Afbeelding
Foto: AVV Beheer.

Bezwaren tegen nieuwbouw Hotel Britannia grotendeels ongegrond verklaard

Door: Joep Bremmers Algemeen

VLISSINGEN – De rechtbank Zeeland West-Brabant heeft vandaag een tussenuitspraak gedaan in de zaak over de omgevingsvergunning van de nieuwbouw van Hotel Britannia. Op 24 november heeft de rechtbank drie beroepen behandeld die zijn ingediend door omwonenden die zich hebben verenigd in de Stichting Britannia naar Menselijke Maat. De rechtbank heeft het overgrote deel van de beroepen ongegrond verklaard.

De bezwaren die de Stichting Britannia naar Menselijke Maat tegen de omgevingsvergunning voor de nieuwbouw van het hotel heeft, richten zich vooral op de hoogte van de geplande nieuwbouw en de te verwachten problemen ten aanzien van schaduw, wind- en verkeersoverlast. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gemeente alle aspecten met betrekking tot woon- en leefklimaat op zorgvuldige en juist wijze heeft overwogen. Beroepen van omwonenden die op meer dan 200 meter van het hotel wonen zijn eveneens ongegrond verklaard. Op één punt dient de vergunning te worden aangepast: het sterrenrestaurant dat op de achttiende verdieping van het hotel moet worden gerealiseerd dient als een zelfstandig restaurant te worden beschouwd en niet als onderdeel van het hotel. 

Steensoort
Daarbij stelt de rechter in de tussenuitspraak dat er niet langer moet worden gewacht met de keuze van de steensoort en de kleur van de steen. De gemeente wordt nu in de gelegenheid gesteld om deze punten op te nemen in een herstelbesluit. De gemeente laat weten om over het punt van de horeca en de goedkeuring van steen en kleursoort met de vergunninghouder, AVV Beheer, in overleg te treden. Wanneer deze punten zijn opgelost doet de rechtbank een definitieve uitstaak in deze zaak. De Stichting Britannia naar Menselijke Maat was nog niet op de hoogte van de tussenuitspraak en over eventuele vervolgstappen is nog niets bekend.