Cennie Reijngoudt over tekorten bij brandweer: ‘Kunnen soms niet uitrukken’

THOLEN - Cennie Reijngoudt is bijna klaar met de opleiding als manschap. Naast de brandweer, werkt hij bij een bedrijf dat landbouwmachines produceert. Voor hem is de brandweer een perfecte aanvulling op zijn werkzaamheden.

“Je bekijkt een pand op een andere manier. Je probeert ervoor te zorgen dat een bedrijf zo brandveilig mogelijk is. Ook een stukje EHBO op de werkvloer dat je als brandweerman intensiever leert dan BHV-er. Je bent écht een soort BHV-plus”, aldus Cennie. Je moet wel wat tijd investeren in de brandweer, maar voor Cennie is dat geen straf: “Tijdens je opleiding kruipt er veel tijd in. Maar je doet het met plezier. Dus het is geen zware opgave.”

Inmiddels is hij zó enthousiast dat hij van zijn passie zijn beroep mag maken: “Ik ga per 1 september beginnen bij de Gezamenlijke Brandweer Rotterdam als manschap”, vertelt hij trots. “Ik ben met het brandweervirus aangestoken. Alleen het vrijwillige gedeelte vond ik op den duur niet meer afdoende. Dan wil je fulltime brandweerman zijn!” Als je aan Cennie vraagt waarom hij zo enthousiast wordt, reageert hij zonder na te denken: “Het is één grote rode familie!” Ook Cennie merkt dat er tekorten zijn bij de brandweer: “Als je een uitruk hebt, kom je op de kazerne en dan kan je niet uitrukken door een tekort. Dat is wrang.” Hij legt uit dat mensen gemakkelijk kunnen aanmelden: “Mensen moeten er goed over nadenken: ‘Is dit wat voor mij?’ Ik denk dat er in best wel een aantal mensen een brandweerman of -vrouw schuilt.”