Afbeelding

Wethouder Laura Matthijssen leeft niet helemaal restafvalvrij

Algemeen

SPRUNDEL – Honderd dagen met zo min mogelijk restafval leven. Zo werden huishoudens in de gemeente Rucphen uitgedaagd om van half februari tot half mei zo weinig mogelijk restvuil te produceren. Wethouder Laura Matthijssen-de Jong vond dat zij als wethouder van Duurzaamheid, Milieu en Afvalverwerking niet achter kon blijven en ging de uitdaging aan: “Op deze manier weet je pas echt hoe goed je afval echt kunt scheiden!”

Via de website www.restafvalvrij.nl.100-100-100.nl kregen de deelnemers gratis begeleiding om hun restafval terug te brengen. Ook ontvangen zij tips en trucs die hen daarbij helpen en worden ze uitgedaagd om weekopdrachten uit te voeren.

Gewoon beginnen In totaal doen in de gemeente Rucphen drie huishoudens mee, waaronder het gezin van wethouder Matthijssen. Dat deert haar niet: “We moeten gewoon beginnen en dat groeit het project de komende jaren vanzelf. Dat hebben we ook gezien bij de energieambassadeurs. We hebben nu meerdere vrijwilligers die mensen tips geven om elektriciteit te besparen.” Gemiddeld zet een huishouden in de gemeente Rucphen per jaar 153 kilo aan restafval aan straat. Het is de bedoeling dat dit vermindert naar maximaal 100 kilo in 2020. Dat is volgens Matthijssen een flinke uitdaging: “We hebben al wel grote stap gezet met het gescheiden inzamelen van plastic. Dat zorgde wel voor een flinke daling.”

Restafvalvrij leven Matthijssen zit inmiddels op driekwart van de proefperiode om restafvalvrij te leven. Helemaal geen restvuil produceren is nog niet mogelijk: “We hebben een kat en daarvoor gebruiken we kattenbakkorrels. Per week gaat zo’n drie tot vier kilo bij het restafval. Ik heb verschillende soorten korrels gebruikt om het vuilnis terug te brengen, maar dat is niet gelukt. En de kat wegdoen gaan we natuurlijk niet doen! Ook ben ik blij dat onze poes gewoon bij ons op de kattenbak gaat, want dan poept hij ook niet in andermans tuin.”

Veel vooruitgang Op andere vlakken heeft Matthijssen wel veel vooruitgang geboekt. Ze is druk bezig met het scheiden van afval en stimuleert haar man, thuiswonende dochter en schoonzoon die veel over de vloer komt om het vuilnis goed te splitsen. “Als er een bananenschil bij het restafval gaat, zorg ik ervoor dat die bij het gft terecht komt.” De proef zorgde ook voor veel extra kennis. Zo gooide Matthijssen voorheen plastic bakjes waarin onder meer vlees zit bij het plastic. Die blijken echter van aluminium gemaakt en dienen in de restafvalbak te belanden. “Verder gaan nog bij het restafval de blikken, snoeppapiertjes, tabletstrippen, watjes, make-upresten en potaarde. Die laatste mag dus niet bij het gft. Koffiedrab gooien we niet meer weg, maar sparen we op. Die is uitstekend geschikt als bemesting voor rozen”, somt de wethouder op.

Scheiden Papier, plastic en groente-, fruit- en tuinafval en glas worden keurig apart weggegooid. Ook zamelt Matthijssen nog apart plastic doppen in voor KNGF Geleidehonden. De opbrengst daarvan wordt gebruikt voor het opleiden van hulphonden. Het scheiden zorgt er inderdaad voor dat de restafvalbak nog maar gevuld is met een kleine bodem. Hoewel er een grote verantwoordelijkheid ligt bij de consument, vindt Matthijssen dat ook fabrikanten actie moeten ondernemen: “Zo’n dertig jaar geleden ging je met een rieten mand naar de groenteboer en vulde je die met appels, banen en groenten zonder verpakking. Nu gaat alles in een plastic zakje en veel etenswaren worden dubbel verpakt. Wij eten graag cruesli, die zit in een zakje met daaromheen nog karton. Bij meerdere flessen frisdrank zit er nog een laag plastic omheen en ook tofu is verpakt in een tray met daarom heen nog karton. Dat is allemaal niet nodig. Hier is nog een grote slag te winnen.” Matthijssen is voorlopig niet klaar met afval scheiden: “We gaan hier natuurlijk gewoon mee door na de proef! Het is een manier van leven geworden.”



Blijf op de hoogte van het lokale nieuws uit jouw regio met onze dagelijkse nieuwsbrief