Afbeelding
Foto: Opsporing Verzocht

Verdachten kluisjesroof veroordeeld tot 4 jaar celstraf

Door: Amber Kuijs Algemeen

ROOSENDAAL - Twee van de vier verdachten van de kluisjesroof in Oudenbosch zijn dinsdag veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf. De twee voormalige bewakers van de Rabobank hebben samen met twee anderen honderden kluisjes van particulieren leeggeroofd. Zij hebben vermoedelijk miljoenen aan geld en sieraden buitgemaakt. 

De twee mannen, één uit Roosendaal en één uit Etten-Leur, hebben tijdens hun dienst in maart 2018 gelegenheid gecreëerd en meegeholpen met de beroving. Zij hebben de desbetreffende vrijdagavond de zogeheten robotkluis geopend, de particuliere kluisjes eruit gehaald en klaar gezet voor twee mededaders. 

Door het alarm en de bewegingssensoren uit te schakelen konden de mededaders in het weekend de bank binnen komen. De kluisjes werden open gebroken. De buit hebben de twee mededaders in vuilniszakken naar buiten gedragen. Na de roof hebben de bewakers het alarm weer ingeschakeld. De voorafgaande maanden hadden de bewakers de alarmsystemen gecontroleerd, er tests mee gedaan en de code van de kluis getest. 

De rechtbank neemt de mannen kwalijk dat zij op ernstige wijze misbruik hebben gemaakt van hun functie als beveiliger. Daarnaast hebben ze reputatieschade bij hun werkgever en de bank veroorzaakt. Daarnaast weegt de rechtbank mee dat de buit van vermoedelijk miljoenen nooit is teruggevonden. 

Omdat er geen gebruik gemaakt is van geweld, vindt de rechtbank de eis van de officier van justitie van 6 jaar te hoog. Beide verdachten worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaar, met aftrek van voorarrest. Ook moeten beide mannen de schade van de Rabobank betalen. Deze bedraagt in ieder geval één miljoen euro. 

De verdediging vond dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk zou moeten worden verklaard. Dit vanwege kennelijke bedreigingen en intimidaties door undercoveragenten, die zich voordeden als gedupeerden en er uitzagen als criminelen. De rechtbank ziet geen reden om de verklaring van de Officier van Justitie in twijfel te trekken. In beide zaken zou het gaan om een eenmalig, kortdurend contact door undercoveragenten met familieleden van de verdachten. Het oordeel van de rechtbank luidt: die contacten zijn wellicht niet prettig geweest voor de betrokkenen, maar van strafbare gedragingen door de undercoveragenten is geen sprake. 



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief