Een foto van het stadhuis ver voor de oorlog. FOTO ARGHIEF HEEMKUNDEKRING WILLEM VAN STRIJEN
Een foto van het stadhuis ver voor de oorlog. FOTO ARGHIEF HEEMKUNDEKRING WILLEM VAN STRIJEN

Serie oude raadhuizen: De geschiedenis van Villa Waterloo

Door: Ties Steehouwer Algemeen

ZEVENBERGEN – Vlak bij de spoorwegovergang richting Etten-Leur staat misschien wel het mooiste gebouw van Zevenbergen. Veel mensen zullen zich afvragen waarvoor dit gebouw in vroeger tijden heeft gediend. De ouderen onder ons weten dat wel, omdat zij nog tot 1972 hebben meegemaakt dat in het grootste van de twee het gemeentehuis van de stad was gevestigd en in het "kasteeltje" daarnaast het politiebureau. Voordat in 1925 het gebouw gemeentehuis werd was het al voor diverse doeleinden in gebruik geweest.

Het werd gebouwd in 1875 in opdracht van de directeur en mede-eigenaar van de suikerfabriek Azelma, Adriaan de Bruijn. Deze De Bruijn begon in 1858 met twee broers de fabriek aan de Huizersdijk. Azelma was ook de naam van zijn vrouw. Het was de eerste suikerfabriek in Nederland. Het gezin met twee dochters kwam in 1858 wonen in Langeweg.

In 1867 kochten ze een weide bij de spoorwegovergang van Cornelis Barel. Het zou nog tot 1875 duren voordat ze het daarop gebouwde huis konden betrekken. Waren er ook toen al moeilijkheden met de vergunningen? Lang zou het gezin niet van het prachtige huis kunnen genieten omdat in 1882 Adriaan op 76-jarige leeftijd overleed. Zijn vrouw Azelma vertrok enkele jaren later met dochter naar haar geboorteland Engeland. De andere dochter was al overleden.

Eclectische stijl

Het gebouw werd opgetrokken in de Eclectische stijl. Dat betekent dat er diverse stijlen werden gebruikt. Een ratjetoe dus. Het is in baksteen opgetrokken en het heeft zacht crèmekleurige gepleisterde gevels met grijskleurige plinten en onder het dak een geprofileerde kroonlijst. Het is geheel onderkelderd.

Oorspronkelijk was er aan de voorkant over de hele breedte een bordes waar nu nog maar een stukje van over is. Binnen zijn de oorspronkelijke ornamenten zoals plafond sierstucwerk nog intact. Het "kasteeltje" ernaast werd gebruikt als koetshuis. In 1890 werd de villa verkocht aan de Rotterdamse koopman Van Renswoud.

Belegging

Blijkbaar als belegging omdat hij twee jaar later werd doorverkocht aan H. Houben, mede eigenaar van de suikerfabriek De Phoenix. In 1899 werd de kantonrechter Van der Kamp de eigenaar en direct daarna de gemeente Zevenbergen. Die verkocht het voor 25.000 gulden aan Franse Zusters die er een pensionaat voor deftige meisjes van maakten. In 1924 kocht de gemeente het terug voor 23.500 gulden. Het werd licht verbouwd en een jaar later in gebruik genomen als gemeentehuis. Het plein ervoor kreeg de naam Raadhuisplein en op de gevel kwam het gemeente wapen te hangen. Eigenlijk was het een overloop van het gemeentehuis dat aan de markt stond en dat in 1944 bij de bevrijding in vlammen opging.

Protesten

De bevolking was niet erg blij met het feit dat het gemeentehuis zo ver van het centrum af kwam te liggen maar de burgemeester K. Vogel zette door met als argument dat werken in een gezonde omgeving voor de ambtenaren gezonder en doelmatiger zou zijn.

Die doelmatigheid viel best tegen omdat de archieven in de kelder daar niet optimaal werden bewaard en omdat de ambtenaren steeds de trap op en af moesten. In de villa hanteerden vijf burgemeester de voorzittershamer: Van Aken, Van Eyndhoven, Van Opstal, Reijnders en liefst 25 jaar Schaminee. Zij lieten de raad beslissingen nemen zoals een drinkwaternet, de wederopbouw na de oorlog, de demping van de haven, de rondweg Made- Klundert en de aanleg van het zwembad, nieuwe wijken en een sporthal.

Prins

In 1962 kreeg Jan Barel als eerste carnavalsprins op het bordes de sleutel van de stad. In 1972 werd besloten om de villa te verlaten omdat het gemeentelijk apparaat te groot werd. In 50 jaar was de bevolking gegroeid van 8.871 naar 10.400 inwoners. Er werd verhuisd naar het voormalige klooster in de Molenstraat. In het oude gemeentehuis waren achtereenvolgens gevestigd een naaiatelier, het Rode Kruis, een muziekschool en een biljartclub. Na een grondige restauratie in 1986 werd het verhuurd aan het Regionaal Steekarchief en nu zitten er kantoren in.

Villa Waterloo anno 2020. FOTO TIES STEEHOUWER


Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief