Afbeelding
Foto: Hans van Oijen

'Eigenlijk ben ik verlegen'

Ben je een ondernemende artiest of een artiest die onderneemt?

“Zit daar een verschil in? Het merendeel van de artiesten in Nederland is zelfstandige. Ook ik ben een ZZP-er, hoewel mijn vrouw meewerkt op administratief gebied. Zoals elke andere ondernemer ben ik bezig met zaken als omzet en een oudedagsvoorziening. Maar als je het goed bekijkt ook met het product dat ik lever”.


Kan je die uitleggen?

“Zeker! Er worden aan mij af en toe dingen gevraagd die ik echt niet wil doen. Dan kan het nog zo goed betalen, maar als het niet bij mij past, doe ik het niet. Ander voorbeeldje: een nummer als “Wat ben je lelijk van dichtbij” werd wel een Top-40 notering, maar ik heb echt lang nagedacht of ik dat wel zou uitbrengen. Ik vond het op het randje. Mensen op de tenen trappen zit helemaal niet in mijn aard.  Eigenlijk ben ik best een verlegen man. Wel een vrolijke man die dingen wil doen die bij hem  passen.”


Hoe overwin je die verlegenheid?

“Juist door het artiest zijn. Klinkt gek, maar op het podium als Huub Hangop of als ik als gastheer Huub op evenementen sta, heb ik daar totaal geen last van. Recent presenteerde ik mijn muziekbingo voor één van de grootste accountantskantoren in Nederland. Lopen er 7000 man in Ahoy en doe ik delen van het programma: geen centje pijn want dat doet mijn alter ego. Privé als Ruud van den Berg ben ik in een groep echt een ander mens”.  


Kom je uit een artistiek gezin? 

“Ik ben de oudste van een gezin met drie kinderen. Ik ben geboren in Hoeven en heb twee jongere zussen. Mijn vader en moeder en zussen waren en zijn zeker creatief en mijn zussen zijn zeker ook muzikaal.  Ik heb echt een fijne jeugd gehad.  Mijn moeder was huisvrouw en mijn vader werkte in de avonduren bij als technicus in de Bosbadhal en dan ging ik met hem mee. Zo zag ik al op hele jonge leeftijd vanaf de achterkant van de bühne artiesten als André van Duin, Jacques Herb of  de band Focus. De vonk sloeg meteen over. De meeste kinderen op die leeftijd willen piloot of dierenarts worden: ik wilde artiest zijn of een artiesten managementbureau hebben. Dat is beide wel gelukt”. 


Hoe uitte zich de creativiteit toen?

“Kleine dingen. Met vriendjes maakten we een buurtblad ’t Akkefietje, vernoemd naar de Akkerlingen in Hoeven waar ik woonde. In de lantaarnpaal tegenover nummer 30 staat die naam nog gekrast. Dat zal nu wel een bedevaartsoord van Huub Hangop fans worden ..haha! In dat bladje stond dan wereldschokkend nieuws zoals: de buurman van nummer 16 heeft zijn gras gemaaid!. Op mijn twaalfde had ik mijn eerste play-back bandje. Ik ben naar het VWO op het  Thomas More College in Oudenbosch gegaan. Die periode is heel bepalend voor mij geweest. Ik vond het leuk om actief bij activiteiten betrokken te zijn die wel met school, maar niets met leren te maken hadden. Zo leerde ik mijzelf profileren, want je moest wel opvallen om voor bepaalde dingen gevraagd te worden. Lang verhaal kort: de school werd een flop, maar de basis voor een artiestenbestaan was gelegd. Bands als De Kondoomz en later Herb Mews and the Mules volgden…legendarische bands, al vind je ze niet op Spotify, haha! ”.


En het zakelijke?

“Op mijn tweeëntwintigste kwam ik uit dienst en ben ik  professioneel met boekingskantoor Hangop Entertainment begonnen. Dat was in 1982. Mijn zakelijke steun en toeverlaat Kees Luijkx gaf mij alle ruimte om mij daarnaast als Huub Hangop te ontwikkelen. Die naam heeft eigenlijk geen enkele diepgaande verklaring: had ook Kees Kroket kunnen zijn…Huub Hangop kreeg iets wat ik met die bands niet voor elkaar kreeg: een platencontract. In 1998 heb ik het boekingskantoor verkocht en kon ik als artiest en gastheer in mijn levensonderhoud voorzien”.


Maar je maakte ondertussen een opvallende tussenstap!

“klopt, en dat heb jij van dichtbij gezien. Na de verkoop had ik veel tijd over en ben ik rechten gaan studeren. Ik wilde eigenlijk afmaken waar ik op het Thomas More College was begonnen. Ook wellicht laten zien dat ik bezig kon zijn met echt serieuze zaken. Na mijn afstuderen ben ik advocaat in Breda geworden. Hele leuke collega’s, maar de echt zakelijke wereld met grote bedrijven als klant lag mij niet zo. Ik denk dat het niet zo goed te combineren was met mijn karakter: ik ben niet streberig en tevreden met de kleine dingen in het leven. Ik ben wel perfectionistisch, maar zeker niet materialistisch. Al met al was het geen goede combi en ben ik na een paar jaar gestopt”’.


Ooit terug de advocatuur in?

“Dat ligt niet voor de hand. Ik ben nu 62 en dan ben je als artiest en ondernemer zeker wel eens met de toekomst bezig. Soms denk ik wel eens als ik op een podium sta: “Goh, ik zie nu werkelijk helemaal niemand van mijn leeftijd. Word ik hier niet te oud voor?”. Aan de andere kant, als de zaal weer helemaal op zijn kop staat, is het ook wel duidelijk, dat wat ik doe toch niet afhankelijk is van het jaartal waarin ik ooit geboren ben. De hele marketing rond een artiest is veranderd. Mijn nummer “Waar is mijn tosti-apparaat?” werd 2,5 miljoen keer bekeken op TikTok. Gek dat ik nog niet door een Chinese producent van die apparaten ben benaderd..haha. Maar goed, met de views op TikTok en YouTube haal je de kosten van het maken van een nummer er uit en krijg je een bescheiden maandbedragje. Het zet je naam wel weer in de markt. Ach, we zien wel wat de toekomst brengt. 


Een toekomst met wie aan de keukentafel?

“Ha, die vraag! Andre van Duin! Gewoon  een jeugdidool die mij heeft geïnspireerd.  Zijn band parodieën waren uniek en ook radioprogramma’s als de Dik Voor Mekaar show zijn nooit meer gemaakt. Hij was lange tijd, wat ze noemen, een volkskomiek maar is inmiddels door het grote publiek omarmd”.[n]

Afbeelding