Kees Pouwelse
Kees Pouwelse Foto: Ellen De Vriend

Kees werd 90 en speelt al 75 jaar bij OKK

Door: Ellen De Vriend Algemeen

WESTKAPELLE – Kees Pouwelse werd gisteren negentig jaar en speelt nog elke week trouw bij Brassband OKK. Rond 17.00 uur gistermiddag is hij thuis verrast met een serenade. Volgende maand is hij vijfenzeventig jaar lid van OKK.

DOOR ELLEN DE VRIEND 

Oefening Kweekt Kunst (OKK) werd op 26 november 1908 opgericht en heeft nu ongeveer dertig muzikanten, denkt voorzitter Ina Minderhoud. Iedereen is er tijdens de repetities trouw en de gemiddelde leeftijd is vijftig, zestig jaar al zijn er ook een aantal jongeren lid. “Ik ben de oudste,” knikt Kees. “In het begin was OKK een fanfare. Tijdens de oorlog is er niet geblazen en daarna werd het een brassband omdat daar minder leden voor nodig waren.” Hij vertelt dat hij in 1946 heeft leren blazen. “Dan ging je een keer in de week naar een muzikant die je les gaf en je moest ook noten leren lezen. Ik ging er met mijn jongere broer heen. En thuis moesten we repeteren. Als je ‘Roodborstje tikt tegen het raam’ kon spelen dan mocht je in de band meespelen. Nu gaat dat heel anders en moet je eerst je diploma aan de muziekschool behalen. Bij de fanfare speelde ik bugel, bij de brassband cornet. We speelden in de noodschool en in de kantine van het Zwitserse kamp. Aan een tafeltje betaalde je elke week je kwartje contributie. Toen hadden we veel jongere leden,” peinst Kees. Hij biecht op dat hij zonder zijn broer geen lid van OKK was geworden. “Ik was nogal een driftig mannetje en moest altijd slagen. Bij mijn broer was dat andersom. Maar als hij niet stopte, deed ik dat ook niet. Hij is veertien jaar geleden overleden.”

Vijf dagen per week
Kees blaast vijf dagen in de week, niet in het weekend, in de ochtend drie kwartier. “Dat moet je wel bijhouden, anders verlies je aan blaaskracht. Destijds speelde ik tweede bugel en een poos solo-cornet. Nu blaas ik derde cornet.”Over de hoogtepunten van de afgelopen driekwart eeuw hoeft hij niet lang na te denken. “Naar Antwerpen was altijd een bijzondere dag. Dan gingen we met de boot en die kreeg ook een keer pech. Toen was het echt feest aan boord en hebben we veel geblazen en gezongen,” glundert hij. “En de concoursen op tweede Pinksterdag waren ook geweldig. Dan stonden we op Zuid-Beveland bij een boer op het erf in een grote tent te spelen. In Herrijst trokken we ook altijd volle zalen. We hadden 307 stoelen. Ik was drieëntwintig jaar beheerder van Herrijst dus ik weet het precies. Na onze uitvoering kwam er een toneelstuk met bal na.”Kees heeft ook goede herinneringen aan de concoursen die OKK won. “Dan stopten we bij de toren en reden op een platte karre door het dorp, of we wandelden vanaf Batavia en droegen het bordje met de eerste prijs mee.”

Brassband OKK hoopt op 2 april weer een concert te kunnen houden.




Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief