Afbeelding
Foto: Ties Steehouwer
FOTOALBUM

Bult van Pars aan het eind van dit jaar geen bult meer

Algemeen,Nieuws

KLUNDERT - Als alles volgens plan verloopt dan is de Bult van Pars aan het eind van het jaar geen bult meer. De Gemeente Moerdijk nodigde omwonenden en het bestuur van de heemkundekring Die Overdraghe uit om nog een laatste blik te slaan op datgene wat zich direct onder het maaiveld van de bult bevindt.

DOOR TIES STEEHOUWER

Velen gaven aan deze uitnodiging gehoor. Na een inleidend praatje door een woordvoerder van de Gemeente Moerdijk, in het huis dat nog op de bult staat, drong hij er bij de bezoekers op aan om vooral achter de afzetlinten te blijven om ongelukken te voorkomen. Dit omdat het terrein bezaaid is met diepe putten waar vroeger afval en uitwerpselen van de bewoners in terechtkwamen.

Funderingen

Omdat de bovenkant van het terrein is afgegraven, heeft de locatie wel iets weg van een archeologische opgraving van een Romeinse ruïne. Een spectaculair gezicht waar helaas spoedig niet meer van te genieten zal zijn. De blootgelegde funderingen zijn van de gebouwen die in de loop der eeuwen op het half bastion hebben gestaan. De meest spectaculaire vondst die werd opgegraven is een rechtopstaande molensteen die vroeger werd gebruikt in een kollergang om koolzaad uit te persen. Wat er met de steen gaat gebeuren is niet bekend, maar archeologe Mina Jordanov stelt voor om deze te verwerken in een soort monument bij de te bouwen huizen op de plek van de bult.

Molens

De archeologe van RAAP Archeologie uit Leiden vertelt op locatie met behulp van oude tekeningen van het half bastion waar de opgegraven voorwerpen zijn gevonden. "De voorwerpen op zich zijn niet zo belangrijk, wél de plek waar we ze vinden. Dat zegt veel over de manier van leven en werken van de vroegere bewoners." Goed is te zien dat er in de loop der eeuwen veel is bijgebouwd en vaak later weer afgebroken. Na het opheffen van de vesting Klundert in 1809 hebben er diverse soorten molens op gestaan. Zo werd er in 1836 een paardenoliemolen gebouwd door Adam Soeters. De olie werd gewonnen uit lijnzaad. Omdat een dergelijke molen weinig opbracht werd er drie jaar later een vergunning gevraagd voor een windmolen. Er werd flink bezwaar gemaakt tegen deze molen.

Brand

Zo vond Henricus van der Made dat er gevaar was voor brand en dat de draaiende wieken als ze zouden breken dwars door zijn dak zouden slaan. Alle bezwaren werden niet ontvankelijk verklaard. In 1883 brandde de molen af. De molen werd niet meer herbouwd, maar in 1899 vervangen door een stoommalerij en die machine werd later vervangen door een dieselmotor en weer later door een elektrische. De laatste molenaar was Jelte Pars, zoon van Willem Johannes Pars. Volgens Mina Jordanov laten de gevonden voorwerpen zeker niet zien dat de mensen die op het half bastion woonden arm waren. "Ik zie dat onder andere aan de aardewerk vergiet en de visschaal met gaatjes. Die werden vanuit Duitsland aangevoerd en waren toen niet goedkoop."

Depot

Nadat alle voorwerpen zijn gedocumenteerd worden ze opgeslagen in een depot in Leiden. Als al het puin van de funderingen is afgevoerd, wordt er begonnen met het afgraven van het eigenlijke half bastion. De verwachting is dat de klus aan het eind van dit jaar is geklaard, waarna een projectontwikkelaar de mogelijkheden voor op de locatie aan de Oliemolenstraat gaat onderzoeken.













Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief