Afbeelding
Foto: Remko Vermunt

Ellen Deckwitz: 'Mijn hoofd begon te knetteren door poëzie'

Door: Remko Vermunt Algemeen

ROOSENDAAL - De hal van Parrotia zat dinsdagavond vol met publiek voor de eerste activiteit van stichting De Witte Roos. Niemand minder dan dichteres Ellen Deckwitz kwam in de Week van de Poëzie vanuit Amsterdam naar Roosendaal gereisd om voor te dragen, te vertellen over haar liefde voor poëzie én om te signeren. Zij werd bijgestaan door de vier Roosendaalse stadsdichters en junior stadsdichter Zoë Rijnders.

Precies een jaar geleden werd Zoë Rijnders door toenmalig wethouder Hans Verbraak geïnstalleerd als junior Stadsdichter van de gemeente Roosendaal. Het afgelopen jaar werd zij begeleid door oud-stadsdichter Leo Lotterman. Zo droeg ze onder andere een gedicht voor tijdens de jongerenherdenking op 4 mei. Afgelopen dinsdag mocht zij eveneens twee gedichten voordragen, waarna uiteindelijk ook 'afscheid' werd genomen van Zoë als junior stadsdichter van de stad. "Maar, we nemen niet afscheid van jou als Roosendaals talent", stelde wethouder Toine Theunis. "Want we gaan natuurlijk wel wachten op die eerste dichtbundel."

Stadsdichters
Wachten was het ook op Ellen Deckwitz, want de Amsterdamse moest met de trein komen en had daardoor helaas wat vertraging opgelopen. Gelukkig was zij niet de enige gast van de avond. Ook de vier Roosendaalse stadsdichters waren aanwezig. Zij kregen allemaal de vraag om een gedicht voor te dragen met als thema 'Vrijheid'. Hét thema van de Poëzieweek. Anneke Lips, de eerste stadsdichter van Roosendaal, mocht het spits afbijten. Gevolgd door René Spruijt en later op de avond waren ook Leo Lotterman en de huidige stadsdichter Eric van Deelen aan de beurt.

Poëzieambassadeur

"Met een heldere en ironische blik op het leven is Ellen één van onze meest aanstekelijke poëzieambassadeurs", stelde Kees Vermeeren bij de aankondiging van de hoofdgast: Ellen Deckwitz. Zelf was ze bij aankomst in Roosendaal erg blij met de komst van de toehoorders. "Ik ben altijd gelukkig als er meer dan drie mensen zijn." Ellen is één van de meest spraakmakende dichters van nu. Ze won met De Steen vreest mij (2011) de C. Buddingh'-prijs voor het beste poëziedebuut. Daarnaast is ze regelmatig te zien bij De Wereld Draait Door en ze heeft haar eigen column in nrc.next. Ze vertelde het publiek openlijk over hoe ze zich afkeerde van haar moeder die als lerares Nederlands steeds maar weer met poëzie aan kwam zetten, maar ook over haar puberteit waarin ze toch de poëzie ontdekte en er meteen verslaafd aan raakte. "Mijn hoofd begon te knetteren door poëzie", vertelde ze de zaal. Met verschillende gedichten van zichzelf, maar ook van andere dichters probeerde Deckwitz die liefde voor de poëzie ook over te dragen aan het publiek. En met succes.

Jongeren

Margot Schrauwen, lerares Nederlands aan het Norbertus Gertrudis Lyceum, interviewde de dichteres over de toegankelijkheid van poëzie én over de worsteling die ook zij ondervindt om jongeren meer te betrekken bij poëzie. "Het is een proces dat heel langzaam gaat", stelde Deckwitz. "Ik geef zelf zo'n vijftig tot honderd workshops per jaar, ook aan jongeren. En je merkt dat er nieuwe dichters zijn die jongeren wél weten te prikkelen via social mediaplatformen zoals Instagram. Er is zelfs iemand rijk mee geworden, dus er is hoop."

Inspiratie

Zelf haalt Deckwitz vooral inspiratie uit haar eigen familie. "In mijn eerste bundel stond een gedicht over mijn moeder, maar daar was ze niet blij mee." Op dit moment werkt ze aan een bundel over de familie aan haar moeders kant die uit het voormalige Nederlands-Indië komt. "Die bundel moet in oktober uitkomen, maar het wordt spannend of ik dat ga halen."



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief