De Visbank. FOTO STADSARCHIEF
De Visbank. FOTO STADSARCHIEF Foto: Bas Linssen

Juffrouw Houwing over Muis Hamels, een dolaard in Breda

Door: Sandra Broosus Column

'Hij leunde tegen de havenbrug en sliep op de visbanken'

BREDA - De visbank in Breda diende in 1900 en de decennia daarna overdag voor de visafslag. Door de gietijzeren spijlen waaide je uit je jas als de bomen aan de haven van de wind kreunden. Het dak mocht er zijn! Het bood 's nachts droog onderdak voor de dolaards onder wie Muis Hamels.

DOOR RINIE MAAS

Muis Hamels droeg de burgernaam Johannes Hamels. Hij is in Breda geboren op 18 mei 1853. Hij was een van de bekendste dolaards die de Breda en de Baronie van Breda rijk was, zodanig dat hij zelfs een naam kreeg in de plaatselijke literatuur van juffrouw Houwing en archivaris Frans Brekelmans.

Zak

Misschien kenden de burgers van Breda Muis toch nog beter dan degenen, zoals ikzelf, die hem graag op papier willen uitbeelden. Muis wordt de oren gewassen (figuurlijk) door vrouw Metsie als ie in zijn stadswandeling door de Nieuwe Huizen steekt. De Nieuwe Huizen is niet alleen de straat van de kreitstripkes op 't leitje. Het is een wonderlijke straat. Onder de oorlog laat men de joden in de kelder kippen plukken. Er is voor hen soep; vlees. Verraad dreigt niet. Het is een straat met karakter. Op een controlerende ambtenaar heeft men het niet begrepen. "Het zijn klerken, die sterken…onder een zak vallen ze dood". Vrouw Metsie is catechismuslerares en de jeugd leert ze de catechismus van voor naar achteren opdreunen. Ze laat ze zo hard schreeuwen dat Mietje, haar buurvouw opmerkt dat het erop lijkt dat soldaten uit het leger van Stalin voorbij marcheren.

Kinds

Mietje verzorgt haar demente man. Die zijn er even goed als nu. Alleen ze noemde hun demente dierbaren 'een beetje kinds'; 't gaat goed met 'm; eel goed; bietje kinds. Nou as da alles is". Over een ding zijn de buurvrouwen het helemaal eens: Muis is geen voorbeeld voor de jeugd. Soms zwalkt hij op zijn benen. Geen gezicht! "Hedde weer Snellekes (jeneverkes) aan de deuren geschooid. Ge doet beter om botermelk te drinken; wordt deurbidder; da's krijgen door geven; zo worde nog 'n lilleke zuiperd". Muis vindt het een idee. Deurbidder is een geachte werkzaamheid. Hij gaat op pad met Rooie Giel die ook wratten wegleest. Geleerd van de Pierewiet in Made. Soms krijgen ze de hond achter zich aan. Op de vraag 'een dubbele boterham Muis, of een dubbeltje?', antwoord hij gewiekst 'gère de dubbele boterham en het dubbeltje er tussenin'. Zo wint zijn leven aan betekenis!

Pak

Muis komt er op een portret dat ik uit het stadsarchief van hem zie niet voordelig af. Hij zit in een pak dat de indruk maakt dat het nooit verwisseld is. Het lijkt erop de de stadsfotograaf hem in een decor van een Alpenlandschap wat meer aanzien wil geven. Maar de goeie bedoeling werkt niet. De kartonnen plaat vergroot het beeld van een man uit de goot en zo was het met Muis ook gesteld.

Broos

Muis zaait armoede. Zijn verlopen schoenen met opgetrokken neuzen wijzen erop. Hij slaapt overal in het hooi en in de visbank. Hij pierewaait van hot naar her, krijgt hier en daar een boterham; op Overa in de buurt van Zelden Effen, de molen, staat steevast een kan melk voor hem klaar op een stompe paal. Dat zijn in zijn schamel bestaan de verkwikkingen uit de hand van medelijdenden. Met een jas en broek die uit elkaar valt heeft men hem liever niet binnen. Kan hij wel werken? Muis ziet er broos uit. De dolaard draagt een stok. Op zijn ontelbare tochten duwt hij zich daarmee vooruit. Hij duikt op en schiet weg. En zo wordt Johannes Hamels al gauw Muis Hamels.

Student

In een van zijn eerste fotoboeken van Breda, uitgegeven in 1973 door de Europese bibliotheek Zaltbommel, beschrijft de stadsarchivaris hem als volgt: "Muis Hamels sliep in de Lauwers hal bij de Vismarkt. Hij was altijd op straat en droeg gekregen jassen onder elkaar. Volgens een bejaarde Bredase dame "zat hij altijd onder de vlooien en luizen". In hetzelfde boek verwijst Frans Brekelmans naar de herinneringen aan Breda aan het einde der 19e/begin 20ste eeuw door J.H.H. Houwing, conservatrice van het stedelijk Museum. Het zijn een 25-tal getikte velletjes maar op zich is het een kostbaar lokaal antiquariaat. Ze vertelt: "Overdag stond hij tegen de Havenbrug geleund. 's Nachts sliep hij op de visbanken". Muis was geen speedy Gonzales. Geen eeuwige draver. Welbeschouwd deed hij niets en op dat niets doen wordt de lof bezongen door Nescio. Dat herinnert me aan het feit dat de goedhartige juffrouw Houwing in hem een 'gesjeesd student' vermoed. Muis een boek in handen? Dat geloof ik niet. Hij verhuist in 1907 naar Vught. Een halve eeuw was hij een van ons! 



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief