Het Kempisch heideschaap
Het Kempisch heideschaap Foto: Martin Lokven

Landgoed Visdonk krijgt bezoek van schapen: ‘Zo blijft heide intact’

Algemeen

ROOSENDAAL - De herder van Van Driel Landschapsbeheer loopt deze week met zijn Kempische heideschapen op Landgoed Visdonk om alles weer lekker kort te knabbelen. Het landgoed krijgt elk jaar bezoek van de kudde van Van Driel. De schapen zorgen ervoor dat allerlei soorten grassen en kleine boompjes verdwijnen. Op deze manier blijft de heide intact.  

“Met onze kudde van een kleine 100 schapen gaan we richting Landgoed Visdonk” vertelt Bas van Heyningen van Van Driel Landschapsbeheer. “Mensen denken vaak dat schapen dol zijn op de heide, maar het gaat ze vooral om wat er tussen groeit. Ze eten allerlei grassen en scheuten van bomen. Deze mogen niet te groot worden, anders laten ze die gewoon staan. Er is op Visdonk ook veel jonge heide, dat moeten we ook goed in de gaten houden. Hiervoor geldt: ‘snoeien doet bloeien’. Wanneer er ook aan de jonge heide wordt geknabbeld, krijg je stevigere heide. “Die heide wordt tientallen jaren ouder”.

Border collie

Veel herders werken met bordercollies. De bordercollie komt uit ‘the Borders’; het gebied tussen Engeland en Schotland. Daar werden ze gebruikt voor het drijven en hoeden van schapen. “Zelf ben ik nu aan het experimenteren met kelpies, hier werken ze in Australië veel mee”. Elke herder heeft zijn eigen hond. “Schapendrijven is echt iets wat in de hond moet zitten, maar hoe ze het doen, daar speelt de herder een rol in. Je bouwt een band op. Het is een soort collega, echt een hardwerkende. Wat één hond doet, daar zouden we anders acht mensen voor nodig hebben”.

Heide

Heide heeft altijd een vorm van beheer nodig. Eeuwen gelden gebeurde dit al met begrazing door schapen. Naast dat bezoekers de prachtige paarse heide in augustus en september ervaren, profiteren ook veel plant- en diersoorten ervan. Zo zijn vele wilde bijen en vlinders te vinden in de heide en ook de nachtzwaluw is er te vinden. “Herder zijn, is een prachtig puur beroep”, vertelt Van Heyningen. “Je hebt écht de tijd om langdurig in een klein stukje natuurgebied te kijken, in weer en wind. Ik weet nog wel dat ik mijn eerste nachtzwaluw zag. Ik stond er 1,5 meter vandaan en zat me al af te vragen of het een dode vogel was. Ik bewoog me wat dichterbij en ineens vloog hij weg. Zulke dieren blijven voor mensen die even voorbij lopen vrijwel altijd verborgen”.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief