Stramien
Stramien Foto: J.Dekkers

Roosendaals historie in verhaal, gezang en klokkenklank in de Tongerlotuin

Door: Sandra Broosus Sport en vereniging

ROOSENDAAL - 750 jaar Roosendaal zou niet compleet zijn als er geen aandacht zou zijn voor schatten uit het verleden. En als dat dan ook nog gecombineerd wordt met ons prachtige Roosendaalse dialect ontstaat er, om in middeleeuwse termen te spreken, een prachtig miniatuur dat in de schaduw van de St. Jan te beluisteren valt in de Tongerlotuin op dinsdag 11 september om 20.00 uur.

Ingeleid door het carillon van de St. Jan, bespeeld door stadsbeiaardier Toni Raats, horen we in onvervalst Roosendaals de in dichtvorm geschreven discussie van de verschillende donken in de buurt over de plek waar de nieuwe kerk moest komen. Dat beraad had plaats van 1266 tot 1268. En, zo gaat het verhaal, als de boeren Nispen niet zo ver hadden gevonden, dan waren ze nooit aan Roosendaal begonnen. Na veel overleg kwam een boer van Langdonk met de oplossing: “Kijk mannen, we moeten vanaf Kalsdonk tot aan Hulsdonk en dan van de Stok tot aan Borteldonk een touw spannen. Bij het kruis is dan de goede plek voor de nieuwe kerk, dat is voor iedereen even ver.” Over het dna van Roosendaal gesproken: praktisch en pragmatisch.

Dit ‘vertelsel’ is opgeschreven door de bekende Roosendaal C.J. Dekkers in 1924 toen hij op Borneo verbleef. Ook van zijn hand is de lofzang op de Kade, ‘Kaaike boove!’, opgedrooge aon Erato – asse ’t emme wulle bij gelegenheid van de opening van de nieuw gebouwde Eratozaal in 1924. Ad Stofmeel is een van de vertellers van deze teksten.

De Heren van Stramien onder leiding van Joseph Dekkers omlijsten met hun middeleeuwse liederen de verhalen in stijl. Heel bijzonder zijn de ‘Roosendaalse’ liederen die tijdens de open Monumenten dag ‘opnieuw’ in première zijn gegaan: Een clachtelijck liedeken van Roosendael (1594) en De Drie Ghesellen uyt Roosendael (1584). Het eerste lied, ernstig van aard, waarvan de tekst geschreven is door Nicolaes Jansens, koster van ‘die desolate Kercke tot Roosendaele’ vertelt van een periode waarin Roosendaal door oorlogsgeweld werd geteisterd en een lege, verlaten oord terugkijkt op een tijd toen het Roosendaal voor de wind ging. Het tweede, wat ondeugender lied verhaalt over 3 Roosendaalse knapen die naar Antwerpen willen om daar de bloemetjes eens flink buiten te zetten. Het vergaat hen minder voorspoedig dan ze gehoopt hadden.

Beide liederen, van bijzondere historische waarde voor Roosendaal, zijn gearrangeerd door Jetse Bremer, een bekende arrangeur en componist en krijgen zo een unieke plaats in het culturele gedachtegoed van Roosendaal. Deze 2 liederen worden aangevuld ‘met schone ende Amoureuse Liedekens’ uit dezelfde periode. En stadsbeiaardier Toni Raats zal ook met het carillon in deze sfeer de klanken laten neerdalen.

En dat in een historisch en sfeervol decor van de Tongerlotuin.

Kortom een uniek intiem evenement in de sfeer van de Roosendaalse oorsprong in het historische sfeervolle decor van de Tongerlotuin. (ingang via Over de Tong, of achterom via de Molenstraat). Toegang gratis.



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief