De opening van Tomado in 1955 door Prins Bernard.
De opening van Tomado in 1955 door Prins Bernard. Foto: archief Henk van Voorden

Tomado kwam, Van Voorden moest vertrekken

Door: Stella Marijnissen Algemeen

ETTEN- LEUR - Machinefabriek Van Voorden en de Hoog vestigde zich in mei 1952 aan de Parallelweg in Etten-Leur op nummer 1. De eerste van een rij grote bedrijven die het bedrijventerrein Vosdonk Noord tot ontwikkeling bracht. Op nummer 2 kwam papierdrukkerij Superieur en op 3 lijstenfabriek Jyden. Maar Tomado had zijn oog laten vallen op die eerste plaats en Van Voorden kon vertrekken, naar nummer 4.

Henk van Voorden kwam in 1952 met zijn ouders vanuit Rotterdam naar Etten-Leur. Vader Eelko had dringend behoefte aan meer ruimte voor zijn groeiende machinefabriek. Een mogelijke vestiging in Etten en Leur werd aantrekkelijk gemaakt door de lage grondprijzen. Was die in Rotterdam toentertijd f. 12,50 m2, in Etten slechts f. 2,50. Tegen sprak echter het gebrek aan geschoold technisch personeel. De werknemers uit de met hoge woningnood kampende stad Rotterdam werden gelokt met een huis.

Huizen

De komst van de nieuwe bedrijven, waaronder Van Voorden, zorgde voor een ongekende bouwnijverheid waardoor er in recordtijd een groot aantal huizen werd gebouwd. Op 27 november 1958 werd in de Van Maerlantstraat een plaquette onthuld ter ere van de ingebruikname van de duizendste na-oorlogse woning. Maar dat niet alleen. De nieuwe industrieën hadden ook de oprichting van ambachtsschool Don Bosco tot gevolg en de komst van een arbeidsbureau aan het Vincent van Goghplein. Dat bureau werd op 30 maart 1958 geopend door toenmalig koningin Juliana en prinses Irene. Cultureel centrum De Nobelaer werd in datzelfde jaar geopend.

Verhuizen

Het cement tussen de stenen van het bedrijfspand van Van Voorden was nauwelijks droog, toen anderhalf jaar later Jan van der Togt van Tomado zich meldde bij de gemeente. Een bezoek aan huize Van Voorden door de burgemeester van Etten-Leur was het gevolg. "Burgemeester Godwaldt, overigens een uitstekend manager en zakenman, kwam 's avonds langs en vertelde mijn vader dat hij zijn fabriek moest verplaatsen. Tomado wilde namelijk een groot bedrijf met een grote tuin én een grote vijver. Wij zaten met ons gebouw tegen de weg aan en moesten verkassen", vertelt zoon Henk. Uiteindelijk bleek het allemaal niet zo erg want het was al duidelijk dat er te klein gebouwd was. De nieuwe Van Voorden fabriek die in 1955 opende was dan ook twee keer zo groot.

Uitstraling

Tomado werd geopend door prins Bernhard. Het was een gloednieuwe fabriek met een enorme uitstraling. "Een gebouw dat zijn tijd vér vooruit was", vertelt Anton Joosen, die er ruim negen jaar werkte. "De architect was Maaskant, die ook de pier van Scheveningen en de Euromast ontwierp. Het was geen bakstenen gebouw, maar opgetrokken uit staal met veel glas. Overal was het licht, overal kon je naar buiten kijken over, toen nog, de weilanden. Prettig voor de mensen die, gewend aan het werken op het land, nu in de fabriek aan de slag gingen."

Tomado

Het bedrijf was eigendom van de broers Jan en Willem van der Togt, die in 1923 in Dordrecht op een zolderkamer hun bedrijfje startten. Willem was de technische man die uit messing draadjes heel ingenieus tweepotige behanghaakjes wist te fabriceren. Sluwe zakenman Jan bracht de waren aan de man. De Nederlandsche Vereeniging van Huisvrouwen ontdekte het haakje en vroeg de heren om andere huishoudelijke artikelen. "Toen waren ze los", vertelt Joosen, die zelf een boek heeft geschreven over het bedrijf. "Ze maakten van alles. Van afdruiprekjes tot zeepkloppers, en allemaal uit draadstaal." Na een jaar werkten er tien mensen in loondienst, werden er apparaten aangeschaft en werd er verhuisd naar een fabriekspand. De naam van het bedrijf: Tomado, afgeleid van Van der Togt Massa-artikelen Dordrecht.

Uitbreiden

In de jaren dertig werd een nieuwe fabriek in Zwijndrecht gebouwd, maar de zaken bleven zich uitbreiden en Etten-Leur kwam in beeld. Goedkope grond, grote werkeloosheid dus vele arbeiders beschikbaar en in 1955 opende de fabriek zijn poorten voor zijn veertig werknemers op Parallelweg nummer 1. Dat aantal groeide gestaag en uiteindelijk werkten er in de jaren zeventig zo'n zevenhonderd mannen en vrouwen.

Stoer

Joosen kwam met zijn vijftien jaar van Don Bosco en was machinebankwerker. "Ik startte samen met vijf anderen in de leerschool van de stempelmakerij en verdiende 27 gulden per week. We moesten één dag per week naar de levensschool, dat was in een houten keet naast De Nobelaer, waar nu de bibliotheek staat. We waren enorm onder de indruk van die gigantische fabriek. En we werkten naast mannen, vrouwen én meisjes. Je komt uit een jongenswereld dus dat was enorm spannend. Je voelde je stoer, je hoorde erbij." In het enorme magazijn lagen de tonnen zware rollen draadstaal, plaatstaal en bandstaal opgeslagen. De producten werden gegalvaniseerd en geplastificeerd. Het bedrijf beschikte eveneens over een lakkerij waar bijvoorbeeld de bekende Tomado boekenrekjes in Mondriaankleuren werden gespoten.

Fouilleren

In 1960 werd het werken op zaterdag afgeschaft, maar de 45-urige werkweek moest wel volbracht worden. Daarom duurde een werkdag van half acht 's morgens tot kwart over vijf 's middags. "Elke avond moesten die honderden mensen langs de portier voor controle. Je moest op een knop drukken en als het stoplicht op rood stond moest je mee om te worden gefouilleerd."

Failliet

Tomado werd een groot bedrijf en was bekend in Europa. Binnen de directie boterde het echter niet zo. In den beginne waren er drie aandeelhouders. Een zwager werd al snel uitgekocht en broer Willem, de zachtaardige van het tweetal, werd in de jaren zestig op een zijspoor gezet. Jan was de grote baas van NV Tomado, maar had ook zijn fouten. Een aantal hoogdravende investeringen in panden in plaats van in mensen en techniek stortte het bedrijf in de schulden. In 1970 werd dankbaar gebruik gemaakt van het feit dat van der Togt 65 werd en Jan werd met pensioen gestuurd, zijn rol was uitgespeeld. In 1971 besloot de toenmalige directie tot een verregaande samenwerking met Bekaert, een grote Belgische fabrikant gespecialiseerd in draadstaal, die het bedrijf overnam. Die samenwerking werd een fiasco en uiteindelijk werd op 29 januari 1982 het faillissement uitgesproken over het eens zo grootse Ettense bedrijf.

Anton Joosen, stempelmaker bij Tomado.
Henk van Voorden, oud-directeur van machinefabriek Van Voorden.


Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief