op vol tempo gezongen  door de aanwezige Krabben en de Boereploeg. ‘De boter tegen  de zolder’, zogezegd. Als deze ambiance de toekomst is voor  de kommende Vastenavend, dan zit het wel goed in het  Krabbegat!