Liza Lamper heeft al zestig jaar geen wedstrijd gemist van zijn lievelingsclub.
Liza Lamper heeft al zestig jaar geen wedstrijd gemist van zijn lievelingsclub.

Waar Yerseke ook gaat, Liza Lamper is erbij

Door: Britta Janssen Algemeen

YERSEKE – Het duurt nog even voordat het daadwerkelijk zo is, maar dit jaar staat voor VV Yerseke in het teken van het 100-jarig jubileum. Feestvieren in coronatijd is niet gemakkelijk, maar terugkijken kan altijd. Samen met ‘superfan’ Liza Lamper, die al meer dan zestig jaar geen wedstrijd heeft gemist.

We schrijven 2 juli 1921, voetbalvereniging Yerseke wordt opgericht. Vanzelfsprekend was de nu 67-jarige Lamper daar toen nog niet bij, maar vanaf het begin van de jaren ‘60 zijn de twee onafscheidelijk. “Het begon al vroeg”, vertelt hij. “Yerseke speelde nog op de zondag en ik ging samen met mijn vader mee naar de voetbal, sindsdien is het vaste prik.” Hij voetbalde zelf sporadisch in lagere elftallen, hanteerde de vlag als grensrechter en vervulde acht jaar lang de rol van penningmeester. Maar bovenal is hij vooral supporter. “Naar de uitwedstrijden mee in een volle bus. Of later op de brommer naar Nieuwdorp. Uit of thuis, ik ben er altijd bij.”

Winderig ritje

En dat soort tripjes leveren natuurlijk de nodige verhalen op. De Yersekenaar weet het allemaal nog precies. Zoals die keer dat hij met de Volkswagen Kever van zijn vader naar Roosendaal ging. “We stapten uit met zijn vieren, deden de deur dicht en toen we achterom keken zagen we dat de sleutels nog op de auto zaten.” Er zat niks anders op dan het ruitje in te slaan. “Dat was een winderig terugritje kan ik je vertellen!” Na tientallen jaren is Lamper een bekend gezicht op sportpark Cleijn Moercken. “Na de wedstrijd een gezellig onderonsje, een babbeltje met die spelers. Gewoon die zaterdagmiddag, sociale contacten, lekker met die jongelui. Dat mis ik nu enorm.”
Inmiddels heeft hij zo’n zestig jaar aan mooie momenten om uit te putten, eigenlijk te veel om uit te moeten kiezen. Hij moet even denken, maar het onverwachtse kampioenschap in 1991 staat nog op zijn netvlies. “We speelden toen derde klasse en in die tijd kreeg je twee punten voor een overwinning. Twee wedstrijden voor het einde stonden we er drie achter, maar koploper Terneuzense Boys gaf het weg. Die ontknoping was zo verrassend dat er niks geregeld was. Niet eens bloemen.”

Fenomeen

Over zijn favoriete speler aller tijden hoeft hij wat minder lang na te denken. “Arjen de Koeijer. Dat noemen we hier een fenomeen, een superspits. Zijn doelpunten en bewegingen, dat is genieten.” Dat genieten doet hij, als er gevoetbald mag worden, sowieso wel. “We hebben een prachtig elftal. Veel jonge gasten, hartstikke leuk.” Lamper ziet dat er steeds wat meer jongens van ‘buitenaf’ komen, maar heel erg vindt hij dat niet. “Als het er niet te veel worden, vind ik het prima. Het blijft het mooiste als ze van het eigen dorp komen natuurlijk.”

Plakboeken

De complete geschiedenis van ‘zijn clubje’ lepelt hij moeiteloos op, soms door stiekem een klein beetje te spieken. “Ik heb zes plakboeken vol met foto’s, artikelen en wedstrijdverslagen. In ‘78 ben ik begonnen met plakken, maar daar ben ik inmiddels mee gestopt.” Toch hoopt hij aan die collectie nog een fraai hoogtepunt toe te voegen. “Nog één keer een mooie nacompetitie meemaken, dat lijkt me wel wat!”

BIJDRAGE DANIËL WISSEL



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief