Klein seminarie IJpelaar.
Klein seminarie IJpelaar. Foto: Stadsarchief

'De Biggen'; studenten van IJpelaar

Door: Sandra Broosus Column

BREDA - 'De biggen' waren de studenten van IJpelaar. Het leven op 'n Internaat was jaren 30 t/m 70 verschrikkelijk. In de pers wordt die kant belicht. Was het alleen maar dat? Of kon je er ook in zeker zin wel happy zijn? Ik vind een getuigenis hierover door Jan Goosen in 'brieven van Paulus'.

DOOR RINIE MAAS

Ik zeg er meteen bij dat Philip, mijn boezemvriend ook een herinnering heeft. Hij zat met schippers- en kermiskinderen, jaren zestig, op het Internaat van Don Bosco in Etten-Leur. Bij broeder Tarscicius en Hubertus; prima opvoedkundigen. Hij voetbalde daar niet op een 'waai' (De Gasjes) maar op echte velden en zijn zus bracht zakken snoep. De broeder hadden moderne inzichten. Philip was fan van The Fortunes, de Easybeats, Dave Berry en die werden in de Tienerhoeve van broeder Alexis op vinylplaatjes stukgedraaid. Ik had heimwee naar hem. Maar hij, meen ik, niet naar mij. Berto Zinjel uit Breda kwam op de Tienerhoeve. Het was er goed toeven. "De mooiste jeugdjaren in mijn leven".

Kèèskop

Maar nu in de nog véél oudere en veel hardere tijd in een andere context Jan Goosen: "Daar stond je als kèèskop in een vreemd land. In 'n wat harde liefdeloze omgeving", aldus Jan Goosen over zijn Internaatstijd, Hoogstraten. "Als kind werd je beschouwd als 'n volwassene. Geregeerd door priesters. Geleerde koppen maar geen opvoedkundigen. Elke vakantie werden we door taxibedrijf Kees van Hooijdonk gebracht en gehaald"

Chambrette

Hoe was 't leven eigenlijk op zo'n Internaat?

"Je kreeg op 'n slaapzaal 'n chambrette (alkoof) toegewezen. 'n Gordijn als deur. En een nachtkastje om wat spulletjes op te bergen. De schrijver voegt hier in dat nog in de jaren 70 de chambrette op Den Hey-Acker (tuchtschool) voor de pupillen als nachtverblijf fungeerde. Om niet aan ontsnappen te denken was hij op kinderachtige en vernederende wijze met kippengaas omspannen. Een frappant verband terzake inwoning van goedwillende Internaatsjeugd en 'de boefjes' van een tuchtschool.

Patatjes

Jan Goosen: "We waren stemmig gekleed in 'n zwart pakje en droegen zwarte kousen tot bijna in het kruis, opgehouden met knellende zwarte elastieken. Aan tafel zat je met jongens uit verschillende klassen en ieder had zijn taak: de verdeler, de schenker en de opruimer. Door 'enkele knechten' werd 't brouwsel' vanuit de keuken, die uitkwam in de refter, door hen rondgedeeld. Je had er een bij, die net buiten de toiletten had schoongemaakt en rustig, zonder eerst z'n handen te wassen, met z'n vuile handen de aardappelschaal greep, "zodat de patatjes er zelfs stil van werden". Zo smerig als het is kan ik een glimlach niet onderdrukken bij de hygiëne die werd betracht bij het opdienen van het eten. Immers wij, vrijbuiters van kinderen, zaten op lange zomeravonden op de Gasjes, gerust met één hand in de paardenkeutels en aten met de propere andere hand gelijktijdig een boterham.

Surveillanten

We hebben het over jeugd zonder messen in de zak voor zinloos geweld. "Was het eten niet naar de zin, dan werd er gemompeld, 't binnensmonds brommen, zodat de surveillanten je niet konden pakken. Moest je naar de w.c. dan kon je naar buiten, waar zo'n 10 à 12 kale closetpotten achter 'n klapdeur stonden om je te ontlasten. Doorspoelen was er niet bij. Hoe die fraaie dingen eruitzagen kan men begrijpen… Midden in de winter moest je maar hopen dat je niet vastvroor. In de speeltijd mocht je niet met dezelfde jongens rondwandelen; er zouden wel eens homofiele relaties kunnen ontstaan! "Was dan alles negatief?", vraagt Jan zich af? Om het met een genuanceerd 'neen' te antwoorden. Hij meent zelfs dat er daar bij hem de grondslag is gelegd voor de liefde van het Vlaamse land. Zo zelfs dat hij later met een "Vlaamse madammeke is getrouwd".

Klein seminarie IJpelaar

In Breda hadden we Internaten, zelf voor daklozen aan de Molenstraat. Was het seminarie IJpelaar elitair? Een prachtig gebouw. Nette toiletten. Heldere gangen. Er studeerden van 1950 tot 1969 omstreeks 1000 jongens voor priester, zoals De Lepper en Van Duinkerken. En van dat aantal gingen er 700 naar de missie, naar de scholen om les te geven of als priester de fabriek of de parochie in.

'Biggen'

De sfeer was er gemoedelijk en volks. Met onze volksschool Petrus Canisius gingen wij er op retraite. We liepen de kruiswegstaties en voetbalden tegen de priesterstudenten; jongens vanaf 12 jaar, die 'biggen' werden genoemd en ons flink partij gaven. Op zo'n retraite dag kwamen wij er een buurtgenoot tegen: 'Pietje 't Bièèst'. Hij had er, indien nodig, kost en inwoning. Hij at bij broeder kok aardappelen met doperwtjes uit eigen tuin. De gaatjes van de wurmpjes en de wurmpjes zelf zaten er nog in. "Prima kostje hoor", wilde Pietje aan ons kwijt.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief