Het Eeuwig Laantje. FOTO STADSARCHIEF
Het Eeuwig Laantje. FOTO STADSARCHIEF Foto: Stadsarchief

Schooijerspad of Hoerenpad

Door: Sandra Broosus Column

BREDA - Het eeuwig laantje schooijerspad of hoerenpad? Volgens de velnaamdeskundige ir. Buiks was het, vrij vertaald, zelfs een tippelzone. In de woorden van de volksmond: Hoerenpad. De foto van het laantje in het Mastbos dateert niet uit de jaren dertig maar jaren twintig. Henk van Gils uit Dongen wijst erop. Tijd om reacties op het Breda van weleer hierop samen te vatten. Een samenvatting!

DOOR RINIE MAAS

Over De kroniek 'de glorietijd van Jeugdcentrale Vianden' en het Eeuwig laantje in het Mastbos heeft Henk van Gils een vraag. "Er wordt beschreven hoe werkloze jongeren daar voor de oorlog aan het werk waren met aanleg van het Eeuwig laantje. Als ik het goed lees gebeurde dat jaren 30. Ik ben echter in het bezit van een prentbriefkaart met als opschrift 'Eeuwig laantje Ginneken' met een zeer duidelijk poststempel "Breda 1922". Vraag aan Rinie: "hoe kan dit?"….Wel, als de briefschrijver bedoelt dat het Eeuwig laantje een ouder bestaan kent, dan heeft hij het gelijk volkomen aan zijn zijde. Met 1920 heb ik ook niet zozeer aanleg maar verbeteringswerkzaamheden willen duiden.

Marellen

De reactie is interessant. Het diagonaal door het Mastbos lopend fietspad, van de Bouvignedreef naar de Marellenweg, schat ik zelfs eind 19e eeuw van het vorig millennium. En de eerste sporen van het Eeuwig laantje vermeld de veld- en toponiemendeskundige ir. Buiks nog eerder dan eind 19e eeuw namelijk begin 19e eeuw. Met andere woorden: aan het Eeuwig laantje is gedurende decennia voortdurend gewerkt om zijn kaarsrechte lijn te behouden met aan weerskanten naaldbomen en laag struikgewas, door de hardwerkende vogeltjes met zaadjes van elders in hun bekjes, tot groei en bloei gekomen. Inplaats het woord 'aanleg' had ik dus 'herstel' of een ander woord moeten gebruiken. In 1930 bestond het Eeuwig laantje al. Het had een wegwijzer van de VVV Ginneken.

Sluitboom

Het bestond in zijn huidige verschijningsvorm! Toponymist Buiks gaat veel verder terug in de tijd. "Het eeuwig laantje komt voor het eerst voor op de kaart van het Mastbos van 1625. Op de kaart van 1709 en het minuutplan van het kadaster van 1824 en 1827 is te zien dat het pad toen nog bij de huidige Bouvignelaan, via het Julianapad het Mastbos in liep en dan het huidige traject volgde tot aan de tegenwoordige Oude Postbaan. En dan komt het voor de hand liggende feit naar voren dat het eeuwig laantje fragmentarisch is ontstaan en dat het tot aan huis Den Deijl, volledig tot stand kwam na de oorlog. Hoe 'divers' blijkt uit de tekst op de erfgoedpagina van de gemeente Breda: "De toponymist Christ Buiks vond een vermelding van het Rabatspad uit 1748, mogelijk identiek met een gedeelte van het Eeuwig laantje. Rabat kan betekenen 'sluitboom, dan zou Rabatspad een pad zijn, zegt hij, afgesloten met een sluitboom. Buiks vond een vermelding uit 1772 van een kerkenpad.

Kerkenpad

De naam Kerkenpad lijkt mij zeer betrouwbaar. De Mis bijwonen op zondag was een plicht waaraan met een groot moreel besef werd voldaan, zelfs als men niet geheel wel was, wat boerinnen in verwachting en boeren na had sjouwen en slaven, toch hebben moeten ervaren. Op Beek werden om die reden in de polder afgeweken van de hoofdweg en afgesneden door de weilanden waardoor de zogenaamde 'kerkenpaadjes' aldaar zijn ontstaan. Niet onvermeld mag blijven dat er ook sprake was van 'de piesakker'. En die naam refereert aan het feit dat voor de Mis de vrouwen plaatsnamen in het gras; hun rok drapeerden en met een opgelucht gemoed een bevrijdend plasje achterlieten.

Struikrover

Er zijn als voorloper van het Eeuwig laantje nog wat namen in het geding: Boerenpad en Schooijerspad. Buiks voegt daar uit de volksmond nog de naam Hoerenpad aan toe. Mijn bron bevestigt dat de Bredase hoertjes 'Appelsientje' en 'Zoete lieve Gerritje' hier in de zomer, bij het vallen van de avond, hun zaakjes regelden en daaruit heeft Antoon van Duinkerken wellicht afgeleid dat Zoete Lieve Gerritje een verklede struikrover was. Buiks brengt de hypotheses in het midden.

Den Deijl

Volgens hem is waarschijnlijk het eerste lid van het Middelnederlandse woord hoeren 'hore, modder'. "Dat zou hoerenpad kunnen verklaren. Hoerenpad kan ook een verbastering zijn van Boerenpad of omgekeerd. Het voetpad kruist de Stouwdreef, de Langedreef, de Frederiksdreef, De Zevelindendreef en de oude Postbaan. De ergoedpagina definieert het als "een voetpad van Breda naar Rijsbergen maar ook een belangrijk relict uit der tijd van de opkomst van het toerisme aan het eind van de negentiende eeuw". Niet vergeten dat de dames van bad Wörishoven langs deze weg wandelden om thee te drinken bij Den Deijl. Hoeveel wijzer zijn we nu? Dat dat Eeuwig laantje werk heeft opgeleverd voor werkeloze Ginnekense jongens in 1930 en een erfenis bevat aan opvattingen.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief