Johan van Marle van het landelijke bedrijf Uitgekookt.
Johan van Marle van het landelijke bedrijf Uitgekookt.

‘We zijn geen fabriek en willen dat ook niet worden’

Door: Lisa Schuurmans Algemeen

Hij nam twintig jaar geleden de groentewinkel van zijn ouders over en heeft nu een goedlopend bedrijf in het bezorgen van maaltijden. Johan van Marle vertelt over zijn familiegeschiedenis en het succes van zijn bedrijf: Uitgekookt. 

“Mijn opa was aardappelteler. Mijn vader heeft dat ook een tijdje gedaan, maar is daar halverwege zijn loopbaan mee gestopt. Hij was meer van de verkoopkant. De telers werden groter, daar kon hij als kleine teler niet meer tegenop. Mijn ouders zijn een groentewinkel begonnen en die heb ik overgenomen rond mijn 23ste. We zaten in de binnenstad van Kampen waar destijds betaald parkeren werd ingevoerd en ook het one-stop shopping ontstond. Mensen gingen niet meer langs de bakker en slager, want ze konden bij de supermarkt alles halen.

Ik heb de beslissing gemaakt om weg te gaan uit de binnenstad en naar een wijkwinkelcentrum te gaan. Mijn vader zei: ‘jongen, moet je niet doen. We zitten hier al zes generaties, blijf toch gewoon zitten.’ Maar ik zag onze omzet teruglopen, dus heb besloten om een nieuw pand te zoeken. Ik heb een makelaar op pad gestuurd en langs die winkels laten gaan. Er bleek een kapperszaak in de stille verkoop te staan, ik kocht die kapperszaak met de hele inventaris voor 50.000 gulden. Nu ik erop terugkijk denk ik van: hoe dan, want de kapperspullen lagen al snel later in de container en ik was 50.000 gulden lichter. Ik ben verdergegaan met de groentewinkel en het heeft goed uitgepakt. Ik heb een kok ingehuurd, een soort open keuken gemaakt zoals in de La Place, en we zijn maaltijden gaan maken, wat in die tijd heel bijzonder was.

Er was daardoor veel reuring in die winkel, er gebeurde altijd wel wat. Mensen konden alles zien en gingen van alles vragen. Daaruit kwamen de vragen: ‘ik heb binnenkort een feestje, als jullie dat maken, kunnen jullie dan niet dit of dat doen.’ Binnen no time waren we naast groentewinkel ook cateraar.”

Had je van tevoren verwacht dat de catering zo goed zou gaan lopen? 

Nee, mijn idee was: de winkel moet naar een hoger niveau. Ik had mijn eerste chef-kok aangenomen en vertelde hem dat hij alles moest laten zien, ruiken en proeven. Ik wilde beleving. Met de insteek om die maaltijden gewoon in de winkel te gaan verkopen, maar er kwam dus een vraag achteraan. Als je een jonge, enthousiaste ondernemer bent, kun je alleen ja zeggen. Het duurde niet lang voor we complete bruiloften en personeelsfeesten deden. We groeiden uit tot een cateraar met een behoorlijk afzetgebied.

Jouw ouders hebben ook lang de groentewinkel gedraaid. Hoe zag jouw jeugd er daardoor uit? 

Als kind van een groenteman zie je maar één ding: dat er altijd hard gewerkt moet worden. Mijn ouders hebben altijd goed gedraaid. Privé en zakelijk liep door elkaar heen. Mijn ouders werkten dan tachtig á negentig uur in de week, maar het kon ook zijn dat er vijftien uur privé doorheen liep. Bijv. de kapper die naar ons kwam. Dat was wel leuk.

Hoe ben je van cateren naar het bezorgen van maaltijden gegaan? 

We hadden nog steeds de winkel, maar dat was niet meer de hoofdzaak. De catering groeide heel hard. Met een cateringklus hadden we soms in een dag de omzet die we in een hele week in de winkel draaide. Ik dacht wel: in de winkel moet ik daar een week of anderhalf voor werken. In 2008, de tijd van de crisis, zag ik dat grote cateraars om me heen echt problemen hadden. Ik dacht: hoe kunnen wij ons hier nou tegen wapenen?

We maakten al maaltijden voor het plaatselijke verzorgingstehuis, die vrijwilligers vervolgens rondbrachten in de wijk. De klanten die tevreden waren, bleven terugkomen en aten wel vijf tot zeven keer per week van ons. Dat was een veel stabielere branche dan de cateringtak. Ik deed een marktonderzoek en zag dat er door de vergrijzing een interessante markt ontstaan was. Het zette me aan het denken: wat moet er gebeuren als ik hiermee verder wil? We moesten goed gaan automatiseren wat tot dan deden we alles op Excel. We hebben nu ongeveer honderd depots en een kleine zeshonderd bezorgers in dienst.

Op het begin kook je zoals mensen dat thuis doen: aardappelen in het pannetje. We waren een plan aan het maken voor dit nieuwe pand en ik had één eis. Ik zei: ‘ik zie al die maaltijdbedrijven om me heen, dat worden productiebedrijven die denken aan automatisering en productielijnen. Je gooit een aardappel hier erin en hij komt er vijftig meter later uit. Dan komt niet meer het product eruit dat ons onderscheidt.’ Dat is onze kracht: we maken een product dat niet in de supermarkt ligt. We zijn geen fabriek en willen dat ook niet worden.

 Hebben andere bedrijven al interesse getoond om het bedrijf over te nemen? 

De branche kijkt wel naar ons, maar ik denk dat we er te veel een familiebedrijf voor zijn. Het is nog niet aan de orde, want ik ben pas 45 jaar. Als we er een bordje aanhangen, is het morgen verkocht. Daar ben ik niet bang voor. Ik heb nog zoveel ambitie. Als we nu zouden zeggen: we krijgen een mooi bod en we stoppen ermee, dan heb ik daar mijn hele leven spijt van. We zijn nog lang niet klaar.

Ik merk wel aan mijn kinderen dat het begint te leven. De laatste jaren beginnen ze zich erin te interesseren en ze werken hier ook allemaal. Ik zie wel bij familiebedrijven, dat als er een opvolger moet komen dat een ondernemer het daar best moeilijk mee heeft. Er zijn gevallen dat die ondernemer diep in zijn hart ziet dat zijn kind misschien niet die capaciteit heeft, maar toch denkt: we geven het een kans. Ja, dan komt de ellende. Als je twijfels hebt denk ik: joh, moet je niet doen.

Met wie zou jij aan de keukentafel willen zitten?

Wat ik mooi vind, is als mensen niet geld gedreven zijn maar hun hart volgen. Dat is wat ik ook belangrijk vind. We zijn succesvol, maar dat komt niet omdat we geld gedreven zijn. We hebben passie en hart voor datgene dat we doen. Ik zou met zo iemand willen zitten, iemand die alles durft los te laten en niet kijkt naar materiële zaken.

PASPOORT:

Naam: Johan van Marle

Leeftijd: 45 jaar

Gezin: Getrouwd met Miranda. Samen hebben ze drie kinderen: Tristan (21), Muriël (18) en Noreen (15).

Hobby’s: Wielrennen. Ik heb het in mijn jeugd gedaan en was ook heel fanatiek. Ik heb met wedstrijden meegedaan, ook in het buitenland. Rond mijn 18e ben ik mijn interesse verloren, maar ik heb het nu weer opgepakt. Ik heb het nog in mijn vakantie gedaan. Rugzak om, slippers erin en hotel geboekt om te overnachten. Ik word er gewoon rustig en scherper van en dat is fijn, zeker in de job die ik dan heb.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief