Havenmeester Cor van Vliet ziet nooit kwade koppen

GOES - Of hij een leuke baan heeft? “Zeker, anders zou ik hier niet meer zitten”, zegt havenmeester Cor van Vliet van de Stadshaven Goes. Zeker op zonnige zomerdagen krijgt hij regelmatig de vraag of hij geen vervanger zoekt. “Als we een advertentie zouden plaatsen, zouden er genoeg mensen zijn die reageren.”

Als twintiger werd hem gevraagd of hij zin had om in de stadshaven aan de slag te gaan. “Ik kwam net van de marine. In eerste instantie zou het naar voor een half jaar zijn”, lacht havenmeester Cor van Vliet, zittend op een bankje aan de Kleine Kade. “Maar kijk mij eens, 35 jaar later en ik ben er nog steeds.” Een opleiding tot havenmeester heeft hij nooit genoten. Is er ook niet. Volgens Van Vliet moet je nautisch onderlegd zijn, een EHBO-diploma hebben, weten hoe een marifoon werkt en goed met mensen kunnen omgaan. “Dat is het wel zo’n beetje.”

Beu

Van Vliet is zijn werk in al die jaren geen dag beu geweest. “Je bent altijd buiten en onder de mensen. Daardoor is geen dag hetzelfde. De mensen die in de haven liggen zijn bovendien op vakantie, dus altijd goedgemutst. Ook dat maakt mijn werk leuk. Kwade koppen zie ik niet, alleen als mensen te lang voor de brug moeten staan. Dan kunnen ze wel eens mopperen.”

Bruggen

Waar de stadshaven de laatste decennia een metamorfose heeft ondergaan, zijn Van Vliet’s werkzaamheden in de loop der jaren nauwelijks veranderd. Hij bedient al jaren de Ringbrug en monumentale Sint Maartensbrug, die beide op vaste tijden open en dicht gaan. Verder verwelkomt hij de toeristen in het ‘Anton Pieck-achtige haventje’, geeft ze een plek en rekent het liggeld af als ze vertrekken. De havenmeester heeft alle vrijheid om zijn dag in te delen. Lange dagen zijn het vaak wel. Meestal begint hij rond zeven uur, half acht en gaat hij door tot acht uur ‘s avonds. “Zes dagen per week.”

Zware zakken

Over de lange werkdagen en -weken hoor je hem echter niet klagen. “Het is niet dat ik hele dagen met zware zakken loop te sjouwen.” Ook hoor je hem niet mopperen over het gegeven dat hij tussen april en oktober niet op vakantie kan, omdat het dan topdrukte is in de stadshaven. “In de winter kun je ook overal naartoe”, zegt hij nuchter. “Ik geniet nog elke dag van mijn werk.”

Zonnetje

Hij is vaak genoeg aangesproken door mensen die zijn baantje willen overnemen. “Als je een vacature zou plaatsen krijg je genoeg reacties. Dat weet ik zeker. Het lijkt veel mensen een mooie baan, zeker als ze mij zien fietsen in het zonnetje. Maar als het regent of sneeuwt hoef je niet jaloers op me te zijn. Ook dan moet ik er zijn.”