Voorzitters Ginnekense Jeugdcentrale. FOTO JOHAN VAN GURP
Voorzitters Ginnekense Jeugdcentrale. FOTO JOHAN VAN GURP Foto: Johan van Gurp

In glorietijd van Jeugdcentrale Vianden

Door: Sandra Broosus Column

Ginnekense jeugd at in 1980 boerenstamppot als alternatief kerstdiner

BREDA - De Ginnekense jeugd zette zich in 1980 in zaal Vianden aan tafel voor een exquise maaltijd. Door de Jeugdcentrale Ginneken werd op hun verzoek boerenstamppot voorgeschoteld. Als alternatief kerstdiner. Op oude foto's is te zien dat er grote belangstelling voor is. Was het besef dieper dat het elders veel slechter is ; dat er landen zijn waar moeders niet genoeg melk in de borst hebben hun kind te voeden? De tieners van 12-16 jaar (geen meisjes) schoven bij elkaar en aten vorstelijk.

DOOR RINIE MAAS

De jeugdcentrale Ginneken heeft veel betekend. En dat was al voor de oorlog het geval toen de oprichter, Rector Kamp een pand kon betrekken aan de Ulvenhoutselaan door de weduwe W. door erfnalatenschap aan de katholieke kerk. In 1931 werden aanvankelijk in het weekeinde cursussen gegeven aan leiders van 'De Jonge Wacht' en 'De Jonge Werkman'. Genoemde leiders hadden bij gebleken geschiktheid, maatschappelijk bepaald, een streepje voor bij sollicitaties op betaalde functies en eventuele losverband aanbiedingen. Op 10 mei 1932 werden broeder Wulfranus Busch en broeder Serafinus van Tilborg toegevoegd maar tijdens het weekeinde werd hun kloosterleven zodanig ontregeld, dat dit tot gewetensnood leidde, hoewel het werk hen uitermate goed beviel.

Crisis

De crisistijd vóór de Tweede Wereldoorlog was aan werkeloze jongeren van het oude dorp niet voorbijgegaan. De doelstelling van de Centrale werd dan ook uit noodzaak gewijzigd. Gesteund door de broeders van Huijbergen had de jeugd zonder werk, er kost en inwoning. De kost overgoten met een ernstig en soms diepgravend katholiek sausje, een vorming die een heel leven bij zou blijven. De Jeugdcentrale veranderde in opvanghuis voor jeugdige werklozen, betaald door het rijk. De voornamelijk 16-jarigen verbleven twee weken in de Centrale per groep bij toerbeurt. In het Mastbos legde ze het Eeuwig laantje aan. En die klus, het rooien van de bomen en planten en het aanleggen van het wandelpad klaarde ze in een mum van tijd. Het Eeuwig Laantje dankt zijn naam aan het feit dat het zo snel gerealiseerd is. In 1934 werden voor het vele werk drie nieuwe broeders aangesteld; broeder Eugenius Bakhuizen, Broeder Pancratius van Ginneken en broeder Inncocentius Brugman.

Brandbom

De broeders maakten de maaltijden klaar, gaven handenarbeid en catechismuslessen. In het weekeinde deden ze er een tandje bij door de cursus 'voor het volle leven van heren'. Die inspanning deed op hun een appel tot zondagavond 19.00 uur waarna het vele werk, na een avond rust, op maandag weer herbegon. Veertien broeders van Huijbergen hebben zich hiervoor met veel inzet dienstbaar gemaakt. Op 28 augustus 1939 werd het pand geannexeerd door Jan Soldaat omdat de Nederlandse regering de algemene mobilisatie had afgekondigd; Broeder Jozef deed als laatste het licht uit voor de Jeugdcentrale. Op 10 mei 1940 werd het gebouw verwoest door een brandbom.

Halve ton

Het verhaal is hiermee half op weg. Hoewel narekening bewijst dat de Ginnekense Jeugdcentrale nóg éérder van start moet zijn gegaan is de Ginnekense opvang van de jeugd door burgerinzet, na de oorlog, met elan voortgezet. Alle 50, 60, 70-jarige, bestaansjubilea worden groots gevierd. Voor een paneel vol dorpse idylle worden door fotograaf Johan van Gurp de vier elkaar opvolgende voorzitters vereeuwigd. "Een halve ton is het halve werk", luidt in 1987 de slogan om het 75 jarig bestaan in 1988 groots te vieren. Als u de namen kent van de oprichters en voorzitters van de na-oorlogse Jeugdcentrale dan horen wij dat graag. Links herkennen we de allrounder Nico Takx.

Paneel

De Jeugdcentrale en het paneel zegt veel over de tijd. De kerken gloriëren. De kermis is aanwezig, er is spel en vermaak, Sinterklaas, Driekoningenviering, de taferelen zoals die zich afspelen onder de jeugd tussen Volgelenzanglaan en Ginnekenmarkt. Als voor de leeftijd 12-16 jaar gekozen wordt voor een gezamenlijke boerenstamppot als alternatief voor het commerciële kerstdiner dan spreekt hieruit een zeker besef wat dit feest inhoudt. Hebben we dan nu alleen een verdorven jeugd? Nee joh!

Liefde!

De jongens en meisjes konden hun tijd vrijgevochten besteden. In het woeste gebied achter de Laurentiuskerk werd er gevreeën: "Vogelen" werd dat genoemd. Vandaar Vogelenzanglaan. Zo was op een avond Stientje danig aan het zoenen geraakt met Driekus. Haar jongen zag de Champetter aankomen. Hij tierde dat het uit moest zijn met 'het bederf der zeden'. Een kus werd niet meer beantwoord. De vogel zat terug in zijn hoek. De schrik zat er zo in dat ze elkaar die winter meden. Dat duurde één Kerstmis. Waarna hun liefde weer bloeide. De kinderen van de Jeugdcentrale trouwden. Toen de boerenstamppot gegeten werd liet de kroost van Stientje en Driekus het zich goed smaken. Maarten van Rossum vindt de jaren 50 een collectieve goelag. Dat ligt aan hem. Niet aan die jaren!



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief