Sportnota moet mensen in beweging krijgen

KAPELLE/KRUININGEN - Het percentage inwoners met een gezondheidsachterstand dat niet sport is in 2023 met vijf procent afgenomen. Dit is één van de doelen in het nieuwe Zeeuwse Sportakkoord.

Dit akkoord is er gekomen op initiatief van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vorig jaar voor een nationaal Sportakkoord. Dit hebben de Zeeuwse gemeenten en provincie Zeeland vertaald naar de regionale situatie. Zo beïnvloeden de vergrijzing (relatief meer oudere inwoners) en ontgroening (minder jonge inwoners) de sportdeelname. Hierdoor kampen veel sportclubs met leden- en vrijwilligerstekorten.

Aandachtspunt

Ook de trend dat mensen meer individueel buiten bewegen bemoeilijkt het voortbestaan van deze verenigingen. ‘Ook de afstanden tot sportvoorzieningen en de beschikbaarheid ervan is een aandachtspunt’, staat in het Zeeuwse Sportakkoord. ‘Net als in de rest van Nederland ligt er in Zeeland een grote opgave als we kijken naar de prognoses voor sportdeelname en het beweeggedrag.’

Thema's

Het akkoord moet meer mensen aan het bewegen krijgen. Voor het thema ‘Inclusieve sport’ is het doel dat het percentage inwoners, met of zonder beperking, met een gezondheidsachterstand dat niet deelneemt aan sport- en beweegactiviteiten in 2023 met vijf procent is afgenomen. Het akkoord loopt tot 2024. De andere vijf thema’s zijn ‘Duurzame sportinfrastructuur’, ‘Vitale sportaanbieders’, ‘Vaardig in bewegen’, ‘Positieve sportcultuur’ en ‘Sportevenementen die inspireren’.

Natuur

Binnen het thema ‘Duurzame Sportinfrastructuur’ moet iedere Zeeuwse kern een sport-, speel- of beweegvoorziening krijgen. Hierbij is het duurzaam en beweegvriendelijk inrichten van de openbare ruimte en natuur een aandachtspunt.
‘Vitale Sportaanbieders’ gaat over sport- en beweegactiviteiten voor iedere kern die aansluiten bij de behoeften van de inwoners. Die activiteiten kunnen georganiseerd worden door sportclubs, maar bijvoorbeeld ook een buurtsportcoach.

Sporttalent
‘Ieder kind krijgt minimaal eens per week bewegingsonderwijs van een vakspecialist’, valt onder het thema ‘Vaardig in bewegen’. Bij jongens en meiden tot twaalf jaar wordt de beweegvaardigheid en het beweegplezier vergroot. ‘Sporttalent moet zich optimaal kunnen ontwikkelen. Ieder kind beweegt dagelijks minimaal een uur voor, tijdens of na school.’
Voor ‘Positieve Sportcultuur’ moeten bestuurders, trainers en andere (vrijwillige) sportaanbieders beschikken over de kennis om een positieve sportcultuur te realiseren. Iedereen moet prettig en veilig kunnen sporten. Ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag moeten gemeenten en sportaanbieders proactief zijn om negatieve ontwikkelingen te voorkomen en adequaat te reageren op grensoverschrijdend gedrag, aldus het akkoord.

Sportevenementen
Waar het zesde thema in het landelijke akkoord ‘Topsport die inspireert’ is, hebben de Zeeuwse overheden hiervan ‘Sportevenementen die inspireren’ gemaakt. ‘In het Zeeuws akkoord is er voor gekozen om deze ambitie te richten op sportevenementen en hun impact op de profilering van Zeeland en het inspireren van de jeugd om in beweging te komen’. Het doel is om tenminste twee grote evenementen met een (inter)nationale uitstraling op te zetten en eens in de vijf jaar een ‘internationaal topevenement' naar Zeeland te halen voor promotie van de provincie. ‘Grote evenementen worden gecombineerd met lokale side-events om de sportparticipatie en het sportplezier te stimuleren en de lokale impact te vergroten.’

Samenbrengen
Sporten helpt volgens de samenwerkende partijen om het karakter te vormen en te leren omgaan met anderen. ‘Sport creëert ontmoetingen en juist dat is van onschatbare waarde in een tijd waarin de verschillen tussen bevolkingsgroepen zo vaak benadrukt worden.’ De wedstrijd, toertocht of bridgeavond brengt mensen samen, aldus de partijen. Kinderen kijken later met plezier terug op hun sportervaringen en houden er vaak vrienden aan over.