Afbeelding

Vriendenclub nog altijd springlevend

Door: Remko Vermunt Algemeen

ROOSENDAAL - Rond 1900 was Roosendaal een katholiek bolwerk. Door de komst van de spoorwegen, de posterijen en de oprichting van een aantal fabrieken was dit langzaam aan het veranderen en kwamen er ook mensen van buiten, niet katholieken in de stad wonen. Het culturele leven speelde zich voornamelijk af in sociëteiten waar burgers van gelijke standen elkaar konden ontmoeten. Roosendaal had in die tijd drie sociëteiten, 'De Unie', 'Vlijt en Volharding' en 'De Vereeniging'. De eerste twee hadden een eigen harmonie. De Vereeniging had onder de leden ook een aantal import- Roosendalers die niet katholiek waren. In januari 1908 scheidden zich een aantal heren uit deze club af. In hun ogen was de rooms-katholieke invloed te groot. Zij richtten een nieuwe liberale sociëteit op die ze de naam Amicitia (vriendschap) gaven.

DOOR MIEKE SPEKMAN

Omdat het aantal sociëteitvergunningen binnen de gemeente het maximum aantal had bereikt en Gedeputeerde Staten een vergunning weigerde moest het bestuur proberen om een al bestaande vergunning over te laten schrijven naar Amicitia. De heer F. Verhoeven uit Nispen was bereid zijn sociëteitsvergunning van de hand te doen. De zaak was hiermee beklonken en op 8 juli 1908 was de nieuwe sociëteit een feit. Bij de oprichting bestond het ledenbestand uit 25 heren van stand zoals industriëlen en hoge ambtenaren van de posterijen en staatsspoorwegen. De contributie werd vastgesteld op fl. 10, - per jaar.

Eigen zaal

Het eerste bestuur onder voorzitterschap van K.W.F. Scholten van Aschat tekende een huurcontract voor fl.250,- per jaar met de heer August Buijsen van hotel Kuypers (later hotel van der Put) op de Bloemenmarkt. Voor dat geld kregen ze de beschikking over een eigen zaal die Buijsen in de Domine´straat had laten bouwen. De leden hielden zich op de sociëteitsavonden bezig met kaarten, biljarten, praten en lezen. De leestafel was rijkelijk gevuld met verschillende kranten, ook buitenlandse bladen als Die Woche en de Engelsche Illustratie. Een enkele keer moest het bestuur ingrijpen omdat er te stevig gekaart werd met hoge inzetten. Dit gedrag zou de goede naam van de club kunnen schaden.

Ups en downs
"De onderlinge perikelen altijd met tact en daadkracht oplossen is waarschijnlijk wel de kracht van onze vereniging en de reden van ons lange bestaan, zegt Louis Willems, sinds 1972 lid. Hij vertelt: "We hebben ups en downs meegemaakt. Aan het eind van de jaren '70 hadden we nog maar tien leden. Vanwege dat aantal werd het bestuur teruggebracht van vijf naar drie leden. Nu hebben we weer meer dan 25 leden. In 1999 in de ledenvergadering werd besloten de bijeenkomsten te beperken tot tweemaal per maand, op donderdagochtend. Dat is nog steeds zo. Op die donderdagen komen we vanaf ongeveer 10.30 uur bij elkaar bij Restaurant d'Ouwe Mart', onze thuisbasis.

Mannenclub

"Er wordt heel wat afgepraat en gelachen, allerlei onderwerpen passeren de revue, politiek, Roosendaalse toestanden en wat iedereen zo bezig houdt. Na de lunch gaan we weer naar huis. Vier maal per jaar gaan we op excursie. Vorig jaar hebben we het honderd en tien jarig bestaan gevierd samen met onze partners met een uitstapje en diner. Bij de diners in het voor - en najaar en de jaarlijkse Nieuwjaarsreceptie zijn de dames ook aanwezig maar verder is het nog steeds een echte gezellige mannenclub."


Bron: boek Amicitia door de jaren heen en interview Louis Willems



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief