Vroom&Dreesmann. FOTO JOHAN VAN GURP
Vroom&Dreesmann. FOTO JOHAN VAN GURP Foto: Johan van Gurp

Vroom & Dreesmann als erfgoed een topper!

Door: Sandra Broosus Column

Van schuilkerk 't Boompje in 1921 naar Breda

BREDA - Waar eens de schuilkerk 't Boompje (1650) was aan de Kalverstraat in Amsterdam bouwde Vroom en Dreesmann in 1912 haar eerste warenhuis. 10 jaar later vestiging in Breda. Vroom&Dreesmann het in 1921 gebouwde warenhuis in de Ginnekenstraat, is een belevenis; als erfgoed een toppertje.

DOOR RINIE MAAS

Niet allereerst in de Grote Kerk dwaalden onze blikken maar wij, nieuwsgierige apen, hebben onze ogen uitgekeken aan de hand van moeder naar al die kostbaarheden in de schappen van Vroom en Dreesmann. Moeder mocht al eens een leuke wieg hebben gemonsterd voor de kleine die op komst was; vader scoorde zelfs al meteen een fijne blocnote om zijn reparaties voor Maxwell te noteren; wij trokken vader en moeder mee naar de speelgoedafdeling, niet om te kopen maar te kijken naar een mecanodoos en de bal van hard plastic. Gestart in de Jordaan hadden de broers een perfect inzicht voor de juiste verkoopstrategie. Heel veel keus maar zonder al teveel luxe. Waardoor het warenhuis een weerspiegeling was van de behoefte van de klanten in de binnenstad en de buurten.

Bakermat

De diep katholieke broers en zwagers van elkaar veroverden door deze start de gunst van het publiek in heel het land. Philippe Hondelink over Vroom en Dreesmann: "Na de manufacturenzaak in de Jordaan in 1878, de bakermat van Vroom en Dreesmann werden de eerste nieuwe winkels geopend in Rotterdam (1892) en Den Haag (1893). Jaarlijks werden nieuwe vestigingen geopend. Tussen 1895-1912 werden warenhuizen geopend in Nijmegen, Arnhem, Haarlem, Utrecht, Den Bosch, Breda Leeuwarden, Maastricht, Sneek en van hieruit weer nieuwe filialen in de nabije omgeving". De architectuur krijgt heel veel aandacht. Op het hoogtepunt zijn er 70 hoofdvestigingen en het is geen keten van winkels die overal allemaal hetzelfde zijn. Elk warenhuis heeft zijn eigen karakteristieke gezicht. En voor bijna elk gebouw wordt een nieuwe architect aangezocht. In Breda bouwt de huisarchitect F.M.J. Caron. Hij ontwerpt in de stijl van de Amsterdamse school maar hij laat elders ook andere architecten aan de slag gaan. Zo ontstaan de snoepjes van de week in de stad: V&D.

Visionairs

De broers waren visionairs in het ondernemen. Het assortiment hield gelijke tred met een geleidelijke inkomensstijging. De in en verkoopstrategie is als volgt: Scherp inkopen en bij de handelshuizen kortingen bedingen; snel betalen; nieuwe producten toevoegen; en door het bedongen prijsvoordeel bij de handel géén kortingen voor de klant maar een lage prijs per product. "De verbreding tot een echt warenhuisassortiment verliep ook toevallig: zo werd een gelegenheidsaankoop van aardewerk het begin van een huishoudafdeling en resulteerde verkoop van een partij postpapier in een heuse afdeling kantoorartikelen". Waar vader zijn blocnote kocht.

Personenlift

Vroom en Dreesmann van directeur De Wit mocht dan in Breda een aanzicht hebben dat aansprak. Ze beheersten ook de kneepjes van het vak om de arbeidende stand te verleiden haar vestiging te betreden. Binnenin krioelde de massa die werd verheven! Ze werd verblind door de onwezenlijke afmeting van de winkel op een groot vloeroppervlak, meerdere verdiepingen, een lichthal, een gerestaureerd torentje met uitzicht over de straten, een restaurant in de nabijheid en een liftjongen in piccolokostuum bij de personenlift van Stigler. Hij overbrugde de afstand van beneden tot de bovenste etage in minder dan één minuut; had een draagvermogen van ongeveer zeven personen. Toen op een dag de achtste deftige klant binnenglipte vroeg de piccolo: "Snel naar de bovenste mevrouw? Vooruit dan maar". En hij hield zijn hand paraat voor de fooi die hij bij ons nooit uitstak.

Papegaai

Van Johan van Gurp is het een fantastische foto. Staan we er wel eens bij stil dat hij, gezien de aantallen op de beeldbank bij het stadsarchief, meer erfgoed heeft vastgelegd dan wie ook?

De herinnering doet de rest. Het voetgangersdomein wordt aangelegd. De overbodige of nog te leggen tegels staan gestapeld bij elkaar. Door de straat trekt een kameel. Toen circus Althoff zijn tenten opsloeg paradeerden aan het begin van de circusweek negen olifanten, slurfie aan slurfie, naar het stadhuis. Dat was een belevenis toen de Ginnekenstraat aan beide kanten nog een stoep had en fiets en autoverkeer voor deze nobele viervoeters van de motoragent aan de kant moesten. Maar…de grootste attractie had Vroom en Dreesmann zelf. In het restaurant verwelkomde ons een groene papegaai. Hij was een stevig pratertje.

'..Kra…kra…kra. Ik heet Karel!...Koppie krauw…Koppie krauw…eet smakelijk!'

Hij zat daar al in 1925. Het vrouwelijk personeel, dat een opleiding kreeg in een internaat zodat het kerkbezoek kon worden gecontroleerd en een goede naam onder de merendeels katholieke families was gewaarborgd, zorgden ervoor dat Karel geen ondeugdelijke woorden sprak. De mare dat hij achter de onthulling van zijn naam vloekte veeg ik van tafel. Onmogelijk bij Vroom en Dreesmann! Wordt vervolgd.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief