Afbeelding

Breda van Weleer: Het Bloemenmeisje werd geadopteerd door oud Boeimeer

Algemeen

BREDA - “Dat doe me zeer”, zegt de Bredanaar. “Wij woonden niet op Boeimeer maar…op Oud Boeimeer”.

DOOR RINIE MAAS

Frans van der Wulp trof het toen de bom op de Balfortbrug viel. “Hij lag tussen de scherven en geen schrammetje, nergens”, zegt Bep van der Wulp. Rietje Hendriks woonde ook aan de Weerijsstraat.

Rietje Rietje was verpleegster en dienstbode bij de journalist Pieter van der Meer de Walcheren aan de dr. Schaepmanlaan. De Duitsers ondervroegen hem over zijn anti-Duits gezindheid en ze stelden hem de heikele vraag of hij verzetsgroepen had geholpen. “Nein, ein edelman lügt nie”, blafte hij terug. Toen de bom viel en Rietje de doden en gewonden zag haalde ze, met toestemming van slager Boosten, de gordijnen uit zijn huis om de vele gewonden te verbinden. Voor de overledenen is een monument opgericht. Waarop hun namen. Die bom heeft op Oud Boeimeer veel overhoop gehaald. We hebben er veel over geschreven en we kijken wat er zoal nog meer over dit typische wijkje te vertellen valt. In ieder geval moest ik er naar toe om de welpenwet te leren bij akela Gladdines. Ze woonde in de knik van de dr. Van Campenstraat. En voor haar huis staat de bevrijdingsboom die oktober 1944 werd geplant. Oud Boeimeer vierde bevrijdingsfeest. Het was nog lang niet over. In de lucht vochten een Duitse Stuka en een geallieerde bommenwerper. De bom viel. De vreugde spatte in scherven uiteen. Dat dit alles, zoals kapper Bacx indertijd dacht, de eenheid van de wijk heeft bevorderd, blijkens, de lotsverbondenheid die de bewoner van Oud Boeimeer tot in 2016 kenmerkt, is zeer wel mogelijk.

Irene Van Oud Boeimeer is veel bewaard gebleven. De Mol woningen, de Hirdesbrug, de straten, de pleintjes, het stratenbeloop. Wat er verdwenen is, zoals het zwart padje met z’n knotwilgen, waarin liefdesbrieven werden gelegd, is het herinneren waard. Maar zeg niet dat Oud Boeimeer niet meer bestaat. We zouden het aan de stok krijgen met het liefelijke bloemenmeisje in het perkje aan de Irenestraat/Balfortstraat met een tuiltje bloemekes in haar schoot, het uiterste symbool van onschuld, geadopteerd door Oud Boeimeernaren, toen ze van haar oude plek weg moest. Vanwege Breda 700 jaar stond het bloemenmeisje van de hand van onze Hein Koreman in het Valkenberg. Het bloemenmeisje was vernoemd naar Irene d.w.z vrede. Aan de Irenestraat lag een modderig veldje. De oud Boeimeernaren gingen met handtekeningenlijsten rond “De Irenestraat voor Irene” en het geld was er, dankzij Oud Boeimeer, om Irene in 1952 haar veilige plek te geven tot de dag van heden.

Verios Leo Créton en Wim Cadeé, twee kunstschilders woonden in het tweede gedeelte van de Balfortstraat en dan kwam je uit op de grote wasserij van de familie Stoop. Aan de overkant was de fietsenzaak van Janus Damen. Een lezer, destijds woonachtig in Oud Boeimeer, rijmt daarop het volgende: “De Janus die bleef praten en preken; Hij zee alleen gin ‘amen’; De duiven da was echt zunne stiel; En intussen repareerde ie het ventiel: ‘Voetbal En Roem Is Ons Streven’; Hedde da gekend? Daarmee stond voetbalclubke VERIOS bekend; Op ouw Boeimeer zijn we geboren; Kapper Bacx knipten onze koppen tot aan onze oren; sigaarkes haalden we voor vader bij van Nunen; Z’n vrouwke kon wel eens een snoepke in oew hâânden duwen; Schoenmaker Loomans had achter z’n huis ’n werkplaats; Daar klopte ie met lust op zolen en op hakken; Hij stond ook aan straat met z’n handen in z’n zakken; Dan zee t’ie: “Kikt oew zolen verslijten terwijl ge hier ligt te lopen; Bij mij in de zaak kunde nieuwe schoenen kopen”; Gekleed zee t’ie da in zijn schoenmakersschort; Want zo was ie in de straat een levend reclamebord”. Het tweede deel van het prachtige rijm over Jan van Dalsum bewaren we voor de volgende keer.

Schweitzer Frans van der Wulp beleefde vóór de bom een tweede granaatinslag en scherven waarvan hem er niet eentje raakte. In de Molwoningen zat de Sicherheitsdienst. Hier heeft Steinmeier op 4 oktober de overval op de post Vloeiweide beraamd met vier Bredanaars. Was dat de heffe des volks? Harry Mulisch beweert dat Eichmann in Neurenberg staande hield dat hij gediend had in een veldhospitaal van Albert Schweitzer als Hitler het hem had opgedragen. Als er gevraagd wordt “wat voor mensen waren die vier?”, dan luidt het antwoord: “hij kan op uw buurman lijken en als u ‘gemankeerd bent door iets’ op uw spiegelbeeld”. Daar tegenover staan al die mensen van Oud Boeimeer zoals Kees van Pruissen die weliswaar op de mensen kon inrijden met zijn paard, de lelijkerd. Maar dat deed hij als oud Boeimeernaar op een perdje van de Biemeewes. Om met Carnaval de leut erin te houden.

Het bloemenmeisje. FOTO KOEN DIJKMAN



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief