DHC-NAC 3-3. FOTO STADSARCHIEF
DHC-NAC 3-3. FOTO STADSARCHIEF

'NAC en de stad Breda een onverbrekelijk gen'

Door: Sandra Broosus Column

Vruchtbaar ei op 't Ploegeske:

BREDA - "Op 19 september 1912 kwam in onze Turfstad een schoon borelingeske ter wereld. Dat kreeg de naam NAC. De ouders waren: NOAD (Nooit ophouden Altijd doorzetten) en Advendo (Aangenaam Door Vermaak En Nuttig Door Ontspanning)". Met die woorden wordt NAC in Breda op de wereld gezet. Sjoerd Mossou merkte het al op in een van zijn columns: De jongste loot aan de stam NAC had en heeft door de samentrekkingen de 'grootste' naam, ter wereld, en let wel: letterlijk! dus.

DOOR RINIE MAAS

In de beginjaren van NOAD en NAC wordt een vruchtbaar ei gelegd. Voor de jongste tijd van de wit-zwarten vallen we terug op mijn plaatselijk beroemde Mark van Dael, de anekdotisch en populaire beschrijver van 'Bij Ons in het Ginneken', vriend en collega bij Het Stadsblad, een uitgave van de V.R.P. (Verenigde reclame Pers) van C.H. F. Gademans. Onder 'NAC…Anno Toen' lezen we Mark van Dael weer eens met veel plezier. Het gaat hem om het verhaal en ook de feiten kloppen als een bus.

Ballintijn

Van Dael: "NOAD werd opgericht op 14 juli 1894. Wie van de boreling NAC de moeder en wie de vader was is nooit komen vast te staan. Wel dat NOAD een vrij belangrijke rol speelde in het toen nog in de kinderschoenen staande voetbaltijdperk in onze stad. Aanvankelijk speelde NOAD op de speelweide van de Trip van Zoudtlandkazerne, daarna in het Wilhelminapark". Hiermee bedoelt de schrijver 't Ploegeske, het terrein dat NAC in 1912 opeiste voor een meer dan gezellige thuishaven. Van Dael noemt nog enkele locaties waar NOAD haar naam eer aan deed: Achter de wielerbaan in het Ginneken, achter Ballintijn, - dat zal, horende de naam, een Bredase industrieel geweest zijn - in de buurt van de Tramremise Ginneken en achter garage Vermeulen aan de Baronielaan. Het was niet de tijd dat de spelers geld bij winst kregen. Betalen? "Men moest zelfs van goede huize zijn om eraan te kunnen meedoen. Het kostte alleen maar geld". Aldus Mark van Dael. Cricket was 'in den lande' meestal de voorganger van het clubvoetbal. En dat ging al gauw heel gemoedelijk samen.

Koeienspeenen

Om ons enig inzicht te geven hoe er in 19e eeuws Breda door NOAD in Breda werd gespeeld laat Mark ons proeven van de sfeer toen. "Voetbal was in die dagen een kostelijk kijkspel. Men droeg broeken die ver over de behaarde knieën hingen, steevast droeg men de borstrok onder het clubtenue en onder de voetbalschoenen…. zaten doppen als koeienspeenen. De bal was zo groot als een volle maan. Had men het geluk een voetbalveld te bezitten, waarop gras groeide, dan lag dit vol met verse koeiestronten, die een uitstekend middel bleken te zijn tegen puisten en zweren."

DHC

Enig onderzoek leert ons ook dat D.H.C (Delft) het van begin af aan groot aanpakte. De club speelde vriendschappelijk tegen NAC. Het werd 3-3. De Delftse club had een behuizing die zich kon meten met de stadions uit de Engelse vierde divisie van heden. Eerst een houten tribune (zie foto) maar dan volgt een betonnen ring. Capaciteit: 15.000 toeschouwers. Het stadion is nu gemeentemonument.

Frisia

Wie op het Stadsarchief – of op de beeldbank thuis - de moeite neemt de oudste foto's van NAC boven water te halen stuit al gauw op bijzonderheden met enige raadselen omgeven. In 1925 winnen we met 4-1 van Frisia maar wie en wat is in Godsnaam Frisia? Niet zo moeilijk. Met wat speurwerk zien we dat in 1925 het tegen NAC om het landskampioenschap speelt. Sparta mag dan een beroemde club zijn; Frisia is de oudste voetbalvereniging in dit land (1883) en voetbalt in de Noordelijke competitie 1e klas tegen Archilles en Be Quick en tegen NAC om de hoogste voetbaleer. In een poule waarin Sparta en Go-Ahead onder NAC eindigen. Feijenoord is al uitgeschakeld.

Gen!

Er valt iets anders op. Uit tegen D.H.C. wordt gespeeld voor spaarzaam bezette tribunes . Op het Ploegeske zien we hoe de toeschouwers elkaar verdringen om iets van de wedstrijd te kunnen zien over hoge hoeden heen. De jongeren zitten hoog in de bomen. Iedere wedstrijd wordt NAC door een bomvol stadion aangemoedigd. Het komt mij voor dat hier het gen is gekweekt dat NAC en Breda, hoe goed of hoe slecht er ook wordt gespeeld, onverbrekelijk maakt. Want na een harde afstraffing bij Roermond, BVV of Wilhelmina, zit 't Ploegeske weer mudvol. Mooi dat dat is gebleven. Ik geloof dat het borelingske goede ouders heeft gehad en dat het altijd weer aan het hart gedrukt wordt door Breda. NAC laten we niet los omdat het speelt als een kind; slordig, gedurfd, moedig en overmoedig. En soms braait het er helemaal niks van. Het is een moeilijk kind waarvan we houden!



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief