Van links naar rechts Anton Prins, Ton Jorna en Toon Vissers in het Streekmuseum Etten-Leur bij de maquette van het industrieterrein met daarop ‘hun’ drukkerij Roto Smeets. FOTO STELLA MARIJNISSEN
Van links naar rechts Anton Prins, Ton Jorna en Toon Vissers in het Streekmuseum Etten-Leur bij de maquette van het industrieterrein met daarop ‘hun’ drukkerij Roto Smeets. FOTO STELLA MARIJNISSEN Foto: Stella Marijnissen

Roto Smeets schreef geschiedenis in Etten-Leur

Door: Stella Marijnissen Algemeen

ETTEN- LEUR - Onlangs konden uit het pand van drukkerij Roto Smeets toch nog enige kunstwerken van de hand van Luc van Hoek gered worden van de sloop. Het gebouw bood jarenlang onderdak aan een drukkerij. Het was een van de eerste grote bedrijven die zich in Etten-Leur vestigden, in tijden dat die plaats een flinke stimulans moest krijgen.

Van regeringswege werd besloten om na de Tweede Wereldoorlog de industrialisatie in West-Brabant te stimuleren, vanwege de hoge werkeloosheid en armoede. Nederland kreeg ontwikkelingskernen waarvan Etten er één was. Er kwam geld beschikbaar en Etten had zijn plannen klaar. Op gebied van scholing, woningbouw, sportfaciliteiten en de ontwikkeling van het industrieterrein.

Eerste steen

Drukkerij De Spaarnestad, gevestigd in Haarlem, was op zoek naar een geschikte locatie om een dochterbedrijf op te zetten om de Belgische markt te kunnen bevoorraden met haar bladen. De directie liet, met enige bemiddeling van overheidswege, zijn oog vallen op Etten-Leur en in 1956 werd de eerste steen gelegd door professor Dr. J.E. de Quay, Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant.

Huizen

Twaalf mannen kwamen mee uit Haarlem, zij werden De Dapperen genoemd. Een van hen, Gerard van Warmerdam, woont nog steeds in de burgemeester Berettastraat, één van de straten van drukkerij De Spaarnestad. Bedrijven zorgden in die tijd samen met de gemeente voor huisvesting en de gemeente nam het op zich om woningen te bouwen. De andere was de Adamastraat en daar woonden de meeste Haarlemmers, waaronder Ton Jorna (69) die als jongen met zijn vader, die een van De Dapperen was, en moeder mee naar Etten-Leur verhuisde. "Er was wel onderscheid in de huizen die je kreeg toegewezen", herinnert hij zich. "Je positie bepaalde het soort woning: hoe hoger, hoe beter. De bedrijfsleider kreeg bijvoorbeeld een twee-onder-een-kapper, de productiemensen een rijtjeshuis."

Fusie

Jorna trad zelf in 1967 dienst van het bedrijf, dat in 1965 fuseerde waardoor Verenigde Nederlandse Uitgeverijen (VNU) ontstond en dat later verder ging onder de naam Diepdrukkerij Etten. Hij begon als leerling kopiist en klom op tot allround graficus. Maar liefst 45 dienstjaren heeft hij er bij het bedrijf op zitten.

Ontwikkelingen

Drukkerij De Spaarnestad ging in 1957 in bedrijf. "Met één pers, die heette pers 1", vertelt Anton ('zeg maar Toon') Prins (68), die zelf in 1968 als leerling elektromonteur startte en uiteindelijk hoofd technische dienst werd. Het personeelsbestand bestond toen uit de twaalf Dappere Haarlemmers en 27 Brabanders. De ontwikkelingen gingen snel: van pers 2 en 3 naar pers 9 in de latere jaren. De oudere exemplaren waren toen al afgestoten. De breedtes van die persen veranderden ook: van 1.90 meter, goed voor 15.000 exemplaren per uur, tot 3.08 meter, waar 60.000 bladen per uur, in 15 meter per seconde, vanaf rolden. "Het bedrijf ging altijd ontzettend met de techniek mee, op het laatst was alles computergestuurd", aldus Prins.

Sociaal

De drukkerij, die in 1983 omgedoopt werd naar Rotogravure Etten was volgens Jorna, Prins en Toon Vissers (65), die als onderhoudsmedewerker in de elektrotechniek in 1980 in dienst trad en uiteindelijk project engineer werd, een sociaal bedrijf. Prins: "Iedereen kreeg de mogelijkheid om te studeren, ook kreeg je de tijd die daarvoor nodig was. En was de opleiding buiten het bedrijf, dan werd dat geregeld. De sociale voorzieningen waren prima. Het was ook een sterk katholiek bedrijf en dus waren de kunstwerken aan dat geloof gerelateerd. Vrouwe Grafica, de schrijvende monnik en de drukker aan de pers."

Rozen

"We drukten in die tijd Belgische bladen, de Libelle en de Rosita", vertelt Jorna. "Als wij de Rosita drukten, stonk het hele bedrijf naar de rozen. Er werd rozenolie in de drukinkt gegooid zodat het blad naar rozen rook. Die fles heb ik nog thuis staan." De Donald Duck kwam en daarmee kwamen ook de coloristes, dames die bij elkaar zaten in de inkleurstudio. "Plaatje voor plaatje werd met de hand ingekleurd op fotografisch papier. Dat was gewoon monnikenwerk, maar het was wél werk." In 1973 brandde het papierrollenmagazijn uit. "Het was derde pinksterdag", zegt Jorna. "Maar liefst 2.500 m2 papier in de hens. Heel het magazijn afgefikt. Het heeft dagen gebrand. De laatste rol die de brandweer er drie weken later uithaalde smeulde nog."

Europa

Pagina's opmaken voor de bladen was in de tijd vóór de automatisering ook een heel werk. "Een pagina opmaken kostte minstens een dag werk, op sommige zat je wel zes of zeven uur", memoreert Jorna. Vele tijdschriften rolden van de persen, zoals Story, Flair, Libelle en Taptoe. Maar ook de catalogi van Wehkamp en Neckermann, Otto. Rond de jaren '80 betrad het bedrijf de commerciële markt en werd er voor veel Europese landen gedrukt. "We zijn even de grootste van Europa geweest, totdat de Duitsers die plaats overnamen. In onze toptijd hadden we 650 man in dienst", vertelt Jorna. Waarop Vissers aanvult: "We hadden bladen voor Estland, Letland en Litouwen. Op een keer toen alles al gedrukt en gebonden klaarstond voor verzending, bleek dat de teksten door elkaar waren gehaald. Een complete oplage naar de knoppen!"

Heliplatform

In 1993 werd de drukkerij onderdeel van het concern Roto Smeets De Boer en ging verder onder de naam Roto Smeets. Prins herinnert zich Jos Smeets die als directeur vooruitstrevende plannen had. "Hij wilde Rembrandts in de gangen hebben, een groot tuinhuis voor het gebouw en een heliplatform. Dat zag ik wel zitten. Ik wilde wel een opleiding voor helikopterpiloot doen, maar dat ging mooi niet door."

Sloop

Vanwege een veranderende maatschappij sloot de drukkerij uiteindelijk op 16 december 2016 zijn poorten. De mannen kijken met lede ogen naar 'hun' onttakelde bedrijf, rijp voor de sloop. Maar zij zijn het erover eens: ze hebben het goed gehad bij hun werkgever.

Foto van De Dapperen die Haarlem verruilden voor Etten-Leur.
Coloriste aan het werk.


Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief