Zevenbergen gezien vanaf Fort Noordam rond 1650.
Zevenbergen gezien vanaf Fort Noordam rond 1650. Foto: Regio Archief West-Brabant

Waar komt de naam Zevenbergen toch vandaan?

Door: Monique Jansen OUD Algemeen

ZEVENBERGEN - In tegenstelling tot de andere kernen waaruit de gemeente Moerdijk thans bestaat, is het niet geheel duidelijk waar de naam Zevenbergen vandaan komt. Als we de geografische omstandigheden bezien die er heersten toen Zevenbergen ontstond, doen zich twee opties voor. De eerste bewoners vestigden zich op de drooggevallen gorzen, hoogten die boven de toenmalige zeespiegel uitstaken. Het kan zo zijn dat die gorzen samen landtongen vormden, waardoor zeven havens ontstonden, waar schepen konden schuilen, ofwel zich veilig konden ‘bergen’.

De tweede optie heeft als basis het zegel van Zevenbergen dat werd gebruikt voor gemeente- en rechts- zaken en dat in ieder geval al in 1396 in gebruik was. Een zegel van dat jaartal is in het rijksarchief in ’s-Gravenhage opgeslagen. Als we naar het zegel kijken, zien we, rond een schild met drie St. Andries kruisen, zeven bergen; drie aan beide zijden en een onder het schild. Op vier van de bergen zijn aan de zijkanten van het schild hazen of konijnen afgebeeld en op de berg aan de onderzijde van het schild staat een jagende vos met aan weerszijden een haas of konijn. Verder zijn op en tussen de bergen takken en blaadjes afgebeeld en in het midden, boven het schild met de St. Andrieskruisen, ziet men de kruin van een boom met daaraan nog een gedeelte van een stam. Tot nu toe is niet achterhaald waarom op het zegel zeven bergen staan afgebeeld, doch logisch redenerend mag worden aangenomen, dat deze afbeelding uit de eerste periode dat sprake was van Sevenberghe, de aanwezigheid van zeven heuvels aannemelijk maakt. Zevenbergen is in 1290 door de Heer Willem van Strijen te leen gegeven aan de zoon van zijn broer Hugeman van Strijen. Deze zoon heette, evenals zijn oom, Willem van Strijen, Heer van Sevenberghe. 

Zelfstandig leen

Toen in 1290 de heerlijkheid Zevenbergen officieel een zelfstandig leen werd, was er al tientallen jaren sprake van de plaats. Zo geven in 1283 schepenen en raad van Geertruidenberg 40 bunders van hun eigen moer, gelegen op de grens van het moer van Willem Hugemanszoon, heer van Zevenbergen, aan ene Heyman Eggart in gebruik. En in 1287 geven Willem Hugemanszoon van Zevenbergen en zijn vrouw Hadewijf grote percelen moer uit aan het Sint Janshospitaal van Brugge en de abdij van Zoetendaal bij Aardenburg. Uit die akten blijkt ook dat er een kerk aanwezig is, dat wegen en een watergang worden aangelegd en dat termen als ‘het behouden van heerlijke rechten en de jurisdictie’ door de heer van Zevenbergen worden gebruikt. Bekend is ook dat in 1286 en 1289 werd gebouwd aan een huis, het kasteel van Zevenbergen. Het kasteel werd omringd door grachten en de stad Zevenbergen werd omringd door muren, voorzien van toegangspoorten. Gezien het feit dat reeds voor 1290 sprake is van heerlijke rechten en jurisdictie, dat bekend is dat in 1287 er al een Heer van Zevenbergen en een schepencollege waren, dat er toen ook een kerk, een sluis en een molen aanwezig waren en dat er een kasteel met gracht en stadsmuren werden gebouwd, mag gevoeglijk worden aangenomen dat toen al stadsrechten waren verleend.

BIJDRAGE TIES STEEHOUWER



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief