Boete voor Arriva vloeit niet terug naar gedupeerde reizigers

De boete die de West-Brabantse busvervoerder Arriva in september van dit jaar van de Provincie Noord-Brabant kreeg voor het uitvallen van tientallen ritten, komt terecht in de reserve Verkeer en Vervoer van de provincie. Het gaat om een bedrag van 9.131 euro. 

Eerder deze maand stelden de fracties van CDA en ChristenUnie-SGP in een brief aan Gedeputeerde Staten (GS) dat het geld terug moest vloeien naar de scholieren, forenzen en studenten die door het niet nakomen van de afspraken door Arriva forse overlast hebben ervaren door het uitvallen van de bussen. 

Gedeputeerde Staten stellen echter in hun antwoord dat geïnde boetes momenteel ten gunste komen van de reservepot Verkeer en Vervoer. Die pot heeft als doel mobiliteit, waaronder het openbaar vervoer. "We vinden het vervelend voor reizigers wanneer ritten uitvallen, daarom leggen we boetes op als dat het geval is. Het is echter niet aan ons om daarvoor een compensatie aan de reizigers aan te bieden, dat is aan Arriva", schrijven ze.

Het was overigens niet de eerste keer dat Arriva een boete opgelegd kreeg voor het uitvallen van ritten. In 2017 was dat ook al het geval.