Nieuwe wind door sociale dienst: 'Mensen weer aan het werk krijgen'

STEENBERGEN - Onder het motto 'Niemand aan de kant op de Brabantse Wal' hebben de verantwoordelijke wethouders van de gemeenten Steenbergen, Woensdrecht en Bergen op Zoom de uitvoeringsagenda 2019-2020 van de Intergemeentelijk Sociale Dienst gepresenteerd, in de volksmond beter bekend als 'de Soos'. De drie gemeenten gaan de komende periode er alles aan doen om mensen aan het werk te helpen, betaald of als vrijwilliger, en wil daarmee voorkomen dat mensen onnodig thuis zitten en mogelijk vereenzamen.

DOOR JAN DIRK HUIJSER

Koos Krook (Steenbergen) geeft aan dat ondanks de aantrekkende economie er sprake is van een groeiend aantal mensen in de bijstand. "Dit wordt mede veroorzaakt door nieuwe groepen in de bijstand, zoals statushouders en meer 55-plussers", stelt hij. Barry Jacobs (Bergen op Zoom) vult aan: "Het roer moet om, het moet anders en beter." Vanuit deze optiek is er een nieuwe wind gaan waaien bij de ISD, hetgeen leidde tot een gewijzigde aanpak, verwoord in de uitvoeringsagenda 2019-2020, werken en meedoen.

Wat blijft zijn de bestaande structuren, zeg maar de bekende loketten van de sociale diensten, maar ook specifiek op arbeid gerichte instellingen als het Werkcentrum, de Stichting Samenwerken en de WVS. "Om de diensten en instellingen binnen het nieuwe beleid optimaal te kunnen laten functioneren, moet wel extra, gespecialiseerd, personeel aangetrokken worden", aldus Jacobs, "en dat vraagt om extra financiële middelen."Tevens is er geld nodig om de nieuwe aanpak een goede fundering te geven. De ISD heeft hiertoe voor 2019 een begrotingswijziging, gekoppeld aan het uitvoeringsplan bij de betrokken gemeenten ingediend. Immers, de dekking voor dergelijke investeringen dient door de afzonderlijke gemeenten te worden goedgekeurd, wel volgens de verdeelsleutel ISD. Dit is allemaal niet zo nieuw binnen het bestaande politieke gebeuren. Maar wat wel nieuw is, is de aanpak.

De ISD moet niet meer gezien worden als een 'uitkeringsfabriek', maar als een partij die, weliswaar de sociale zekerheid garandeert, maar ook de afstand tot de arbeidsmarkt voor bepaalde groeperingen wil verkleinen. De ISD gaat met haar werkinstrumenten in overleg met de langdurig werklozen in de bijstand. De insteek hierbij is inventariseren, analyseren en vooral met de betrokkenen zoeken naar een oplossing. Welk werk past het best bij de persoon, wat kan hij of zij, en wat zijn de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Ook de combinatie van werken en omscholen is een belangrijk aspect, bijvoorbeeld een werksituatie bij de WVS. Lars van der Beek (Woensdrecht) legt uit: "Als voorzitter van het dagelijks bestuur van de WVS weet ik heel goed hoe mensen ingepast kunnen worden in een bijzondere werksituatie". Volgens hem is het heel goed mogelijk om in dit kader ook de doelgroep aan de slag te krijgen; werken, omscholen en uit de bijstand. In het verlengde hiervan zijn er ook besprekingen met het ROC gaande. "Een vak leren en aan de slag!"

De drie wethouders beseffen dat een lange en moeizame weg te gaan is, doch zijn vol goede moed. Barry Jacobs: "In feite kennen we drie groepen, een groep die weinig bemiddeling nodig heeft (7 procent), een groep die ondersteuning behoeft (28 procent) en een groep waarvoor het moeilijk is (65 procent)." Deze opsomming geeft aan hoe ontzettend noodzakelijk een goede aanpak is.[l]