Jacodine Minderhoud – Van de Velde
Jacodine Minderhoud – Van de Velde Foto: Marielja ten Bruggencate

Jacodine Minderhoud: ‘Ik ben dankbaar voor het leven dat ik heb’

Door: Marielja ten Bruggencate Algemeen

Voor de rubriek ‘Aan de keukentafel met’ schuiven we deze keer aan bij Jacodine Minderhoud.

Ik ken je als een veelzijdige en gedreven vrouw. Wil je aan de lezers vertellen wie je bent?

“Ik heb Sociaal Pedagogische Hulpverlening in Eindhoven gestudeerd en naast mijn eerste baan startte ik de opleiding tot orthopedagoog in Leiden. Hans en ik woonden toen in Bergen op Zoom en ik werkte bij een behandelcentrum voor autistische jongeren in Dordrecht. Nadat onze eerst zoon werd geboren zijn we terug naar Zeeland verhuisd, want ik vond het fijn om dichter bij mijn vriendinnen te zijn. Vanuit Westkapelle heb ik mijn studie afgemaakt. Bij Emergis K&J startte ik na de geboorte van onze tweede zoon met mijn stage. Daar kreeg ik vervolgens een baan aangeboden als orthopedagoog en specialiseerde ik me in de behandeling van eetstoornissen. Ik heb daar bijna vijftien jaar gewerkt. Drie jaar geleden ben ik bij Emergis gestopt vanwege verschillende factoren. Het beleid veranderde en de werkdruk was hoog. De omstandigheden waren niet goed voor me. Min of meer ‘per ongeluk’ heb ik een eigen praktijk opgestart. Er was een cliënt die na mijn vertrek bij mij in behandeling wilde blijven en daarvoor moesten er wat zaken geregeld worden, wat resulteerde in Praktijk Een Zorg Minder. Ik huur een ruimte bij Ride by the Sea in Dishoek. Ik besteed nu twee dagen per week aan het behandelen van jongeren en volwassenen, voornamelijk met trauma, angststoornissen en eetstoornissen.”

Ben je niet ook min of meer per ongeluk in het vertalen terechtgekomen?

“Ja, dat kun je wel zeggen. Het vertalen leek me leuk om te doen, maar ik had nooit verwacht dat het zou lukken, want ik heb geen opleiding tot vertaler en ik heb ook geen Nederlands of Engels gestudeerd. Ik mocht het onder begeleiding van uitgeefster en voormalig docent Engels Jen Minkman proberen. Zij vond mijn proefvertaling goed en gaf me het eerste contract. Dat vond ik zo leuk, ik ging enthousiast aan de slag. Nu vertaal ik voor verschillende uitgeverijen. Dat doe ik vijftien uur per week, versnipperd over verschillende dagen. Het vertalen heeft iets in mij losgemaakt, denk ik. Want vlak daarna kwam er  een verhaal in mijn hoofd en dat moest eruit.”

Is dat je debuutroman Wat je zegt zie je zelf?

“Ja, klopt. Dat boek is geïnspireerd op de meiden die ik destijds bij Emergis in behandeling had. Ze liepen erg tegen onbegrip in hun omgeving aan. Ik ben dat verhaal gaan schrijven, niet met het idee dat het een boek zou worden. Dat kwam gaandeweg, doordat ik me begon af te vragen, hoe gaaf zou het zijn als ik op deze manier iets voor deze doelgroep kan betekenen.”

Twee dagen vertalen, twee dagen behandelingen, daarnaast schrijf je nog. Je hebt een rijk sociaal leven en je doet aan boekpromotie waarvoor je regelmatig naar events gaat om te signeren en te praten over je boeken. Is het niet te veel allemaal?

“Soms wel. Afgelopen winter was het te druk. In een tijdsbestek van een half jaar komen er drie boeken uit. Het project Wegwerkkind kwam onverwachts op mijn pad. Ik ben dankbaar dat het is opgepakt door een goede uitgever en er is veel interesse vanuit landelijke media en bladen. Het gaat over een jonge vrouw die als kind werd verwaarloosd en mishandeld, maar zich staande wist te houden. Rowena Verstraeten heeft dagboekfragmenten aangeleverd en ze heeft me veel verteld over haar jeugd. Samen hebben we haar verhaal opgeschreven.”

En dan ben je ook nog vrijwillige Taalcoach bij het Taalhuis. Hoe bevalt dat?

“Ik voel me altijd betrokken bij mensen. Mijn taalmaatje komt uit Syrië en hij kan zich al goed verstaanbaar maken. We spreken elkaar bijna elke week. Dan praten we over allerlei onderwerpen en hebben we aandacht voor het schrijven. Er komen vragen en situaties aan bod waar hij mee te maken krijgt en daar hebben we het dan over. Hoe wij in Nederland dingen doen, waar hij als werknemer recht op heeft of wat sociale gebruiken zijn. Het gaat niet alleen over taal, maar ook over de Nederlandse samenleving, werk, sociale omgang, noem maar op. Er zijn verschillen in cultuur en dat is voor allebei leerzaam.”

Is dit een inspiratiebron voor een volgend boek?

“Nee, niet direct. Wel denk ik erover na hoe ik meer culturele verschillen in mijn verhalen kan verwerken. Want dat vind ik interessant. Ik laat me door van alles inspireren, maar zal nooit een verhaal één-op-één gebruiken. Zo zijn de personages uit Wat je zegt zie je zelf, De stilte zegt genoeg en Steen voor steen geen cliënten. In de loop der jaren heb ik zoveel jongeren gesproken met problemen, dat ik mijn kennis kan gebruiken om bijvoorbeeld een eetstoornis goed neer te zetten. De beschrijving van de aandoening moet kloppen. Met de young adults wil ik meer begrip vragen voor onderwerpen die in de taboesfeer zitten of waar onbegrip over heerst. Ik krijg wel eens van lezers te horen dat ze zich herkennen in de verhalen. Niet dat ze precies hetzelfde hebben meegemaakt, maar bijvoorbeeld wel schuldgevoel of schaamte herkennen. Want een eetstoornis, maar ook andere problemen, hebben ook grote impact op de omgeving. Het is belangrijk dat mensen hun problemen durven te bespreken met anderen in hun omgeving. Begrip helpt daarbij.”

Met wie zou je wel eens aan de keukentafel willen zitten om een goed gesprek te voeren?

“Rebecca Yarros is een schrijfster waar ik twee boeken van vertaald heb. Binnenkort begin ik aan het derde. Zij schrijft geweldig mooie verhalen, met plotwendingen die ik niet altijd zie aankomen. Ze heeft een gezin met zes kinderen. Hoe combineert ze haar gezin, het sociale leven en het schrijven? Wat inspireert haar? Het lijkt me een prachtig gesprek. Maar als ik alles mag dromen, dan zou ik nog eens met mijn overleden moeder aan de keukentafel willen zitten. Ik ben benieuwd naar wat ze van mijn jongens vindt. Hoe zij dingen zou doen. Maar ik denk wel dat het gemis daarna misschien weer groter wordt. Ik denk dat je na zo’n gesprek opnieuw een rouwperiode ingaat. Ik mis haar natuurlijk nog steeds, maar ik heb het verlies wel een plekje gegeven. Ik ben dankbaar voor het leven dat ik heb en de mensen om me heen.”

PASPOORT:

Naam
Jacodine Minderhoud – Van de Velde

Werk
Eigenaar praktijk Een Zorg Minder

Leeftijd
49

Burgerlijke staat
Getrouwd met Hans

Kinderen
Twee zonen

Hobby’s
Schrijven, lezen, terrasje pakken, koken, reizen, badminton