Afbeelding
Foto: Corine Roks

Suzanne Breedveld-de Ruiter, wethouder met een missie

Door: Addo Sprangers Algemeen,Nieuws

Werken aan een goede samenleving, omzien naar elkaar en zorgen voor elkaar. Suzanne Breedveld-de Ruiter gáát ervoor, als politicus én als mens. Wat dat betreft voelt ze zich als wethouder met de portefeuille Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), Jeugdzaken, Volksgezondheid en Onderwijs als een vis in het water.

Acht jaar zat ze namens het CDA in de Rucphense gemeenteraad, waarvan de laatste vier jaar als fractievoorzitter. Daarvoor was ze ook nog eens vier jaar actief als (burger)commissielid. En sinds mei vorig jaar mag Suzanne Breedveld-de Ruiter zich dus wethouder noemen. "Alle onderwerpen die ik nu in mijn portefeuille heb, had ik van tevoren ook onder mijn hoede", vertelt ze. "Dat is bekend terrein en het past bij mijn ervaring. Ik heb een professionele achtergrond als maatschappelijk werker, al is dat eigenlijk mijn tweede carrière. Daarvoor ben ik vijftien jaar in de gezondheidszorg werkzaam geweest. Aanvankelijk begonnen als doktersassistente bij een huisarts, daarna in diverse ziekenhuizen. Tenslotte kwam ik bij een oogarts te werken en heb ik de hbo-opleiding technisch oogheelkundig assistent gevolgd.

Vertrouwen

"Ik werkte met een oudere oogarts die tegen zijn pensioen aan zat", vervolgt ze. "Hij had alle vertrouwen in mij en we hadden een goede afspraken. 'Ik doe mijn ding, jij doet de gesprekken met de patiënten, want daar ben jij beter in', zei hij. Daar zat vaak veel emotie bij en dat betekent dat je daar tijd voor moet nemen." Dat veranderde met de komst van zijn opvolger, zo maakt Suzanne Breedveld-de Ruiter duidelijk. "Er mocht nauwelijks tijd genomen worden voor maatwerk of voor een persoonlijk gesprek met patiënten. Er kwam een verzakelijk in de zorg en zo wilde ik in ieder geval niet werken. Gelukkig hoor en zie ik nu weer een andere tendens binnen de geneeskunde. Maar voor mij was het op dat moment een reden om de gezondheidszorg vaarwel te zeggen".

Familiemediator

Ze slaat daarom een nieuwe weg in en volgt de opleiding maatschappelijk werk en dienstverlening aan de sociale academie. "Ik ben bij Vrederust, het psychiatrisch ziekenhuis in Halsteren aan de slag gegaan. Ik maakte kennis met de complexe problemen van psychiatrie en verslaving. Wat mij daar duidelijk is geworden is dat er vaak een relatie is tussen het verleden van iemand en zijn of haar aandoening en verslaving. Daarom is de rol van ouders, warmte en structuur in de opvoeding zo belangrijk. Kinderen zijn afhankelijk van volwassenen en verdienen een goede basis. Met een nieuwe baan als gezinsvoogd en goede voornemens om te werken voor het welzijn van kinderen gaat ze vervolgens bij Bureau Jeugdzorg en later bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling aan het werk. "Alles valt op z'n plek met alles wat ik doe", concludeert ze. "Als maatschappelijk werker had ik ook veel contact met het onderwijs. En nu zit ik als wethouder op de juiste plek om al die zaken met elkaar te verbinden. Mijn dienstverband als wethouder is 0,5 fte. Ik ben daarnaast nog echtscheidingsmediator en heb mijn eigen praktijk. Met man, twee zonen en drie kleindochters is het een druk bestaan. Ik merk na ruim een half jaar wethouderschap dat het lastig is om invulling te moeten geven aan een parttime wethouderschap. Dit betekent steeds de juiste afwegingen maken en prioriteiten stellen".

Kindermishandeling

Prioriteit legt zij bij de veiligheid van kinderen. "Als je het over Jeugdzaken hebt, dan hoor je natuurlijk veel over kindermishandeling", vertelt ze. "In elke klas zit gemiddeld één kind dat thuis wordt mishandeld. De Kinderombudsman noemt het een epidemie. In het overgrote deel van alle gevallen houden kinderen dat stil, omdat ze zich schamen of denken dat het normaal is dat ze worden geslagen of verwaarloosd. Het bijzondere van kinderen is dat ze loyaal zijn aan ouders en hen zelden afvallen. Kinderen zijn soms zo aan het zorgen voor hun ouders. Dat zie je bijvoorbeeld in echtscheidingssituaties. Vanuit mijn praktijkervaring kan ik zó de voorbeelden uit mijn mouw schudden. Vaak zijn juist kinderen mantelzorgers. Kinderen die ouders hebben met psychische problematiek zijn vaak zó bezorgd over hun ouders dat ze ook over hen gaan waken."

Integraal

Ze noemt het voorbeeld van een 15-jarige jongen die thuis bleef uit bezorgdheid over zijn gescheiden moeder. "De vrouw lag aan een zuurstoftank, maar rookte heel veel", aldus Suzanne Breedveld-de Ruiter. "Die jongen durfde zijn moeder niet alleen te laten en niet naar school te gaan, omdat hij bang was voor een explosie. Tijd voor vrienden of een sport had hij niet meer. Uiteindelijk kwam de zaak aan het rollen via de leerplichtambtenaar. Maar ik vraag me dan wel meteen af waarom andere instanties die bij de moeder thuis kwamen dit niet eerder hebben gesignaleerd. Er waren zoveel instanties die betrokken waren bij deze moeder. Die hadden aan de bel kunnen trekken en dan kan een kind eerder geholpen worden. Er moet samenhangend en integraal worden gekeken om informatie tussen de verschillende instanties te verbinden waarbij het belang van het kind voorop staat."

Kennismaken

En zo speelt er volgens wethouder Suzanne Breedveld-de Ruiter nog veel meer. "Neem nu een meisje dat telkens onder de blauwe plekken zit. Soms blijkt de omgeving het wel te weten, maar kijkt er van weg. De school is vaak de eerste plaats waar signalen worden opgepakt en die merken dat het niet goed gaat met een kind. Ik vind het contact en de samenwerking met scholen van uitermate groot belang. Zelf ben ik op alle scholen in de gemeente Rucphen geweest om als wethouder kennis te maken, maar ook om de samenwerking te zoeken. Gemeenten en onderwijs zijn immers beide verantwoordelijk voor hulp aan kinderen met een specifieke ondersteuningsbehoefte. Ieder kind moet zich optimaal kunnen ontwikkelen op school, maar ook in de thuissituatie."

Sociale binding

Ze zegt uit ervaring te willen kunnen spreken. "Daarom breng ik werkbezoeken aan diverse instellingen en ga in gesprek met mensen, want dan weet je wat mensen bezighoudt. Je krijgt een goed beeld wat er nodig is". Als voorbeeld noemt ze de Nationale Diabetes Challenge die in april Rucphen is gehouden. Deze had ten doel om mensen met een chronische ziekte te laten ervaren dat sportief bezig zijn tot een betere en lichamelijke gezondheid leidt. Het was een opbouwprogramma van twintig wandelweken. Zelf meelopen en al lopende in gesprek komen met de deelnemers liet haar zien hoe belangrijk zo'n initiatief is voor het gevoel van eigenwaarde en de sociale binding. "Mensen komen weer naar buiten, ontdekken de positieve kracht van beweging en van het samenzijn. Zelfs nu de Challenge officieel is afgelopen weten patiënten elkaar via facebook of app te bereiken om samen te gaan lopen. Hoe mooi is dat?" besluit ze haar verhaal.

Kansen

Suzanne Breedveld-de Ruiter vertelt over het bezoek dat ze onlangs bracht aan woonzorgcentrum Heidestede in Sint Willebrord. "Ze hebben daar een fantastische binnentuin met mooie faciliteiten, zoals beweegtoestellen voor senioren en een prachtige fitnessruimte. Echter deze faciliteiten zijn voor de bewoners van Heidestede, terwijl er mogelijk wel veel meer inwoners gebruik zouden willen maken van deze faciliteiten. Dit is onderwerp van gesprek geworden met de bestuurders van Stichting Groenhuysen en krijgt een vervolg. Instellingen staan eveneens open voor samenwerking met de buurt en de omgeving. Zo wordt een instelling onderdeel van de wijk en is er een gedeeld belang. Samen werken aan een mooie woonomgeving waarin mensen binnen de instelling en daarbuiten contact hebben met elkaar. Dat zie je ook gebeuren bij de leerlingen van Heilinde die regelmatig de oversteek naar Heidestede maken."

Eenzaamheid

In de gemeente Rucphen geeft 49% van de inwoners aan dat zij zich eenzaam voelt. "Daar schrik ik van " zegt een bezorgde Suzanne Breedveld. "Dat zijn cijfers die laten zien dat er ondanks zovele activiteiten en verenigingen, er mensen zijn die zich verstoken voelen van contact. Zeker als je ouder wordt en minder mobiel, wordt de wereld om je heen kleiner. Veel mensen schamen zich om daar vooruit te komen. Mensen moeten het gevoel hebben dat ze er toe doen en dat er aan hen wordt gedacht. Daarom is onderling contact zo goed, het meeleven met elkaar. Even een belletje of een berichtje. Gewoon weer eens tijd nemen om te buurten met elkaar. Recent heb ik er ouderen naar gevraagd en daar hoorde ik dat mensen het moeilijk vinden om ergens alleen naar toe te gaan. Wat is het dan belangrijk dat er iemand is die je mee vraagt. Het zijn kleine, simpele dingen, maar ze zijn van wezenlijk belang voor het welzijn van de ander".

Omzien naar elkaar

"Ik ben nu als wethouder in de positie waar ik zaken met elkaar kan verbinden", stelt ze. "Als ik kan bijdragen dat het goed met mensen gaat, dan doe ik dat". Ik wil me inzetten voor een goede samenleving waarin mensen omzien naar elkaar en zorgen voor elkaar. Met zelfredzaamheid en zelfstandigheid waar het kán, en met zorg als het moét."



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief