Moederke Neefs.
Moederke Neefs.

Een dag op de post Vloeiweide

Door: Sandra Broosus Column

Avontuur zonder gevolgen

BREDA - Zoals gewoonlijk is op de post 'paardenman' Jan Nelissen vroeg uit de veren, klokslag 5.00 uur, als de Vloeiweide, die iets dieper ligt, wordt omhuld door een lichte nevel.

DOOR RINIE MAAS

De zon priemt er een gaatje doorheen waardoor alles in een helder schijnsel ligt. De veldbloemen jubelen de bevrijding toe, na een vreselijke Tweede Wereldoorlog die ten einde loopt. De ketel met warm water voor de koffie fluit. Daarna gaat Jan naar buiten.

Overrijp

Hij heeft, in deze zomer, waarin naast de bevrijding alles later is, de laatste zwarte bramen zien staan en die wil hij overrijp plukken voor moederke Neefs die voor hen zorgt als eigen kinderen. De bodem van de emmer is al gevuld als hij over de zandweg een groepje mannen aan ziet komen. Ze lopen in een gebogen houding om zich zo klein mogelijk te maken. "Halt, stehen bleiben!", roept Jan die zich achter een struik heeft verborgen, "was soll das?"…. Daarna komt de man, die zo uitmuntend met paarden kan omgaan, lachend tevoorschijn.

Jeneverkruik

"Verrekt", roep Driek de Grauw, "is dat eerzame mensen goeiendag zeggen?" "De mof, wij dachten de mof", vult Piet van Dongen aan. "Niet dat je ze verwacht, zo afgelegen maar je denkt er altijd aan". Jan Nelissen staat alsmaar te lachen. "Bij jouw commando kreeg ik de hik van de schrik, maar gelukkig is jouw Duits nog rotter dan je adem uit je mond", bekent hij vriendelijk. "Ik dacht gelukkig op tijd dat kan geen echte mof zijn". Jantje Dekkers ziet een beetje bleek en geeft geen commentaar. Snarf van Dorst staat er wat onhandig bij. Als hij geen 100 kilo tilt, geen auto's hoeft op te lichten, of een treinstel vooruit moet duwen, met de blote handen geen vijf koppen tegelijk tegen elkaar aan kan slaan, leeft hij niet. Zijn jeneverkruik geeft hij aan Jantje om de moed erin te houden. De botersmokkelaars zijn op pad. "We maken nou 'ne bocht, legt Driek de Grauw uit. De snelste route is te gevaarlijk geworden". De botersmokkelaars zijn gelouterde mannen. Ze moeten uit de handen van de Duitsers èn de douaniers blijven. Zijn makker en hij weten precies waar de Duitsers zitten om de bevrijders op kogels te trakteren. "Succes met de smokkel", zegt Jan.

Fietsplaatje

"Jullie ook het beste en kèkt 'n bietje uit", waarschuwt Driek. "De mof, die oorlogt, is ginne smokkelaar, gatverdekke da weten gullie ok wel". "We zijn op onze hoede", zegt Nelissen.

Nog diezelfde middag brengt hij net over de grens de posities van de Duitsers in kaart. Hij dwaalt lang door de bossen. Gelukkig kent hij het terrein goed. Hij neemt de afslag naar Wernhout, ieder paadje neemt hij binnendoor. Bij de grens wordt hij verrast door een moederke die naast haar fiets loopt met zware tassen aan het stuur. Aan het fietsplaatsje - met het ingekerfde nummer - dat aan haar fiets schommelt ziet Jan dat ze van "zijn kant" komt. Onmiddellijk onderkent hij het gevaar. Hij kijkt nog eens goed. Wat loopt het menske moeilijk. Ze hijgt. Dan ziet Jan haar buik. Ze is zwanger. De man van de Post Vloeiweide fluit tussen zijn tanden. Wat moet die hier avonturieren?

'De Kleine'

"Hedde nogal goed kunnen kopen?", vraagt Jan, wijzend op haar volgepakte tassen.

" Nou fijn or! Op de zwarte kledingmarkt was zat keus", zegt het vrouwtje, dat een schoon durske is, naïef. Ze blijkt Rietje Verwijmeren te heten en is vanuit Breda hier naar toe gekomen.. Ze toont de verzetsman haar tassen trots vol met luiers en slabbetjes. In februari 1945 verwacht ze haar kindje. 'De kleine' moet op tijd zijn dingen hebben!,' zegt ze.

Knijpkat

Bij de hefboom, die de grens markeert komt een douanier naar buiten en daarna een Duitser. Vanachter de boom op 10 meter afstand slaat Jan Nelissen, die naar zijn revolver grijpt, alles nauwlettend gade. De vrouw laat aan beiden zien wat ze heeft gekocht. De Duitser verdwijnt naar binnen. Om de Sicherheitspolizei te bellen, schrikt Jan. Maar de feldwebel komt met een fiets naar buiten, een herenfiets, de fiets van de douanier.

Hij stopt hem een apparaatje in zijn handen. Een revolver, meent Jan.

Hij is van plan "op te treden" tegen de vrouw en het kind. Maar dan hoort hij de Duitser de douanier waarschuwen dat ze voor donker in Breda moeten zijn. Omdat het straatlicht uitgaat en het gevaarlijk wordt. Er wordt ook geen revolver aan de reisgids overhandigd maar een knijpkat om bij te lichten, indien nodig. Gute Reise, Grüsz Gott, hoort Jan de Duitser roepen naar Marietjes, die simpel "hetzelfdes" terugroept. Op de Post overhandigt Jan de verzetsman de posities – die voortdurend kunnen wisselen – en die hij die middag in kaart heeft gebracht.

Bron: Frans Dekkers 



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief