Vijftien nieuwe standplaatsen voor woonwagens in Roosendaal

ROOSENDAAL - Binnen één à twee jaar moeten er vijftien nieuwe standplaatsen voor woonwagens gerealiseerd zijn in de gemeente Roosendaal. Dat heeft wethouder Toine Theunis bekendgemaakt. De afgelopen tijd heeft er een inventarisatie plaatsgevonden om te bekijken waar die standplaatsen moeten komen. “Op zes bestaande woonwagenlocaties kunnen we een aantal woonwagens toevoegen.”

Op dit moment zijn er 87 standplaatsen voor woonwagens in de gemeente Roosendaal, maar er staan ook 55 mensen op de wachtlijst. De vraag naar nieuwe standplaatsen is dan ook hoog. De extra plekken zijn nodig om de wachtlijst voor mensen die in een woonwagen willen wonen verder terug te dringen.

“In 2018 heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken een nieuw beleid vastgesteld rondom het wonen in een woonwagen”, stelt wethouder Toine Theunis. “Daarin gaf het Rijk duidelijk aan dat een uitsterfbeleid door gemeenten niet meer was toegestaan en de minister riep gemeenten op om in overleg met woonwagenbewoners actief onderzoek te doen naar de behoefte aan standplaatsen.” Daar is de gemeente Roosendaal meteen mee aan de slag gegaan. “Een uitsterfbeleid kenden we in Roosendaal niet, maar we kregen wel signalen dat de wachtlijst steeds groter werd.”

Samen met de stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland werd vastgesteld dat er eigenlijk vijftien extra standplaatsen nodig waren om lucht te creëren binnen de wachtlijst. “Vanuit de bewoners kregen we te horen dat zij vooral uitbreiding willen op de bestaande kampjes en dus geen nieuwe locatie.” De afgelopen periode heeft er dan ook een inventarisatie plaatsgevonden en uiteindelijk zijn er uitbreidingsmogelijkheden gevonden op zes locaties, namelijk: Van Coothlaan (+4), Christiaan Huijgensstraat (+4), Sportstraat (+2), Beetslaan (+2), Damastberg (+1) en Boterstraat (+2). “Het gaat om locaties waar geen grote ingrepen noodzakelijk zijn in de zogenaamde hoofdgroenstructuur om tot uitbreiding van de plekken te kunnen komen.”

Woensdagmiddag zijn omwonenden van deze woonwagenkampjes ingelicht over dit voorstel en woensdagavond is ook de gemeenteraad op de hoogte gebracht van de plannen. “Als gemeente zijn wij alleen verantwoordelijk voor de planologische procedure. Er moet wat grond aangekocht worden, bestemmingsplannen moeten aangepast worden, dat soort dingen. De stichting is daarna verantwoordelijk voor het mogelijk verplaatsen van bestaande woonwagens en het invullen van de nieuwe standplaatsen”, legt Theunis uit. Die planologische procedure kan afhankelijk van mogelijke bezwaren één tot twee jaar duren. Alleen de uitbreiding bij de Boterstraat kan waarschijnlijk sneller gerealiseerd worden, omdat dit op het bestaande terrein al mogelijk is. “Bij de rest moet rekening worden gehouden met een minimale doorlooptijd van 1,5 tot 2 jaar.”

Wat deze beslissing betekent voor de demonstrerende woonwagenbewoners op het protestkamp aan de Turfvaartsestraat durft wethouder Theunis niet te zeggen. “Ik weet niet of ze op de wachtlijst staan en zo ja, op welke plek. Dat gaat allemaal via de Stichting Woonwagenbeheer Zuid-West Nederland. We zijn ermee bezig, maar sneller dan het aanhouden van de formele planprocedure gaat nu eenmaal niet.” Dit is in eerdere gesprekken al gedeeld en afgesproken.